Tempelman groeide op binnen wat hij noemt ‘de laatste zuil van Nederland’, de gereformeerd vrijgemaakte kerk. Onderwijs, camping, krant, alles had het label vrijgemaakt. En het was voor de hand liggend dat hij in Kampen (vrijgemaakt) theologie zou gaan studeren.
Hij koos echter voor Amsterdam. Een vrouw uit zijn gemeente zei toen: ‘Als je naar Amsterdam gaat, zul je je geloof verliezen.’ En inderdaad Gerko ging van absolute zekerheden naar absolute twijfel.
Ongeneeslijk religieus
Toch betitelt hij zichzelf niet als iemand die niet gelooft. De wereld van God en geloof kan hij niet loslaten. Zijn vroegere geloofsopvattingen is hij kwijt. Hij karakteriseert dat met de kindertijd die voorbij is en het volwassen worden. Terug gaan kan niet meer. Het schrijven van het boek met de titel Ongeneeslijk religieus geeft aan dat het hem zeker nog bezighoudt. Dat geldt ook voor de bekendste God-ontkenner Richard Dawkins, zo meent de schrijver: ‘Richard Dawkins gelooft echt! niet! in God. Hij gelooft zo erg niet in God, dat hij er een boek aan wijdt.’
Gapend gat
Is er een onoverbrugbare kloof tussen het christelijk geloof en de wereld van vandaag? Tempelman gelooft niet meer in een schepping van zes dagen. En Jona past wat hem betreft niet meer in de vis. Hij kwam terecht op het beruchte ‘hellende vlak’ en rolde het traditionele christendom uit. Loopt er nu nog een lijn van Gerko naar het christelijk geloof?
Denken dat je iets gelooft
Hij vertelt ter illustratie het verhaal van een vriend die een lot koopt. ‘Wie koopt er nou loten?’, zo vraagt hij zich hardop af. Zijn vriend stelt hem de vraag wat daar zo verkeerd aan is. Geloofde hij echt dat een loterij verkeerd was of dacht hij dat hij dat geloofde. Op een ander vlak: geloof je dat Mozes de eerste vijf boeken van de Bijbel heeft geschreven of denk je dat je dat gelooft? Tempelman: ‘Mensen zeggen iets echt te geloven, terwijl eigenlijk geldt dat ze er niet over hebben nagedacht.’ Als je met de paplepel iets tot je hebt genomen dan groei je op met een overtuiging. Dan ga je ervan uit. Je denkt iets te geloven! Er is ook een andere weg om tot een overtuiging te komen. Je begint met erover na te denken en je eindigt bij een overtuiging. En dán geloof je iets. Voordat Gerko naar Amsterdam ging dacht hij iets te geloven. Vanaf zijn studie in Amsterdam kwam hij tot andere overtuigingen doordat hij nagedacht had. Het bijzondere is echter dat zijn omgeving (in beide gevallen) leidde tot zijn overtuiging! De vraag is of hij dan nu – na Amsterdam - opnieuw dénkt te geloven. Hij zit nu in een andere omgeving en hij gelooft - opnieuw - wat zijn omgeving gelooft. Een omgeving waarin God niet gewoon is. Een omgeving waar je niet zomaar kunt zeggen dat iets waar of onwaar is; iedereen heeft tenslotte zijn of haar eigen waarheid. De schrijver bekent dan ook dat hij geloviger is dan hij denkt.
De praktijk
Gerko schetst zijn eigen situatie: ik ben niet traditioneel gelovig (vanaf Amsterdam) maar in de praktijk blijkt: ‘Ik ben wel degelijk gelovig’ (op een andere manier). De filosoof Slavoj Zizek (op wie Tempelman zich veel beroept) stelt dat mensen tegenwoordig meer dan ooit blind zijn voor hun overtuigingen. En dat komt omdat we leven in een tijd die zichzelf ziet als zonder overtuigingen. Wie zou zich als gemiddelde Nederlander een aanhanger van de vrije-marktideologie willen noemen. De meesten zeggen: nee, daar geloof ik niet in. Maar ondertussen blijkt in de praktijk dat we onze levens inrichten naar de regels van het kapitalisme. Ons échte geloof blijkt uit de praktijk!
De filosofen lezen het evangelie
Tempelman adviseert zijn lezers zijn boek niet te lezen met de instelling ‘klopt dit’ maar met de tekst ‘wat als je het eens zo bekijkt?’ Dit advies geldt vooral aan het eind van het boek wanneer hij probeert met behulp van een aantal filosofen een brug te slaan tussen de wereld van vandaag (zogenaamd zonder overtuigingen) en het christendom. De schrijver is halverwege het boek op zoek gegaan naar de reden van het lijden (God en het lijden zijn vaak reden om niet meer in God te geloven). In het boek Job vindt hij die reden niet. Immers God zegt wel tegen Job wat Hij kán maar een verkláring voor zijn lijden geeft Hij hem niet. Zou het zo kunnen zijn dat er géén reden voor het lijden is en dat Hij daarom ook geen reden geeft? Dat God ook het antwoord schuldig is? Het leven is dan leger en nietszeggender dan ooit (nihilistisch). De filosofen van de radicale theologie lezen vanuit de leegte van vandaag het christelijke verhaal opnieuw: God die geen antwoord geeft op het waarom van het lijden. Een antwoord dat wordt bevestigd in het kruisverhaal van Jezus. Jezus’ waaromvraag blijft ook onbeantwoord! Als het voorhangsel scheurt dan is dat in de ogen van deze filosofen niet het einde van de joodse godsdienst of zo maar dan blijkt het achter het voorhangsel vooral leeg te zijn… God ontmaskert zichzelf: als mens, stervend.
Wat houd je over?
Komt het woord opstanding ook voor bij deze denkers. Ja. Maar wel anders dan we gewend zijn. Men komt dan uit bij grondwoorden als gastvrijheid, rechtvaardigheid en liefde. En dat zijn verrassend Bijbelse thema’s. Het zijn woorden waarnaar we streven zonder ooit het ideaal te bereiken. Als die woorden nu eens helemaal wáár werden in onze wereld; daar ligt hoop in opgesloten! Hoop op het onmogelijke. En precies dat is wat dan religieus wordt genoemd. Hoop op de toekomst. En – ‘misschien zelfs’, zo schrijft Tempelman – hoop op God. Een God die niet hoeft te bestaan om ons wel in beweging te zetten. Pel je God helemaal af: je houdt niets over. En tegelijk is Hij alles: roept Hij, daagt Hij uit, zet Hij in beweging.
Wat kies je?
Tempelman is uiteindelijk minder geïnteresseerd in je positie. Ben je nu een orthodoxe gelovige of geloof je nu op een andere manier. De keus is niet die tussen twee redelijke opties. De keus ligt ergens anders. Wil je het avontuur aangaan of niet? Sta je open voor verandering of niet? Blijven zoals je bent of sta je ervoor open iemand anders te worden? Dat lezend moest ik onwillekeurig denken aan de vader van de gelovigen; van Abram naar Abraham. Dit boek geeft genoeg stof tot nadenken. Aanbevolen voor mensen die geestelijk tegen een stootje kunnen. Een boek over een mens in gevecht met God en die ons in dat gevecht met heldere en aansprekende taal betrekt.
N. Vennik, Zwolle
Naar aanleiding van Gerko Tempelman Ongeneeslijk religieus. Hoe God verdween uit mijn leven en waarom steeds meer filosofen zeggen dat-ie terug is, KokBoekencentrum: Utrecht, 2018, € 17,99, ISBN 9789043529921, 208 pagina’s.