Galaten 5, 24: Liefde, blijdschap, vrede, zelfbeheersing… Hoeveel mensen zijn daarnaar niet op zoek in onze tijd. Moge God het werk van alle psychologen en therapeuten rijk zegenen. Maar is het mogelijk dat deze prachtige krachten ook in de kerk door het werk van Gods Geest ontstaan? Dat mensen vol innerlijke pijn en onvrede er zo uit gaan zien? Een serie korte artikelen.
Het is niet goed verdeeld in deze wereld: sommige mensen zouden heel blij zijn met een baan en anderen moeten veel te hard werken. Van de laatste groep zijn er waarschijnlijk meer. Druk, druk, druk, hoor je nogal eens. Bestellingen die vandaag binnenkomen moeten morgen geleverd. Van de ene deadline naar de andere. Werken, werken, werken. Niet alleen overdag, maar ook ’s avonds. Niet alleen in de week, maar ook in het weekend. Lang leve de 24-uurs economie. Behalve voor de mensen die er het slachtoffer van worden. De werkelozen, de mensen met een burn-out, de kinderen voor wie vader of moeder geen tijd hadden….
Voor al dit werken zou je het woord ‘presteren’ kunnen gebruiken. In het woord prestatie zit een woord dat ‘vooraan staan’ betekent. Je ziet als het ware een mensenmassa voor je waarin iedereen probeert toch vooral vooraan te staan en bij de eersten te horen. Presteren heeft ermee te maken dat je bang bent dat je niet meetelt als je niet hard genoeg werkt en onvoldoende producten levert. Van dit presteren is angst de diepste motivatie.
Niet in één dag…
Lijnrecht hiertegen over staat het Bijbelse begrip ‘vrucht dragen’. Wil een boom vrucht dragen, dan moet hij in de goede grond geplant zijn, voldoende licht en voldoende voeding hebben. En verder is rust erg belangrijk. Vruchten ontstaan niet in één dag. Vruchten worden niet op bestelling geleverd. Vruchten groeien in Gods tempo, het tempo van de rust.
Als wij mensen elkaar rusteloos opjagen om te presteren, lopen we precies het doel van het leven mis. Want dat is dat we, levend in de zon van Gods liefde en gevoed met het levende water van Gods genade, uitbotten, groeien en vrucht dragen.
Paulus zet in Galaten 5 tegenover de vrucht van de Geest, de werken van het vlees. En als je die werken goed bekijkt dan zie je dat het de zure vruchten zijn die groeien op de akker van de angst. De angst om te kort te komen. Daarom komen mensen tot ontucht en tot bras- en slemppartijen. Altijd op zoek naar meer genotmiddelen, altijd angst iets van het leven te missen. De helft van de werken van het vlees heeft betrekking op het verstoren van relaties, zoals tweespalt en vijandschap. Zolang wij niet elke dag op God rekenen, blijven wij onze naaste als onze concurrent zien, tegen wie we moeten opboksen in het presteren. Dan werken we vanuit ons ‘vlees’, dat is ons ik zonder Godsvertrouwen.
Ook in de kerk moeten we ervoor oppassen elkaar niet zo op te jagen, dat de rust verstoord wordt die nodig is voor groei en ontwikkeling. Belangrijker dan de vraag ‘doe ik wel genoeg in de kerk’ is de vraag ‘ontvang ik wel genoeg, kan de Geest mij ook raken tot diep in mijn hart’ Dan zal er iets moois gaan rijpen en uitbotten!
Zwolle
Henk Mijnders