Gods lankmoedigheid geeft hoop. Ze doet hopen op redding. Zicht op deze lankmoedigheid verrijkt ons godsbeeld. Toch is binnen de oudtestamentische wetenschappen het bijbelse getuigenis aangaande Gods lankmoedigheid onderbelicht gebleven. Een nieuwe Apeldoornse Studie haalt dit begrip uit de schaduw: een schitterend boekje met een rijke inhoud.

Mensen hebben soms een kort lontje. Een sprekend voorbeeld is Lamech. Lankmoedigheid is een woord dat niet voorkwam in het woordenboek van deze figuur uit de oudheid (Gen. 4, 23-24). Evenmin waren de goden in de oudheid toonbeelden van geduld. Zij waren juist trots op de snelheid van hun toorn.

De Here is echter volstrekt anders. Heel het Oude Testament getuigt van de rijkdom van zijn lankmoedigheid. Het feit dat oudtestamentische wetenschappen tot dusver weinig aandacht hebben besteed aan dit aspect van het oudtestamentische godsbeeld, is niet in overeenstemming met de grote betekenis daarvan. Prof. dr. H. G. L. Peels heeft echter aan de lankmoedigheid van God een lezing gewijd. Deze heeft hij gehouden ter gelegenheid van de academische opening van het seizoen 2011-2012 aan 'onze' Theologische Universiteit te Apeldoorn. De lezing is onlangs verschenen als Apeldoornse Studie.

Meer dan geduld

Het woord 'lankmoedigheid' wordt vandaag niet veel gebruikt. Eerder spreekt men over geduld. Dat doet bijvoorbeeld ook de Nieuwe Bijbelvertaling. De vertalers hebben voor 'geduld' gekozen omdat dit woord begrijpelijker is voor de hedendaagse bijbellezer. Toch is deze keuze geen verrijking. In 'geduld' klinkt toegeeflijkheid en meegaandheid mee. Dat zijn echter elementen die volgens 'onze' hoogleraar Oude Testament vreemd zijn aan het oorspronkelijke Hebreeuwse woord dat in dit verband wordt gebruikt.

Lankmoedigheid zoals de Bijbel daarover spreekt, mogen we niet in verband brengen met toegeeflijkheid en meegaandheid. Het woord houdt in dat de mogelijkheid van een uitbarsting van toorn niet voorbij is; het is niet uitgesloten dat de boosheid alsnog zal komen. Lankmoedigheid is geen kwestie van toegeven, maar van uitstel. Wie lankmoedig is, is traag in zijn boosheid. In die zin is zijn boosheid lang. Dat element komt in 'lankmoedigheid' naar voren, maar niet in 'geduld'.

Het Oude Testament spreekt met name in het boek Spreuken over de menselijke lankmoedigheid. Deze voortreffelijke eigenschap zorgt ervoor dat onze gevoelens ons niet op sleeptouw nemen. Soms kunnen we maar moeilijk onze gevoelens beheersen, met name gevoelens van boosheid. De wijsheid leert ons dat daarvan alleen maar ellende komt. Niet alleen drank maar ook drift maakt meer kapot dan je lief is. Daarom zijn zelfbeheersing, mildheid en vergevingsgezindheid meer dan nodig. De diepe betekenis van lankmoedigheid, zien we echter pas in haar volle rijkdom in de zelfopenbaring van God.

Zelfopenbaring

De Here heeft Zich aan het oude Israël bekendgemaakt. Deze bekendmaking vond plaats gedurende de gehele geschiedenis van Israël. Met name heeft Hij Zich bekendgemaakt aan Mozes op de Sinaï. Daar klonken indrukwekkende woorden. Deze woorden werden door God zelf gesproken: HERE, HERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw (Ex. 34, 6). Ook nog andere woorden hoorde Mozes, even indrukwekkend. Mozes kon na deze zelfopenbaring van God niet anders doen dan haastig neerknielen.

Woorden uit deze zelfopenbaring en soms letterlijk delen daaruit komen verscheidene keren terug in het Oude Testament. Daarin zien we dat deze tekst bijzonder belangrijk is. Niet zonder reden krijgen deze woorden van de godsopenbaring de kracht van een belijdenis. Het volk Israël spreekt ze na. De Here heeft via zijn zelfopenbaring een geloofsbelijdenis op het hart van zijn volk gelegd. Een centraal woord in deze godsopenbaring is het woord 'lankmoedig'. Daarop ligt zelfs de nadruk, omdat het in het midden staat van de eerste aanduidingen van de Here God. Aan het woord 'lankmoedig' gaat vooraf dat God barmhartig en genadig is. Daarop volgt dat God rijk van goedertierenheid is en trouw.

Uit deze zelfopenbaring blijkt dat de mogelijkheid van Gods toorn blijft bestaan. Hij laat mensen boeten voor hun schuld, want, zo lezen we, 'de schuldige houdt Hij niet onschuldig, de ongerechtigheid van de vaderen bezoekende aan kinderen  en kindskinderen, aan het vierde en derde geslacht' (Ex. 34, 7).

Deze bekendmaking van goddelijke lankmoedigheid komt steeds weer terug in het Oude Testament. Een treffend voorbeeld is Psalm 86: 'Maar Gij, Here, zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid en trouw' (Ps. 86, 15). Andere voorbeelden van deze belijdenis vinden we in Psalm 103, de verzen 8 tot en met 11, en Psalm 145, vers 8 en 9. Ook in de verhalende gedeelten van het Oude Testament en bij de profeten komen we delen van deze belijdenis tegen waaruit blijkt dat de Here zijn toorn uitstelt. Hij geeft daarmee gelegenheid tot inkeer en omkeer, en daarmee tijd van genade. De lankmoedigheid van God was voor het oude Israël de dragende grond van zijn bestaan. Zou Hij deze 'eigenschap' niet hebben, dan was het volk al lang vergaan. De belijdenis van zijn lankmoedigheid ligt in het hart van het oudtestamentische belijden aangaande God.

Doorgaand getuigenis

Gods lankmoedigheid jegens zijn volk komt niet alleen tot uiting in die teksten waarin het begrip uitdrukkelijk wordt genoemd, maar ook in andere gedeelten van het Oude Testament. Prof. Peels maakt dat duidelijk met een voorbeeld. Hij heeft gekozen voor het boek Genesis en noemt onder meer het verhaal over de zondeval, het zondvloedverhaal en het verhaal van Abrahams voorbede voor Sodom. Telkens weer klinkt in die verhalen het getuigenis van Gods lankmoedigheid door.

Wat gezegd kan worden over het boek Genesis, geldt voor heel het Oude Testament: Gods lankmoedigheid is de dragende grond voor Israël. Hij is volstrekt anders dan de goden van de volken die het verbondsvolk omringen. Deze goden laten hun woede nogal snel de vrije teugel. God is echter traag tot toorn. Hij stelt zijn gericht uit en geeft gelegenheid tot omkeer.

Dit motief wordt onderstreept door Paulus. Wanneer de apostel in zijn brief aan de Romeinen terugkijkt naar de geschiedenis van het joodse volk, spreekt hij over de rijkdom van Gods lankmoedigheid (Rom. 2, 4).  God heeft hen die voorwerpen waren van zijn toorn met lankmoedigheid verdragen (Rom. 9, 22). Maar die lankmoedigheid heeft de Here niet alleen getoond aan Israël. In zijn tweede brief zegt Petrus dat de Here niet talmt met de belofte van de wederkomst van Jezus, al zijn er die aan talmen denken. De Here stelt die wederkomst echter nog uit omdat Hij niet wil dat sommigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen (2 Pet. 3, 9). In deze brief staat Gods lankmoedigheid in verband met het voortbestaan van de wereld. En in vers 15 houdt de apostel Petrus ons voor dat de lankmoedigheid van de Here onze redding is. Als er geen goddelijke lankmoedigheid was geweest, hoe zouden wij dan ooit behoud ontvangen? Blijf denken aan Gods lankmoedigheid! Houdt de lankmoedigheid van onze Here voor zaligheid.

Het keurig verzorgde boekje is te bestellen bij de Theologische Universiteit te Apeldoorn onder telefoonnummer 055 5775700. U kunt ook een abonnement nemen op de serie en ontvangt dan voor € 15,95 twee studies per jaar.

Feanwâlden
D. J. Steensma

Naar aanleiding van: H. G. L. Peels, Traag tot toorn. Een onderbelicht aspect van het oudtestamentische godsbeeld. Apeldoornse studies, nr. 58, uitgegeven door de Theologische Universiteit, Apeldoorn 2011, 48 blz., ISBN 978 90 75847 35 2, prijs € 9,95.


Commentaar

  • Dochters van Pakistan 2024-12-06 18:48:02

    Sinds kort woont onze jongste zoon met zijn vrouw en drie kinderen weer op Urk. Acht jaar lang...

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...