Eens een dief, altijd een dief. Weggelopen slaaf, dief van andermans spullen. Zijn naam? Onesimus. Dat was in het jaar zestig van onze jaartelling. Maar ook tegenwoordig hoef je de krant maar op te slaan of je komt het tegen. Oppakken en voor het gerecht ermee horen we dan vaak. En we vinden de strafmaat op de overtreding ook nog aan de lage kant. Volgens mij doen we daar allemaal wel eens aan mee.
Maar wacht even, dit stukje moet gaan over Onesimus, dus hoe verging het hem? Ook al was het in het jaar zestig, door een brief van een vriend weten we hoe het met hem verder is gegaan.
Hij ontsnapte aan zijn baas Filemon en kwam in Rome terecht. Daar kwam hij in aanraking met een vriend van Filemon, Paulus. Hij had zijn vrijheid genomen, deze Paulus had zijn vrijheid opgegeven. Via die Paulus leerde Onesimus Jezus kennen.
Dan zien we hoe het kan gaan wanneer Jezus in je leven komt. Was Paulus eerst een bestrijder van Jezus, nu is hij een navolger.
Hij pleit voor de weggelopen maar nu berouwvolle slaaf, zoals Jezus voor ons als slaven van de zonde onze pleitbezorger is bij de Vader.
Zoals Paulus aanbood om de geleden schade te vergoeden aan Filemon, zo heeft Christus voor onze schulden betaald door Zijn kruisdood. Paulus stuurt Onesimus weer terug naar Filemon. Zo moeten ook wij weer terugkeren naar onze Vader in de Hemel en Hem dienen met een blij hart en een veranderd leven.
Filemon kreeg zo zijn slaaf weer terug, maar bovenal een broeder in de Heer. Wat zien we in deze brief een liefdevolle en betrokken Paulus. Waar je in sommige brieven van Paulus denkt aan een geleerde soms wat afstandelijke en theoretische professor, zie je hier een bewogen mens vanuit zijn hart reageren. Hoe leer je dat?
Ik moest denken aan een reuzenrad. We zitten allemaal in een gondel en draaien ons levensrondje. Maar we zijn ook allemaal verbonden aan de as in het centrum van het rad. Via de spaken in het rad is elke gondel verbonden met dat centrum, maar via dat centrum kunnen we ook weer langs andere spaken bij een andere gondel uitkomen.
Stelt u zich dat eens voor. Weet u wat u dan figuurlijk ziet?
Het is de weg van het gebed. Laten we in onze reuzenradgondel niet alleen de mooie omgeving bekijken, maar ook oog hebben voor de andere gondels.
En dat doen via het Jezuscentrum.
Art van der Molen, Bierum