Misschien moet je zeggen: de doornstruik óf de distel. De distel komt namelijk in de NBV niet voor. De distel die de HSV bijvoorbeeld in Jesaja en in Ezechiël noemt, heet in de NBV ook gewoon doornstruik.
De bekendste doornstruik in de Bijbel is natuurlijk die van waaruit God Mozes roept, de brandende doornstruik bij de berg Horeb. De reden dat God een doornstruik gebruikt en geen machtige boom of zoiets, zou kunnen zijn dat een doornstruik normaal gesproken in een ogenblik opgebrand is. Dat dat nu niet gebeurt, maakt het verschijnsel des te opvallender.
Verder komt de doornstruik er niet zo best van af. Hij wordt vaak vergeleken met andere bomen, die veel groter en sterker zijn. Zo wordt in de parabel van Abimelech, de zoon van Gideon, pas aan de doornstruik gevraagd: ‘Wilt u koning over ons zijn?’ als alle anderen dat geweigerd hebben.
In Jesaja wordt geprofeteerd dat doornstruiken plaats zullen maken voor cipressen als de goddeloze terugkeert naar de Heer, en in Micha 7,4, in een profetie tegen de ontrouwe inwoners van de stad: ‘De deugdzaamste van hen is als een doornstruik…..’
Doornhagen werden ook gebruikt om indringers te weren, bijvoorbeeld rond een wijngaard of een schaapskooi. Ook in Nederland vind je zulke doornhagen nog terug in het landschap, vooral langs weggetjes waarlangs vroeger het vee en de schapen van en naar de stal gingen. En wil je je tuin beschermen tegen allerlei loslopende dieren, dan kun je zelf ook zo’n stekelheg planten. Dat is bovendien een toevluchtsoord voor allerlei tuinvogels, waar ze veilig zijn voor katten. Dat is dan toch weer een mooie kant van deze struik!
Janneke van der Molen, Bierum