Pinksteren is het feest van de uitstorting van de Heilige Geest. Dat komt niet uit de lucht vallen. Het is uitgebeeld in het Oude testament en het is voorzegd door de profeten. De Geest van God woont in de gemeente van Christus en in de gelovige. Van de gemeente en van de gelovige is te zeggen: U bent een tempel van de Heilige Geest. De Geest ‘tempelt’ in ons.

Wat houdt dat nu in? Het valt mij op dat er een sterke neiging is om dat steeds meer concreet op te vatten.’ De Heilige Geest woont in je lijf. Christus stierf niet alleen voor je ziel, maar ook voor je lijf. Je mag je lijf waarderen. Omdat dat zo is moet u uw lijf netjes houden van buiten en vooral ook van binnen. Kijk niet naar verkeerde programma’s! Luister niet naar verkeerde muziek! Rook niet! Drink niet! Zorg voor je uiterlijk! Beweeg!’ Dan lijkt het warempel of ik opeens in één of ander fitnessprogramma ben aanbeland. Extra christelijk gemotiveerd klim ik op mijn (race)fiets want mijn lichaam is een tempel van de Heilige Geest. Ik wist niet dat racen door de Drentse dreven uiteindelijk dan toch wel een verdienstelijke godsdienstoefening is. Tempelonderhoud! Misschien dat het u motiveert om u toch maar in te schrijven bij de sportschool of om u te melden bij het zwembad voor aqua joggen. Ja, je zou manlief bijbels gemotiveerd kunnen zeggen waarom je dat mooie dure jurkje of dat dure geurtje hebt gekocht. Tempelonderhoud! Het mag wat kosten.

Krot

Ik overdrijf. Maar we kunnen wel aanvoelen waar dit toe leidt: falen. Gezonde en fitte mensen kunnen nog wijzen op hun prestaties. Maar ze weten evengoed dat ze daarna hopeloos falen: Ik ben te dik! Ik rook toch een sigaretje! Ik lust wel een borreltje op zijn tijd! Echt, chocola daar kan ik niet van afblijven! Een pak chips, dat eet ik in mijn eentje leeg en een fles Cola d’r bij drink ik zo op! Ik ben niet zo van die mooie kleren en dure geurtjes en blingbling! Ik ben nu eenmaal niet moeders mooiste! Wat moeten ouderen en zieken ermee? Ze lijden sowieso al aan hun verlies aan ‘decorum’ en aan kracht. Ze moeten zich wel dubbel schuldig voelen dat ‘hun tempel niet goed is onderhouden’, en dat het hen zelfs onmogelijk is het ietwat bij te schilderen. Nog erger komt uw en mijn tempel in verval, wanneer ik bedenk wat er zoal aan verkeerde gedachten en begeerten in mij huizen. Ik zou het niet graag zondags geprojecteerd zien op de muur van de kerkzaal. Kort en goed: de tempel die ik moet zijn, is een krot. En waarschijnlijk die van u en jou ook. Ik word er wat mismoedig van. Is het niet veel bijbelser om te zeggen met Paulus: ‘Ik weet dat in mij - dat is in mijn vlees - geen goed woont.’ (Rom. 7:18) Ik ben als de Laurenskerk van Rotterdam in oorlogstijd: krot en kathedraal.

 

Verband

We vieren het Pinksterfeest. De uitstorting en inwoning van de Heilige Geest komt niet uit de lucht vallen. Het sluit aan bij het Oude Testament en is vervulling van de profetie. Vooral ook vervulling van de centrale gedachte uit het Oude Testament van de inwoning van God onder zijn volk in de tempel. Het nieuwe is nu dat God in Christus niet alleen temidden van Zijn volk woont, maar dat Zijn volk nu zelf tempel is geworden. Zijn gemeente is vanaf Pinksteren Zijn tempel (Efez. 2:22) en ook iedere gelovige mag een tempel van de Heilige Geest zijn (1 Cor. 6:19). Dit gegeven moeten we echter niet isoleren van andere woorden die in het Nieuwe Testament gebruikt worden om de inwoning van de Heilige Geest te begrijpen. Paulus schrijft bijvoorbeeld ook net zoveel of nog veel meer keren dat ‘Christus in ons woont’. Christus wil door Zijn Geest wonen in Zijn kerk, maar Hij wil door Zijn Geest ook wonen in ons hart.

 

Wonen

Dat de Heilige Geest in de gemeente woont, daarmee wil Paulus zeggen, dat de Heilige Geest niet zo nu en dan op bezoek komt. Hij is voortdurend in de gemeente aanwezig en werkzaam. ‘Waar twee of drie in Mijn Naam vergadert zijn, daar ben Ik in hun midden’, zegt Jezus. De plek waar God woont, is de tempel. De plek waar Christus door de Geest woont, is een tempel (1 Cor. 3:16). Maar betekent dit nu ook, dat de Heilige Geest als vanzelf in elk lid van de gemeente afzonderlijk woont? Nee. Paulus zegt dat duidelijk: ‘Wie de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.’(Rom. 8:9). In hem ‘tempelt’ de Heilige Geest niet. Sterker nog, in hem huist letterlijk en figuurlijk de zonde.

 

Tempel worden

Hoe word ik en hoe blijf ik dan tempel van de Heilige Geest? Door al die dingen te doen of te laten die hierboven staan? Niet drinken? Niet roken? Bewegen? Soms de TV op zwart? Nee, ik word en blijf tempel van de Heilige Geest wanneer diezelfde Heilige Geest mij tot geloof brengt en mij bij het geloof houdt. Prof. L. Floor schrijft in De doop met de Heilige Geest: ‘De Geest ontvang je op de prediking van het geloof. Geloof in de verkondigde Here Jezus Christus geeft deel aan de Geest. En deze Christus wordt in de gemeente waar het Woord is, verkondigd.’ Niet het gevoel, niet uw en mijn zorgen voor lijf en ziel zijn doorslaggevend, maar geloof in Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane Heiland. Floor: ‘Waar de inwoning van de Heilige Geest gerealiseerd is, daar zijn de gelovigen onder de invloed, de werking, de heerschappij van de Heilige Geest. De gelovige in wiens hart de Geest woont, is in de Geest en dan betekent in de Geest ook: onder de genade-heerschappij van de Geest’.

 

Onder invloed

Wie ik vanuit mezelf ben en wat ik door de Heilige Geest ben, mengt zich. Krot en tempel tegelijk. Vanuit mijzelf is er zondigheid in allerlei vorm en maat. Paulus somt dat op in Gal. 5. Het leven van de oude natuur kenmerkt zich door onreinheid, losbandigheid, twist, afgunst, zelfzucht, tweedracht en dergelijke. Door de Heilige Geest mag er in mij de vrucht van de Heilige Geest zijn. Paulus noemt die: liefde, blijdschap, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Vooral vanwege Pinksteren ben ik graag onder invloed. Onder invloed van de Heilige Geest, wel te verstaan.

Assen
Stoffer Otten

 

 


 

AAN DE HEILIGE GEEST

O Heilige Geest, wiens tempel ik ben,

van lemen muren en verdichte mist,

geschonden werd ik in de felle ren

der jongelingsjaren: ontucht, trots en twist.

Daarna werd 'k weer gegeseld, keer op keer -

Verdubbel in mijn hart, dat lijdt,

uw vuur, opdat ik niets begeer

dan diep berouw. Kom, werp mij neer, -

dan ben ik, als uw bliksemlicht mij splijt,

vuur, offer, offeraar tezelfdertijd.

John Donne (1573-1631)


 


Commentaar

  • Pinksteren 2024-05-17 18:03:28

    In dit nummer van het Kerkblad wordt speciaal ingegaan op Pinksteren. De uitstorting van de...

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....