Het komt zomaar voor, in gesprekken in de kerk, dat de vraag gesteld wordt of we als christenen vandaag (nog) wel kunnen zeggen dat Jezus de enige Redder en Verlosser is. Concreet: kun je met Handelingen 4, 12 nog wel zeggen dat er onder de hemel geen andere naam tot redding en behoud gegeven is dan de naam van Jezus? Kun je als christen blijven zeggen dat je toch echt bij Jezus moet zijn …?
De vraag die uit de woorden hierboven opkomt, hangt direct samen met een manier van denken die diep in onze postmoderne samenleving is doorgedrongen. Er is vandaag grote moeite met het zomaar aannemen van een grote overkoepelende waarheid. Er bestaan – zo wordt gezegd – naast elkaar een heleboel verschillende waarheden die elk een eigen authentiek ‘verhaal’ vertellen.
Bergtop
En daar horen ook – en zeker – de wereldgodsdiensten bij. Elke godsdienst wijst een eigen pad, dat naar een heel wezenlijke eigen unieke ‘bergtop’ leidt. Het gaat niet, zoals het vroeger wel werd voorgesteld, om verschillende paden die allemaal uiteindelijk naar dezelfde bergtop voeren. Nee, het gaat om allemaal verschillende paden die naar allemaal verschillende, eigen bergtoppen voeren. Daarbij is het christelijk geloof – tussen al die godsdiensten – één van de opties. Je kunt kiezen voor Boeddha, maar je kunt ook kiezen voor Jezus. Het is aan de mens om zelf te kiezen, waarbij het enige criterium dat doorslaggevend is de eigen menselijke authentieke ervaring is. Je een keuze aan laten praten door mensen, of door een ‘heilig boek’ is er niet (meer) bij. Je kiest zelf, en daarin ben vrij, op grond van je eigen motieven.
Reageren
Ik weet dat ik in deze korte aanduidingen een beeld neerzet dat niet compleet is, en waarover meer te zeggen zou zijn. Toch geeft het wel hoofdlijnen aan van de denkwereld waarin wij leven, en waarin ook de kerk staat. Wat moet zij zeggen? Hoe moet de kerk, hoe moeten wij reageren als de vraag gesteld wordt of, en zo ja, waarom het christelijk geloof voor ons toch het enig ware geloof is?
Graag wijs ik, als deze vraag gesteld wordt, op iets wat ik leerde van wijlen professor J.P. Versteeg. Hij bespreekt in een van zijn artikelen de zendingsopdracht die Jezus na zijn opstanding aan de zijnen heeft gegeven. Versteeg maakt er attent op dat Jezus de zijnen er niet op uit stuurt om de christelijke leer te verspreiden. Jezus stuurt Zijn leerlingen erop uit om anderen (alle volken) tot Zijn discipelen te maken. Dat is een belangrijk gegeven. Het gaat er bij het christendom niet om dat mensen een bepaald geloof, een bepaalde leer, of een bepaalde overtuiging aan zullen (gaan) hangen. In de verkondiging van het evangelie gaat het niet om iets maar om Iemand. Het gaat in het evangelie om een relatie tot Jezus. Jezus bindt mensen niet aan een leer of aan een systeem, maar aan Zichzelf.
Sleutel
In wat ik leerde van Versteeg zit voor mij nog altijd een heel belangrijke sleutel als het gaat om de vraag van dit artikel. Voor de duidelijkheid: ik ontken niet dat er in alle wereldgodsdiensten dingen zijn die tot nadenken stemmen! Alleen, het grote verschil is dat in al die godsdiensten op de een of andere manier een weg gewezen wordt die de aanhanger van die godsdienst moet bewandelen. Terwijl Jezus voor de zijnen de weg die gegaan moest worden, gegaan is. In de afgelopen jaren heb ik op verschillende zendingsgebieden waar onze kerken actief geweest zijn en waar ze dat nog zijn, rond mogen kijken. Daar zag ik heel wat van de verschillende wereldgodsdiensten: het boeddhisme in Thailand, de islam in Indonesië, traditionele godsdiensten in Afrika. Als we daar rondliepen, hebben we vaak tegen elkaar gezegd: wat is het geweldig, dat wij mogen geloven in een Heiland die – voor ons – alles al volbracht heeft. Wat geweldig dat wij niet zelf dit en dat hoeven te doen om dichter naar God toe te komen, of ...! Jezus heeft alles wat er gedaan moest worden al gedaan. En wij mogen ons in het geloof aan Hem toevertrouwen. Hij roept de zijnen bij Zich. Om – in Zijn nabijheid – van Zijn volbrachte werk te leven, als nieuwe mensen die Hem mogen volgen en navolgen. Geleid en geholpen door Gods Geest. In een leven waarin ze dat zichtbaar mogen maken, ook naar anderen toe ...!
Totaal anders
Kijk, daarom spreek ik toch, en blijf ik spreken over het unieke van mijn Heiland, de Here Jezus Christus. Dat is – dat moet duidelijk zijn – wat anders dan dat ik spreek over het unieke van het christendom. Van het christendom is – door de eeuwen heen – niet altijd een goed getuigenis uitgegaan. Er staan zwarte bladzijden in het geschiedenisboek van de kerk, waarvoor we ons alleen maar kunnen schamen. Ik spreek echter graag over het unieke van mijn Heiland, die geen systeem leert, die geen overtuiging opdringt, maar die mensen tot Zich roept. Om hen te laten delen in de redding die Hij tot stand bracht in Zijn dood en opstanding! Daarom: ja, toch Jezus. En Jezus alleen!
J. van ’t Spijker, Hoogeveen