Gaan we vanmiddag weer? Echt wel! (II)
De middagdienst draagt een ander karakter.
In dit tweede artikel gaat het over de vrijere middagdienst.
De middagdienst is een heel ander verhaal dan de morgendienst. Opnieuw komt de hele gemeente samen. Dezelfde gezinnen met hun kinderen. Voor de allerkleinsten is er oppas of crèche. In de middagdienst staat van oudsher het leerelement op de voorgrond. In de vorm van de catechismuspreek die opgezegd en overhoord werd door de dominee vanaf de preekstoel. In grotere kerken gingen meerdere predikanten op verschillende plaatsen of op de galerijen waar jeugd zat dat overhoringswerk doen. Dat zou nu niet meer kunnen. Wat hebben we echter een aanbod van nieuwe mogelijkheden gekregen. Er kunnen themadiensten zijn. Je mag gebruik maken van nieuwe media zoals flipover, computer, beamer, powerpresentatie. Er is ruimte voor muzikale inbreng van jongeren (en ouderen) met muziekinstrumenten en zang. Wat ik ervan meemaak in Kampen is van goed gehalte. Wat een gaven en vaardigheden zijn er door de Heilige Geest gegeven aan broeders en zusters om de middagdienst te maken tot een belevenis van de eerste orde. Als Christus het levende Woord maar in het middelpunt staat. Het moet voor Hem zijn en in Zijn dienst staan en tot verheerlijking van Hem zijn. Kinderen vooraan
In zo’n middagdienst mogen de kinderen een meer vooraanstaande plaats innemen. Met het oog op het doorgeven van de heilige leer en de kennis der Schriften. Met de toepassing op het leven en de wereld waarin zij staan. Zij worden er bij ingeschakeld. Bijvoorbeeld om de Schriftlezingen te doen en zich te oefenen in eerbiedig en verstaanbaar voordragen van de heilige tekst. Daarbij moeten we er op bedacht zijn dat we de dienst aan God verrichten. Wie ergens moet optreden zit vol zenuwen, denkt alleen aan zichzelf. Hoe kom ik over; en de spanning is pas weg en je bent in staat om naar een ander te luisteren als je eerst zelf bent opgetreden. Al deze dingen moeten wegvallen als we weten we doen het voor de Here. Vrijmoedigheid in optreden hebben kinderen nu meer dan vroeger. Het is goed dat ze niet alleen een toeschouwersmentaliteit hebben, maar ook weten wat plankenkoorts is en de zenuwen kennen in het moeten optreden voor een groep.
Schriftuurlijke regel
Beslissend bij inschakeling van allerlei nieuwe mogelijkheden in een middagdienst is de regel van de Schrift geldt: laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren (1 Kor.14:40 HSV). Iedere aanwezige moet van tevoren weten en zien wat er gebeurt. Geen onverwachte, geïmproviseerde toestanden. Niet staan knoeien met apparatuur die het net niet doet of verschrikkelijk lawaai maakt. Dat eist gedegen voorbereiding en afstemming met elkaar. Onder leiding van de kerkenraad of de liturg-voorganger. Ambtelijke aanwezigheid is onontbeerlijk.
Vruchten
Een belangrijke vrucht kan zijn de verdieping van de samenbinding en betrokkenheid op de Here en Zijn dienst en dat we elkaar opbouwen in de liefde als leden van één lichaam (Efeze 2). De ideale situatie is dat de hele gemeente in beide diensten met vreugde opgaat naar Gods huis. Kleinen en groten. Ouderen en jongeren. Men voelt zich betrokken en aangetrokken door wat er gaat gebeuren.
De hele dag
De hele zondag worde bepaald door het gaan naar en verwerken van de erediensten. De middagdienst is belangrijk omdat daardoor de hele zondag als dag van de Here gevierd wordt. Zondagbesteding in de beide diensten is zondagsheiliging voor de hele dag. Anders krijgt ons wereldse hart al snel de verleiding: ik ga even één keer naar de kerk. Dan heb ik mijn plicht gedaan en ben verder vrij voor mijzelf om andere dingen te doen. In zo’n tegenstelling moeten we niet gaan leven. De hele sabbat is rustdag voor de Here en Zijn volk. Volle vierentwintig uur, maar dan niet wettisch. Zo van één minuut over twaalf is het begin van de zondag en dan mag er niets meer en één minuut over twaalf maandagmorgen en dan kan ik gaan rijden met de vrachtwagen. Ontspannen en nuchter blijven en geen wettische toestanden maar wel precies. Na twaalven zaterdagavond hoort een jongere niet buitenshuis te zijn. Uitgeslapen en fit moet je zondagmorgen kunnen opstaan en het ontbijt klaarmaken voor het gezin om op tijd in de dienst te zijn. Wat is het goed om aan de Here te geven wat Hij graag ziet. Dat je plaats niet leeg is in de kerk. Daar is innerlijke werking van de Geest voor nodig. Die bestaat in het opwekken van honger en dorst naar de gerechtigheid. Is er een woord van de Here voor mij? Die gelegenheid om dat woord van leven te horen is er niet éénmaal, maar tweemaal per zondag. Als een bijzondere tegemoetkoming en service. Wie één keer moet missen of niet kan om reden van noodzaak of barmhartigheid, krijgt een tweede keer de gelegenheid. Verpleegkundigen, politieagenten, ouders met heel kleine kinderen bijvoorbeeld. Voor alle anderen is er de heilzame discipline de hele zondag te besteden aan de overdenking en viering van de heilgeheimen van Christus. Gods Woord te lezen en te overdenken. De preken bij je kinderen na te vragen en te bespreken en ze zo te oefenen om geconcentreerd te luisteren en in het hart te laten zinken.
Een beetje geschiedenis tot slot
Tweemaal kerkgang in morgen- en middagdienst is eigenlijk een reformatorische versobering. Na de overvloed aan diensten in de kerk van voor de Reformatie in de 16e eeuw hebben onze vaderen gezegd: twee keer is genoeg. Weg met al die metten, lauden, vespers, private missen, uitvaartdiensten, herdenkingsmissen, aparte privé-doopsels, gildevieringen en wat niet al. Het was één grote, bonte, geestelijke markt in het kerkgebouw van 's morgens tot 's avonds en dat iedere dag, de hele week door. Ieder kon op zichzelf en voor zichzelf diensten inhuren met bijbehorende geestelijken. Wie dat heden nog wil meemaken moet gaan kijken in de Sint Pieterskerk in Rome. In iedere hoek en elke kapel is er wel een viering de hele week door. Heilzaam was dat die hele santenkraam de deur werd uitgedaan. Onze vaderen zeiden nuchter: alleen op zondag en allemaal tegelijk en twee keer komen we samen om Gods woord te horen en de sacramenten te gebruiken. En verder geen rituelen en toestanden en liturgische onderonsjes. Reken maar dat men daarvan opademde. Van dat bevrijdende en verloste om zo in eenvoud en waarheid de Here te dienen.
Dat moeten we opnieuw inoefenen en ons daaraan geven. Eigenlijk kunnen we het niet beter zeggen dan ooit Ursinus, Olevianus en Datheen het in de Heidelbergse catechismus zeiden: “de dienst van de kerk of de prediking en de scholen moeten in stand blijven; en dat ik, vooral op de sabbat, dat is op de rustdag, trouw tot Gods gemeente kom om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Here openlijk aan te roepen en de armen geestelijke hulp te betonen. Vervolgens dat ik alle dagen van mijn leven mijn boze werken opgeef, de Here door Zijn Geest in mij laat werken en zo de eeuwige sabbat in dit leven aanvang." Daarom hebben we een morgen- en middagdienst allebei nodig. Ondanks onze mobiliteit, welvaart en drukke leven. Waar de Geest in ons woont, hebben we hemelse motivatie gekregen. Genade om naar Gods huis te willen gaan.
Ik zal met vreugd in ’t huis des HEREN gaan om daar met lof uw grote Naam te danken. ‘k Zal liefd’ en lof voor U ten offer mengen in ’t heiligdom waar ’t volk vergaderd is. (Ps. 116:10,11)
Gaan we vanmiddag weer? Vanzelfsprekend, ja!
Genemuiden
J.C.L. Starreveld