Weten we wat we bedoelen wanneer we het woord 'geweten' gebruiken? In de loop van de tijd is heel verschillend gedacht en gesproken over dit begrip. Sommigen willen het vanwege de spraakverwarring die daarover heerst, liever niet meer gebruiken. Dr. P. A. Verbaan denkt daar anders over. Hij vindt dat dit begrip nog steeds goede diensten kan bewijzen.
Lange tijd was het geweten vooral een aanklager. Deze beschuldigde de aangeklaagde dat hij zich niet aan de geboden van God heeft gehouden. Mensen waren diep onder de indruk van deze aanklacht. Ze vroegen zich af of zij voor de hemelse rechtbank zouden worden vrijgesproken.
Op deze wijze spreekt ook de Heidelbergse Catechismus over het geweten. Zondag 23 zegt dat het geweten de gelovige aanklaagt. Die aanklacht is geen zaak die een christen op een bepaald moment achter de rug heeft. Telkens weer moet hij de beschuldiging horen dat hij tegen al de geboden van God zwaar heeft gezondigd en geen daarvan gehouden. Daarmee stemt de christen die in de catechismus aan het woord is, overeen met wat ook de dichter van Psalm 25 ervaart. Deze spreekt over de zonden van zijn jeugd. Hij weet dat hij uit zichzelf niet voor God kan bestaan.
Verantwoording
Luther en ook anderen menen dat het woord 'geweten' hoort bij wat elke christen ervaart. Weliswaar is het geweten niet altijd even actief. Het kan zelfs slapen. De wet is echter zijn wekker. Ze zorgt voor onrust. Vanuit een onrustig geweten word je voorbereid op de ontmoeting met Christus. Die ontmoeting is nodig, want je kunt alleen buiten jezelf rust vinden, alleen in het offer van Christus.
Vorig jaar heeft dr. Peter A. Verbaan een studie gepubliceerd naar aanleiding van dat oude woord 'geweten'. Hij vindt dat we dat moeten vasthouden in kerk en theologie. We mogen het niet laten vallen. We lezen over het geweten in vertalingen van de Bijbel en met name het Nieuwe Testament. In de tijd na de eerste christelijke gemeenten is het woord een steeds grotere rol gaan spelen. Het kreeg vooral een plaats in de moraal. Het geweten zou een goede gids zijn bij het nemen van concrete beslissingen over goed en kwaad. De kerk van de Middeleeuwen sprak over een kern in de mens waarin kennis ligt opgeslagen over God en zijn wil. Mensen kunnen deze kennis gebruiken bij het nemen van concrete beslissingen.
Telkens speelde bij het begrip 'geweten' mee dat je voor het aangezicht van God verantwoording moet afleggen voor je doen en laten, en dat je niet zonder meer voor de goddelijke rechtbank wordt vrijgesproken. Ook werd over een goed geweten gesproken. Dat heeft bijvoorbeeld Calvijn gedaan. Het geweten kan volgens hem een koperen muur zijn waarachter je je geborgen voelt voor het offer van God. Het geweten staat dan in verband met het werk van de Heilige Geest die zekerheid geeft over het heil in Christus.
Kompas
Het levensgevoel dat spreekt over de grote afstand tussen God en mens, en over zonde en genade, is in de loop van de tijd naar de achtergrond geraakt. Mensen maken zich vandaag minder druk over hun schuld ten opzichte van de Here. Ze gaan ervan uit dat hun leven sowieso waardevol is. Ze menen dat God daarover ook zo denkt en dat Hij hen niet om enkele onvolkomenheden naar de hel zal sturen. Voor mensen vandaag weegt zwaar dat ze zichzelf en hun talenten en gaven kunnen ontplooien. Ook is de vraag naar de zin en betekenis van het leven in hun beleving belangrijk. Wat het oordeel van God zal zijn over hun bestaan, is een zaak die buiten het gezichtsveld van de moderne mens ligt.
Toch gebruiken we ook vandaag het woord 'geweten' nog vaak. Iemand zegt bijvoorbeeld dat je in een concrete beslissing je geweten moet volgen. Het geweten is dan een kompas. Het zegt ook dat je onderweg bent. Het wijst je erop dat je nog niet bent wie je moet zijn. Op die manier vertelt het geweten dat je identiteit verder vorm moet krijgen en moet groeien. Een theoloog die het geweten op die manier heeft ingevuld is Wolfhart Pannenberg. Volgens Pannenberg is het geweten een instantie die zegt dat je identiteit niet of nog niet is zoals zij zou moeten zijn. Je bent mens in ontwikkeling.
Stemmen
Dr. Verbaan stelt onder meer op grond van deze invulling dat het begrip 'geweten' in onze tijd nog steeds goed bruikbaar is. We mogen en kunnen het niet opgeven; het sluit aan bij kernzaken van ons geloof en leven. Het wijst ons erop dat we in onszelf niet genoeg zijn. Als mensen hebben we waarden en waarheden nodig. Het woord 'geweten' heeft vanaf het begin daarop gewezen. Het kan ook vandaag ons aanspreken op onze verantwoordelijkheid. We moeten niet alleen verantwoording afleggen ten opzichte van God, maar ook ten opzichte van onze medemensen.
Het is wel zaak dat we het woord 'geweten' op de juiste manier gebruiken. Dr. Verbaan pleit voor een relationeel gebruik. Daarmee bedoelt hij dat 'geweten' niet wijst op een pakket waarheden die wij tot onze beschikking hebben, maar op een ruimte in ons innerlijk waarin verschillende stemmen klinken.
Eén van die stemmen in die ruimte zegt dat God bestaat. Deze stem bemiddelt kennis van God. In de geschiedenis van de kerk stond lange tijd deze functie van het geweten centraal. Dat was het geval in de Rooms-Katholieke Kerk, maar ook in de kerken van de Reformatie. Theologen zeiden dat het geweten kennis van God en zijn wil verschaft. Dat gebeurt niet alleen in het geweten van gelovigen maar ook in dat van niet-gelovigen. Deze algemene kennis van God en zijn wil biedt een basis voor gesprek van de kerk met hen die niet geloven. Zij kunnen op hun geweten worden aangesproken. Hoewel deze kennis van God koud en zwak is, onvolkomen en onzeker, geeft ze toch een aangrijpingspunt. Vanwege dat geweten kan niemand zeggen dat hij niet bekend was met het bestaan van God.
Een tweede stem die in die ruimte klinkt, is de stem van de aanklager. Zij spreekt ons aan op onze tekorten en roept schuldgevoel bij ons wakker.
Identiteit
Een derde stem is de stem die eraan werkt dat je als mens een eenheid bent en je woorden en daden samenvallen. Deze stem geeft ook aan dat je onderweg bent en dat je identiteit steeds meer vorm moet krijgen. Onze identiteit staat niet vast. We kunnen zeggen wie wij zijn, dat we christen zijn en dat onze identiteit wordt bepaald door Christus. Maar toch hebben we daarmee nog niet alles gezegd. We blijven mensen die nog niet op hun laatste bestemming zijn. Pas op die bestemming is onze identiteit zoals God haar heeft bedoeld. Onze identiteit heeft nu nog een voorlopig karakter. Het geweten wijst ons daarop. In de kinderen van God is deze stem van het geweten de stem van het geheiligde geweten, dat onder het gezag van de Heilige Geest staat.
Deze stemmen klinken samen. Wie gelooft kan volgens Verbaan menen dat in die stemmen de stem van God klinkt. De Here spreekt door mensen om ons heen en ook via de wereld waarin wij leven. Allerlei stemmen komen samen. God wil daarvan gebruikmaken en ons krachtig in ons innerlijk aanspreken.
Dr. P. A. Verbaan, predikant van de Protestantse Kerk in Nederland te Ermelo, is op deze studie gepromoveerd aan de Protestantse Theologische Universiteit te Utrecht tot doctor in de theologie. Hij heeft terecht aandacht gevraagd voor een begrip dat nog steeds waardevol is.
Feanwâlden
D. J. Steensma
Naar aanleiding van: Peter A. Verbaan, Het geweten. De rehabilitatie van een theologisch begrip. Boekencentrum Academic, Zoetermeer, 2011; 260 blz.; prijs € 24,90. ISBN 978 90 239 2623 8.