Het kerkelijk jaar is niet ineens door iemand uitgevonden. Het is het resultaat van een langdurig proces. Dat proces heeft eeuwen in beslag genomen en is ook op verschillende plaatsen voltrokken. Veel bijzonderheden zijn tot dusver onbekend gebleven. Wat vanuit de schaarse schriftelijke bronnen wel bekend is geworden, geeft intussen wel heel wat aanwijzingen om de grote lijnen te ontwaren.

 

Aan het begin staat het gegeven van de beide bijbelse en dus ook joodse feesten, Pasen en Pinksteren. Het feestjaar van Israël is dus van groot belang. Dat geldt temeer, wanneer we ontdekken dat Jezus zelf volop deelnam aan de feesten, met name in Jeruzalem. Vervolgens blijkt uit het boek Handelingen dat de apostelen en de eerste christenen dat ook hebben gedaan.

 

Centrale plaats

Hoe die ontwikkelingen in de eerste eeuw zijn verlopen, is verder niet uit de schriftelijke bronnen aan te tonen. Pas in de tweede eeuw krijgen we enkele fragmenten te lezen. In Klein-Azië wordt in de Brieven van de Apostelen (150) iets over Pasen gezegd. Uitvoeriger is de paaspreek van Melito van Sardes.

Andere bronnen zijn mogelijk verdwenen. Duidelijk is wel dat het Pasen een centrale plaats heeft ingenomen in de ontwikkeling van het kerkelijk jaar. Pas in de vierde eeuw is er sprake van het geboortefeest van Jezus, het Kerstfeest.

Het Paasfeest is niet zoiets als een zwerfkei. Het wordt voorafgegaan door een tijd van voorbereiding en gevolgd door een periode van nabetrachting en vreugde. Deze laatste periode, die van nabetrachting en vreugde, is bijbels al vastgelegd in de vijftig dagen na Pasen, wanneer het Wekenfeest wordt gevierd. (Het Wekenfeest wordt later Pinksterfeest genoemd. Dit woord is afkomstig van «cursief» pentakosta «einde cursief», dat vijftigste betekent). De tijd van voorbereiding is wat gecompliceerder. Kenmerkend is op den duur het vasten.

 

Vasten

In de Bijbel is het voorschrift om op de Verzoendag te vasten. In de loop der tijden zijn er ook ‘vastendagen’ ontstaan, die niet verplicht waren, maar door vrome joden vrijwillig werden gehouden. In de dagen van Jezus waren dat de maandag en de donderdag. In de christelijke gemeenten waren het vooral de joodse christenen die dat gebruik overnamen. Het is denkbaar dat men op de dag voor Pasen ging vasten, zeker  toen er geen strikte scheiding tussen de dood en de opstanding van Jezus werd gemaakt. Men sprak ook wel van Kruispasen.

Daar kon zomaar een tweede vastendag bijkomen, of zelfs een hele week, maar dat verschilde van kerk en ook van plaats.

Wat was de bedoeling van dat vasten? Zoals gezegd, het is een handeling van voorbereiding, naar vorm en inhoud een zaak van inkeer en bekering, boetedoening en berouw, van zondebesef en gebed (om vergeving). Heel concreet werd dat in de voorbereiding van de doopkandidaten op de Paasnacht. Dan worden ze immers gedoopt, met Christus begraven in de dood, en met Hem opgewekt in een nieuw leven.

Uiteindelijk ontwikkelde die voorbereiding zich tot een periode van veertig dagen, te beginnen bij de Aswoensdag. Die hele periode wordt ook wel het Grote Vasten genoemd. Die veertig dagen doen denken aan de tijd die Jezus in de woestijn verbleef. Maar datzelfde weten we ook van Mozes en Elia, en we kennen de veertig jaren van Israëls doortocht in de woestijn.

Tellend vanaf de Aswoensdag komen we nog niet bij Pasen uit. Klopt het wel? Toch wel, want de zondagen tellen voor het vasten niet mee.

Iedere zondag is immers een viering van Christus' opstanding, en dan kan er niet gevast worden.

 

Datum

Wat de paasdatum en het paastridium – dat wil zeggen: de driedaagse van Pasen – betreft: waarom wordt Pasen op verschillende data gevierd? Een belangrijke reden is, dat de christelijke gemeente eraan vasthield, dat het op een zondag zou worden gevierd, de dag van de Heer. In de eerste eeuwen is er trouwens een heftige discussie geweest over die datum. De joodse viering is altijd op de vijftiende nissan. Dat valt soms op de sabbat, maar meestal op een andere dag van de week. Zoals wij dat met het Kerstfeest meemaken: altijd op 25 december.

Bij de Paasviering hoort ook een aantal andere dagen: gedenkdagen die vallen in de week voor Pasen. We kennen allen de Goede Vrijdag, als de dag van het sterven van Jezus. De dag ervoor is de Witte Donderdag, de dag waarop de Heiland het Paasmaal vierde en maakte tot een instelling van de Maaltijd des Heren.

De Stille Zaterdag is bepaald door de graflegging van Jezus. Dat wordt op diezelfde avond en nacht, dus in de Paasnacht gevierd, met lezingen uit het Oude Testament, die getuigen van de bevrijdende daden van de God van Israël. Dan worden de catechumenen gedoopt, en dat heeft in de relatie met de gekruisigde en opgestane Heer een rijke betekenis.

 

D.J.K.G. Ruiter, Arum


Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...