In het vorige artikel kwam de historische zijde van de leerdienst in beeld. We zagen dat zij vergroeid is met onze gereformeerde traditie. Maar waarom eigenlijk? Is daar een bijbels-theologische motivatie voor te noemen? Die is er.
De oevers van de bijbel vloeien over van het leren. Denk alleen al aan woorden als Thora (levende leer), Meester, discipelen (leerlingen). In Nehemia 8 wordt het verhaal verteld van een unieke leerdienst na de ballingschap. In Handelingen 2 is het leren een van de pilaren van het gemeente-zijn (vers 42). U kunt deze voorbeelden zelf met vele anderen vermeerderen.
Werkmeester
Ik kom tot de vraag: wat is nu de doelstelling van de leerdienst, zoals wij die hebben leren kennen? Voor een antwoord hierop kun je denken aan het gemeente-zijn. Daar kan ik nu niet dieper op ingaan. Ik trek de lijn naar het persoonlijk geloof.
Heel leerzaam is hiervoor de kerkorde van Heidelberg uit 1563. Die is als volgt opgebouwd. Eerst worden bepalingen gegeven voor de (kinder)doop. Daarna is heel de catechismus in de kerkorde opgenomen. Dan volgen bepalingen voor de avondmaalsviering, voorafgegaan door een toelatingsprocedure (ons belijdenis doen).
Deze indeling wordt gedragen door de gedachte van het verbond. De doop is de bezegeling van Gods verbond. Daarin mag het kleine kind delen. De Heere belooft het kind zijn heil. Maar waarom volgt dan de tekst van de catechismus? Dat is de leerweg, die het kind gaat om tot een persoonlijke beantwoording van het verbond te komen, in geloof en bekering. Gods beloften willen geloofd en beleefd worden. Op deze leerweg maakt het kind zich de bijbelse kernen eigen: het geloof (apostolicum), het gebod (de tien geboden), het gebed (het Onze Vader) en de sacramenten (doop en avondmaal). Deze kernen komen in het leerproces van de leerdienst levenslang, in alle seizoenen van het leven steeds weer aan de orde. Leren is het zich persoonlijk toeëigenen van deze kernen. Ermee vergroeien. Dat is het werk van de Heilige Geest, Die ‘wonderbare Werkmeester’.
Indrinken
Het doel van de leerdienst is dus dat de gemeente en de enkeling zich oefent in kennis, dat is in kennis als een persoonlijke relatie met de drie-enige God. De catechismusprediking kan zo leidinggeven aan een gezond, bijbels geloofsleven.
Van belang is te zien dat het in de catechismus niet om hem zelf gaat. Het gaat om het Woord. Catechismusprediking wil bediening van het Woord zijn. De thema’s die in de catechismus aan de orde komen, zijn dan ook bijbelse thema’s, zoals schepping, verzoening, bekering enz. Naast bijbelse tekstprediking is deze bijbelse themaprediking voluit legitiem. Precies dat punt brengt het gezag van de catechismuspreek met zich mee. Als de catechismuspreek bediening van het Woord is, kan het tijdens de preek tot een persoonlijke ontmoeting komen met de Heere, door de Heilige Geest. Zo kan het indrinken en het zich toe-eigenen van het Woord in de leerdienst ons leven geestelijke vernieuwen en voeden. De Heere ontmoeten, leren met Hem om te gaan en met Hem te leven, dat is de catechismuspreek op z’n best. Dan zing je als antwoord op de preek: Hoe wonderbaar is Uw getuigenis. Dies zal mijn ziel dat ook getrouw bewaren (Ps. 119:65 OB).
Geloofskennis
We zullen er dus goed op moeten letten dat het leren en de kennis in de leerdienst op relationele geloofskennis is gericht. Het gaat om het kennen en vertrouwen uit zondag 7. Een afstandelijk, rationeel, onpersoonlijk kennen, staat hier haaks op. Dan kan men onder de catechismuspreek, als liefdesverklaring van Christus onbekeerd blijven. Dan is het bederf van het beste het slechtste.
In dit verband kunnen we veel leren van het leren in het Nieuwe Testament. Het leren van de Heidelbergse Catechismus is daarop geënt. Dit leren is nooit intellektualistisch; het is bevindelijk en gericht op de praktijk van het leven; het brengt een gezagselement met zich mee; het is berekend op en overwint leerweerstanden. Dat existentiële leren om als getroost mens te leven, op het fundament van het heilswerk van Christus, vinden we ook in de catechismus. Een prachtige oefening vinden we in behandeling van de gebeden (zondag 45 e.v.). De catechismus legt het Onze Vader niet alleen uit, maar reikt echte gebeden aan. Mijn vrouw en ik repeteren in vraag en antwoordvorm elke dag de catechismus. De antwoorden in de zondagen over het gebed, bidden we samen. Heel verrijkend. Ik kan het u aanbevelen.
Praktijk
De leerdienst is een geschenk. Toch beleeft lang niet iedereen dit zo. Bij een onderzoek hiernaar werd me duidelijk dat er heel wat verlegenheden zijn als het gaat om het functioneren van de leerdienst. Ik kan daar nu niet dieper op ingaan. Maar het gaat dan niet alleen maar om het taalgebruik. Het raakt ook de vraag welke thema’s komen er aan de orde en hoe gebeurt dat? Waar zijn we als gelovigen vandaag mee geholpen? Zodat je zegt: hier heb ik wat aan voor mijn geloofsleven van elke dag.
Van groot belang is dat er een helpende vertaalslag wordt gemaakt van 1563 naar 2018. In dit verband wijs ik op de publicatie van een recent handboek voor de catechismuspreek: Goed gelovig. Een thematische uitleg van de Heidelbergse Catechismus voor verkondiging en onderwijs. (red. M.C. Batenburg e.a.), uitgegeven door het Boekencentrum 2015. Daarin vindt men een schat aan mogelijkheden en ideeën voor de praktijk van de catechismusprediking.
Wat betreft de praktische mogelijkheden om de leerdienst in onze tijd handen en voeten te geven: deze zijn er legio. In Hulde aan de Heidelberger (Heerenveen 2005) vindt men er verschillende. Ik eindig met een mogelijkheid die ik zelf gebruik. Met behulp van De catechismus voor kinderen (Heerenveen 2011) laat ik de kinderen na de preek in de leerdienst de antwoorden uit deze kindercatechismus gezamenlijk opzeggen. Een dialogisch gebeuren. Een beamer met de tekst ervan komt dan goed van pas. Wanneer dit een beetje lukt, is het een feest om dit te doen. Ik maak ook mee dat dan de hele gemeente de kinderen bijvalt en meedoet. Zo ben ik dan terug bij de kinderen, met wie het allemaal begonnen is in Heidelberg. Leve de leerdienst!
W. Verboom, Harderwijk
Prof. dr. W. Verboom is emeritushoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Universiteit Leiden. Hij heeft tijdens de vormingscursus van de Christelijke Gereformeerde Kerken lessen verzorgd over de leerdienst. Dit was het tweede en laatste artikel naar aanleiding van deze lessen.