Bijna iedereen haalt er geregeld één of twee bij de groenteboer of supermarkt vandaan: komkommers. Het liefst van die mooie rechte. Zijn er dan ook kromme? Jazeker, maar die komen helaas niet in de verkoop maar worden vernietigd of als veevoer gebruikt.
De komkommer komt oorspronkelijk uit het noorden van India, waar hij ruim vierduizend jaar geleden groeide op de flanken van het Himalayagebergte. Vroege ontdekkingsreizigers brachten deze plant naar andere delen van Azië en het gebied rond de Middellandse Zee. En dat klopt, want in de geschiedenis over de uittocht van het volk Israël uit Egypte, zo’n 3500 jaar geleden, lezen we in Numeri 11 vers 5: we gedenken aan de vissen, die we in Egypte om niet aten; aan de komkommers…(en dan komen nog een aantal vruchten / groenten).
Komkommer was ook bij de oude Grieken en Romeinen erg populair, niet alleen als groente maar ook om de gunstige huidhelende eigenschappen van het sap. Je kunt er brandwonden, zweren en slecht helende wonden prima mee behandelen. Komkommer is een natuurlijke bron voor de vitaminen B1 en C. De vrucht werkt ontslakkend en stimuleert darmen, nieren en huid. Ook voor diabetici is komkommer belangrijk omdat hij de bloedsuikerspiegel doet dalen.
En verder? De cosmetica gebruikt komkommer in veel schoonheidsproducten omdat het sap van de komkommer zeer geschikt is voor de verzorging van een vette huid met verstopte poriën.
De Romeinse keizer Tiberius had dagelijks, zomer en winter, komkommers op zijn eettafel staan. En wij? Hoewel de voedingswaarde gering is (hoofdzakelijk water), vinden we de komkommer vaak geraspt of gesneden, dik of dun, terug in salades. Maar ook bij een glas wijn is de komkommer met een stukje kaas niet te versmaden. Het hele jaar door is de komkommer verkrijgbaar. Wat de komkommer betreft is het nooit komkommertijd.
Pieter Sijtsma, Dokkum