Op vakantie gaan, de weg zoeken. Wat kun je je dan blij en gerustgesteld voelen wanneer je een langverwachte wegwijzer tegen komt. Zitten we nog steeds op de goede weg? Zag jij het bord? Moeten we er hier af of de volgende afrit? Afijn, u kent het vast wel. Maar in dit stukje wil ik graag de nadruk leggen op koning David. Soms was hij de weg ook nogal kwijt.
De geestelijke weg dan welteverstaan. Hij vroeg zich daarbij af: Wie is God?
Hij worstelde met deze vraag. Naast zijn koningschap was hij ook een begenadigd dichter. Veel psalmen die in de Bijbel staan zijn van zijn hand. Daarom gaan we voor het antwoord naar Psalm zesentachtig.
Het zijn maar zeventien verzen, toch hebben die een eeuwige reikwijdte. David denkt in dit lied, eigenlijk is het een gebed, allereerst na over wie God voor hem is en daarna wat dit voor hem betekent in het leven van alledag. Je zou het ongeveer zo kunnen samenvatten:
De Heer is goed - De Heer wil ons vergeven
Hij kijkt en luistert naar ons - Hij antwoordt op ons roepen
Hij is groot, sterk en machtig - Hij doet wonderen
Hij is waarheid - Hij is een redder in nood
David vraagt ook: ’Heer verenig mijn hart, om Uw Naam te vrezen’. Dat brengt ons van David via de profeet Jeremia naar onszelf. Jeremia mocht profeteren dat het Joodse volk na een ballingschap van zeventig jaar weer terug zou komen in het Heilige Land. Daar zal het veilig mogen wonen om God te dienen. ‘Ik zal’, zei de Heer, ‘hun één hart en één weg geven, zodat zij mij liefhebben en vrezen’.
Eén hart? Dat is: God liefhebben met hart en ziel. Met heel je verstand en met al je mogelijkheden. Dat is je hele hebben en houwen voor God neerleggen en vragen: Heer neemt u het roer over mijn leven in Uw handen en leid mij op Uw weg.
Koning David raakte die weg soms kwijt. Dat herkennen we denk ik allemaal wel. Juist omdat het zo dichtbij komt ervaren we dat als een bemoediging. Het leert ons te gaan op de Koning Jezusweg. Gods Zoon Is namelijk zelf die weg. Laten we met heel ons hart die weg gaan. Beslist geen doodlopende weg! En vergeet niet Zijn wegwijzer mee te nemen.
Art van der Molen, Bierum