Wie in de kerk met het ambt te maken krijgt, ontkomt niet aan de vraag: wat is het eigene van het ambt? Een antwoord op deze vraag helpt om het ambt gemotiveerd en gelegitimeerd te vervullen. Het helpt de gemeente om ambtsdragers te aanvaarden.  In het vorige artikel stonden we stil bij het eigene van het ambt bij het komen tot het ambt. In dit artikel komt het eigene van het ambt in de praktische uitoefening daarvan aan de orde.

 

We zagen in Efeze 4 dat Christus ambtsdragers geeft. Aan wie geeft Hij die? Aan de gemeente, aan de heiligen. Er bestaan geen mannen van God die los rondlopen zonder binding aan een gemeente der heiligen. Dit is zo eigen aan het ambt dat het in verschillende artikelen van de kerkorde voorkomt. Ik noem de artikelen 3, 4, 6, 7, 10, 12 en 15. Enkele zinsneden halen we aan:

Artikel 6: Een dienaar des Woords zal een benoeming tot bijzondere arbeid zoals het geven van godsdienstonderwijs verbonden met pastorale arbeid aan protestants-christelijke scholen, geestelijke verzorging van militairen of varenden, in de gezondheidszorg, in penitentiaire inrichtingen en dergelijke alleen mogen aannemen wanneer hij verbonden blijft aan een gemeente.

 

Artikel 7: Het is niet geoorloofd iemand tot de dienst des Woords te beroepen zonder hem aan een bepaalde gemeente te verbinden.

 

Artikel 10: Een dienaar des Woords mag geen beroep naar een andere gemeente aannemen zonder tijdig overleg met en toestemming van zijn kerkenraad. Hij kan de gemeente, waaraan hij verbonden is, niet verlaten zonder bewilliging van de classis…

 

Artikel 12. Een dienaar van het Woord zal, wanneer hij eenmaal op de bovenomschreven wijze wettig beroepen is, zijn leven lang aan de dienst der kerken verbonden zijn. Daarom is het hem niet geoorloofd zich tot een andere staat des levens te begeven dan om gewichtige oorzaken,…

 

Artikel 15. Een predikant mag het Woord noch de sacramenten bedienen in plaatsen waar geen kerk is, tenzij met toestemming en medewerking van de dichtstbij gelegen gemeente. De kerkenraad van deze gemeente moet hierbij tegenwoordig zijn en heeft de leiding…

 

Gebonden aan de gemeente

Deze artikelen vinden hun oorsprong in canon 6 (regel, besluit)  van het concilie van Chalcedon in het jaar 451. Deze canon veroordeelt elke vorm van gesteld worden in het ambt zonder band met een gemeente en verklaart zo'n bevestiging voor ongeldig: 'niemand mag op een absolute wijze in het ambt gesteld worden als er niet op duidelijke wijze een plaatselijke gemeente is toegewezen, hetzij in de stad of op het platteland'.

Deze regel werd gevolgd in de vroege kerk. Blijkbaar was dat nodig. Voor ons geldt: wie dienaar des Woords, ouderling of diaken in Groningen is, is dat niet in Zwolle. Hij mag daar ook niet als zodanig optreden.

Voor een ouderling en diaken is dat helder. Maar dominees preken toch overal? Hun ambt is toch absoluut? Nee. Elders preken of sacramenten bedienen mogen zij niet alleen krachtens hun ambt, maar krachtens uitnodiging van de kerkenraad die alleen bevoegd is dit te doen.

Een kerkenraad elders erkent de roeping van een dienaar des Woords die aan een zustergemeente verbonden is. Dat is de eenheid der kerk. De erkenning van de bevoegdheid van de zusterkerken. Dienaren des Woords mogen geen eigen diensten beleggen noch optreden anders dan onder de bevoegdheid (macht) van de kerk ter plaatse of de dichtstbijzijnde kerk. Dienaar-des-Woords-zijn, ouderling- of diaken-zijn is niet het behoren tot een geestelijke stand of orde die als een stempel in de ziel van de ambtsdrager is ingedrukt. Ambtsdrager-zijn is niet aan de persoon gebonden maar aan de gemeente. Dat is het tweede eigene van het ambt in een gereformeerde kerk. Hier is juist de reformatie van de kerk ingezet als reformatie van de bediening van het ambt der verzoening in Woord en sacrament aan de zielen van de mensen.

 

Reformatie van ambt

Wat was er gebeurd in de jaren die voorafgingen aan de reformatie van de zestiende eeuw? De band tussen ambt en gemeente was doorgesneden. Tegen Chalcedon canon 6 in gaf een bisschop absolute, van de gemeente losstaande wijdingen aan personen. Men werd overgezet in de aparte, geestelijke stand van priester. Later werd wel beslist waar je geplaatst werd of niet.

Daarbij kwam dat de binding aan een gemeente vervangen raakte door de binding aan een beneficium, een bron van inkomsten, dat wil zeggen: eerst moet je je honorarium, je salaris bijeen verzamelen uit opbrengsten van grond of rente van kapitaal. Als dat gebeurd was, kon je opgenomen worden in de geestelijke stand. De gemeente kwam buiten spel te staan. De geestelijke stand zorgde voor zichzelf en het volk werd toeschouwer en bekostiger van ceremoniën, processies en vieringen zonder inspraak of goedkeuring van de gemeente.

De gemeente, dat waren de leken en de geestelijke stand was de clerus. De macht van de clerus bestond in de magie van de wezensverandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. De clerus beschikte over de toegang tot God en de communicatie met de Heilige. Dit ging gepaard met zoveel misdaad, ontucht, gekonkel en corruptie dat de reformatie van ambt en kerk door Luther, Zwingli en Calvijn noodzakelijk en onvermijdelijk was. De nagalm weerklinkt nog in al datgene wat in de laatste jaren in de Rooms-Katholieke Kerk openbaar kwam rond seksueel misbruik.

 

Genemuiden
J.C.L. Starreveld

 

Drs. J. C. L. Starreveld is emerituspredikant van Bunschoten en woont momenteel in Genemuiden.

 


Commentaar

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...