Samen met zijn vrouw en nog zevenentwintig anderen maakte Pieter Sijtsma voor de tweede keer een reis naar Israël. Ook Jordanië werd bezocht. Hier vindt u het derde deel van zijn verslag.
Dag 9, dinsdag 1 november
Vanaf de Olijfberg lopen we richting de oude stad. Ook Jezus moet hier geweest zijn, rijdend op een ezel. Toen Hij de stad zag liggen, weende Hij over de stad omdat Hij wist welk lot haar te wachten stond. En inderdaad, in het jaar zeventig werd Jeruzalem verwoest door Titus.
We lopen een gedeelte van de Via Dolorosa, de weg die volgens overlevering Jezus zou hebben gelopen, dragende zijn kruis naar Golgotha. Maar of dat ook precies deze route is? Jeruzalem is later zeventien keer afgebroken en achttien keer opgebouwd.
Als toerist loop ik naar de Heilige Grafkerk (gebouwd op Golgotha), naar de kerk van het Hanengekraai en de zaal van het Laatste Avondmaal. Op elke bijzondere plek is een kerk gebouwd. Het doet allemaal erg toeristisch aan. Met bussen vol, uit alle delen van de wereld, komen ze om dit te zien.
Dag 10, woensdag 2 november
Vandaag verlaten we Jeruzalem en gaan naar het noorden, richting Tiberias. Onderweg stoppen we eerst bij een doopplaats van Johannes de Doper bij de Jordaan. Het water ziet er niet schoon uit. Vreemd vind ik het dan ook niet dat Naäman zich eerst niet wilde laten onderdompelen. De Jordaan is slechts een meter of zes à zeven breed. Soms laten mensen zich hier dopen of men neemt water mee in een flesje om in de thuisgemeente hiermee iemand te kunnen dopen. Op zich niks mis mee. Anders wordt het als bij de doop vermeld wordt (en dat gebeurt meestal) dat het water uit de Jordaan komt. Dan wordt daar vaak meer de nadruk op gelegd dan op de symboliek van het dopen: het verbondsteken. En dat is jammer.
Vervolgens rijden we door het Gilboa-gebergte naar Bet-Sean. Hier sta je stil bij het feit dat de Filistijnen de Israëlieten versloegen en dat daarbij Saul en zijn drie zonen omkwamen. Diverse opgravingen tonen aan dat deze plek zeer strategisch lag voor de Grieken en de Romeinen.
Na een half uur rijden komen we aan bij het dal van Gideon. Zou Gideon hier gelopen hebben? Liet hij hier tienduizend man drinken uit de beek? Selecteerde hij op deze plek de driehonderd man die het water met de hand naar de mond brachten? Het zou zomaar kunnen.
Ten slotte brengen we een bezoek aan de kibboets Ein Harod. Een compleet dorp met ruim zeshonderd inwoners. Naar ons idee leek het voor het grootste deel op een modern vakantiepark. Naast hightech industrie was het dorp selfsupporting. Er was een boerderij met vierhonderdvijftig koeien, tweeduizend schapen (of waren het geiten) en een bakkerij. Het enige wat er ontbrak was een kerk of synagoge. Het dorp was namelijk areligieus. Het bestuur van het dorp regelde dat een ieder een vast budget kreeg. Of je nu bakker, dierverzorger, juf, landarbeider of arts was, qua budget maakt dat allemaal niets uit. Door dit bezoek heb ik een heel andere kijk gekregen op het leven en werken in een kibboets.
Omdat in Nederland deze dag bekend staat als dankdag voor gewas en arbeid, staan ook wij tijdens de avondsluiting hierbij stil.
Dag 11, donderdag 3 november
Om acht uur ’s ochtends stappen we in een vissersbootje dat ons naar de andere kant van het meer van Galilea moet brengen. Hier heeft ook Jezus met zijn discipelen gevaren. Hier stilde Jezus de storm. Dit is echt. Je wordt er stil van. Daarna gaan we naar Tabgha, de omgeving waar Jezus met vijf broden en twee vissen meer dan vijfduizend man te eten gaf.
Vervolgens reizen we door naar de Golanhoogte. Op deze plek heb je een schitterend uitzicht op Syrië. Slechts veertig kilometer verder ligt een deel van Islamitische Staat (ISIS). Maar op dit moment is het rustig. Na een kort bezoek aan Kapernaüm komen we aan bij de berg der zaligsprekingen. Hoewel ook hier weer een kerk is gebouwd voel ik mij hier pelgrim. Dit is authentiek. Hier heeft Jezus gelopen, gesproken tot de menigte, zieken genezen. Als ik op de grond zit en mijn ogen sluit, zie ik het voor me. Ik zou hier uren kunnen zitten. Al mijmerend en nadenkend over wat hier toen gebeurde.
Als Jezus nu nog hier op aarde rondwandelde? Dit is zo’n bijzondere plek waar je rust vindt.
Ten slotte gaan we nog naar de Joods-orthodoxe stad Tsfat. Een stad op een berg. In de verte zie je hem al liggen. Had Jezus deze stad op het oog toen hij sprak: 'U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.'
Dag 12, vrijdag 4 november
De laatste dag. Vanuit Tiberias vertrekken we naar Tel Aviv. Onderweg brengen we een bezoek aan Nazareth. Toen Jezus daar woonde, was het een dorpje van ongeveer driehonderd mensen. En nu wonen er zeventigduizend. De Aankondigingskerk maakt een imposante indruk.
Op het vliegveld van Tel Aviv nemen we afscheid van de gids en bereiden we ons voor op de vliegreis naar Schiphol. Na zes uur vliegen, inclusief een tussenstop in Wenen, landen we in ons zo vertrouwde Nederland. Alhoewel, ook de plekken die we bezocht hebben, voelden vaak als thuiskomen. We zijn nu niet meer afhankelijk van platen uit de kinderbijbel of televisieopnamen. Nee, we zijn er geweest. Maar al die kerken op die heilige plaatsen? Als men de technische mogelijkheid had om over het meer van Galilea ook een kerk te bouwen, was die er ook gekomen. Dan was het ook op het meer met de rust gedaan. Een paar dagen later is na de maaltijd aan de beurt van lezen psalm 142. Een psalm die David geschreven heeft naar aanleiding van zijn verblijf in Ein Gedi toen hij voor Saul op de vlucht was. Daar zijn wij ook geweest. Er is herkenning bij het lezen uit de Bijbel.
Zo kwam er een eind aan deze reis. Ik heb mogen lopen in de voetsporen van hen die in de tijd van de Bijbel leefden. En dat schept alleen maar verwondering.
Pieter Sijtsma, Dokkum