In zeven hoofdstukken schetst Paas de positie van de christelijke gemeente in onze seculiere samenleving. Zijn visie op de christelijke missie in onze postchristelijke omgeving vat hij als volgt samen: kleine gemeenschappen kunnen beter aan gemeenteopbouw doen dan grote gemeenten. Het draait daarbij om luisteren naar God en betekenisvolle relaties met de omgeving en een realistische en theologisch verantwoorde benadering van evangelisatie en dienstbaarheid. Dit alles wordt bij elkaar gehouden door en ontvangt zijn betekenis vanuit de lofprijzing aan God.
Deze kijk op de kerk en haar missionaire roeping baseert Paas op een zorgvuldige studie van belangrijke bijbelse gegevens. Hij geeft veel aandacht aan de ballingschap van Israël in Babel. Gods volk moest in kwetsbare omstandigheden leren vertrouwen op zijn God die ook de God van Babel is. Het moest leren leven vanuit de toekomst die God in voorbereiding heeft.
In die lijn schetst Paas de gemeente als een groep mensen die leven als vreemdelingen in de verstrooiing. Hij maakt daarbij gebruik van 1 Petrus. Haar identiteit wordt vooral bepaald door Christus, de lijdende Priester-Koning, die haar tot een priesterkerk maakt. Dat wil zeggen dat zij de wereld voor God vertegenwoordigt en God voor de wereld. Zij komt tot God als een lofprijzende en dankzeggende gemeente en zij beweegt zich in de wereld op een getuigende, geduldige en uitnodigende manier.
Een groot hoofdstuk bevat een deskundige beschrijving en bespreking van de missionaire opstelling van de kerk in de voorgaande eeuwen. Bij alle grote verschillen ziet Paas tussen al die visies een fundamentele overeenkomst: betrokken christenen wilden de anderen, zowel binnen als buiten de kerk, tot overtuigde christenen maken. Hij noemt de pluspunten die hij in al die vormen van aanpak ziet, maar wijst toch vooral op de tekorten ervan, zeker voor onze na-christelijke tijd. Zijn argumenten zijn steekhoudend. Lees zelf maar.
Paas legt echter tegelijkertijd grote nadruk op het onopgeefbaar missionaire karakter van het christelijk geloof. Dit vloeit voort uit de ervaring met Christus, de overtuiging dat in Hem unieke waarheid te vinden is en het geloof dat zijn leven, sterven en opstanding relevantie heeft voor de noden van de wereld. Dit noemt Paas terecht het hart van de christelijke zending dat openstaat voor de ander. Want met missionair verlangen is de ontvankelijkheid van het christendom gegeven.
Vanuit deze diepgewortelde oer-christelijke overtuiging pleit Paas voor kleine gemeenten die met vreugde de Here dienen, en in dat geloof ontspannen en betrokken in onze samenleving staan en met de naaste omgaan. Dit is echt Paas op zijn best.
Amersfoort, D. Visser
Stefan Paas, Vreemdelingen en priesters, Christelijke missie in een postchristelijke omgeving, eerste en tweede druk november 2015, Boekencentrum, ISBN 978 90 239 7044 6, prijs € 19,90.