In de eerste week van de generale synode, van 12 - 15 november, zijn veel onderwerpen behandeld. Vorige week hebt u onder andere kunnen lezen over de bespreking van het rapport van deputaten kerk en Israël, over hoe vragen rondom eenheid gereformeerde belijders moeten worden behandeld, en over het pastoraat onder varenden.
Ook hebben we gesproken over de tweede kerkdienst. Er zijn nu acht gemeenten waar alleen ‘s ochtends een eredienst wordt gehouden. In classicaal verband is hier veel met betrokken gemeenten over gesproken. De betrokken kerkenraden hebben geconstateerd dat het bezoek aan de tweede dienst dermate is teruggelopen dat tweede dienst niet meer wordt gehouden. De synode vindt als uitgangspunt dat er vastgehouden moet worden aan twee diensten per zondag. Besloten wordt dat de classis zich in geval dat een kerkenraad besluit geen tweede eredienst meer te beleggen, nagaat of de kerkenraad al het nodige heeft gedaan om het belang van de tweede eredienst binnen de gemeente duidelijk te maken.
Afvaardiging
Woensdag hebben we gesproken over het afvaardigen van NGK- of GKV-ambtsdragers naar classicale vergaderingen vanuit samenwerkingsgemeenten. Het in 2016 genomen besluit dat deze broeders wel mogen worden afgevaardigd, mogen meespreken, maar niet mogen meestemmen heeft binnen samenwerkingsgemeenten voor veel verdriet gezorgd. Door meerdere gemeenten is om herziening van dit besluit gevraagd. Voor deze bespreking hebben we ruim de tijd genomen. Het doet pijn dat wat je plaatselijk met elkaar deelt, in classicaal verband niet mag worden gepraktiseerd. In de bespreking werd dit verdriet duidelijk onder woorden gebracht. Onze adviseur prof. dr. H.J. Selderhuis bracht de vergadering onder de aandacht dat het hier gaat om de afvaardiging en dat de plaatselijke gemeente hierover gaat. Helaas heeft de synode in meerderheid besloten het eerder genomen besluit te handhaven.
Onze predikanten worden opgeleid aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn (TUA). Zoals u weet is door de vorige synode besloten te stoppen met de gesprekken met GKv en NGK gericht op de vorming van een gezamenlijke gereformeerde theologische universiteit (GTU). Onze TUA staat nu voor een enorme uitdaging om als kleine universiteit haar plaats te vinden tussen andere opleidingen, interessant te zijn voor buitenlandse studenten en te voldoen aan de criteria die de overheid aan een universiteit stelt. We wensen de TUA in deze zoektocht veel zegen.
Dans en drama
Kornhorn en Hoogeveen hebben verzocht om het in 2016 genomen besluit om dans en drama in kerkdiensten te verbieden te herzien. Beide voeren aan dat dit besluit haaks staat op de brochure Stijlvol samenkomen waarin we als kerken kaders krijgen aangereikt hoe we op een passende manier gebruik kunnen maken van moderne mogelijkheden om de uitleg van Gods Woord te ondersteunen. De synode constateert dat beide gemeenten daarmee een punt hebben en besluit het eerder genomen besluit te nuanceren en in plaats van dans en drama af te wijzen dit te ontraden. Hiermee meent de synode recht te doen aan het besluit uit 2016 en de brochure Stijlvol samenkomen.
Donderdag 14 november zijn we begonnen met een boeiende presentatie van het Diaconaal bureau. We hebben een inkijkje gekregen van wat er aan hulp met het geld wat wij als kerken bijeenbrengen in buiten- en binnenland gedaan wordt. Vanuit de vergadering waren er waarderende woorden voor het werk van het Diaconaal bureau en deputaten diaconaat. Zo is er goed overleg tussen diaconaat en evangelisatie, en daar zijn we blij mee. In de praktijk is de grens tussen beide dun, vaak opent het diaconaat de mogelijkheid voor missionaire activiteiten. Andersom geldt dit ook. Natuurlijk waren er ook toekomstgerichte vragen en vragen over onze rol als kerken bij het thema duurzaamheid en rentmeesterschap.
Emeritaat
In onze kerken geven we inhoud aan de Bijbelse opdracht onze voorgangers hoog te achten en ervoor te zorgen dat ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat geldt ook predikanten die met emeritaat zijn en hun weduwen. Voor dit doel wordt regelmatig gecollecteerd. Met het deputaatschap wat toeziet op deze opdracht hebben we de huidige regelingen doorgesproken. In 2013 is aansluiting gezocht bij een pensioenfonds waardoor predikanten van af die tijd zelf hun (rest) pensioen opbouwen. Predikanten die al voor 2013 actief waren binnen onze kerken, ontvangen na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd deels een uitkering uit de emeritikas en een deel via het pensioenfonds. Veranderende regelgeving bijvoorbeeld over arbeidsongeschiktheid stelt ons voor de vraag of we uit willen gaan van de algemene regel 'gangbare arbeid'. Omdat predikanten geen gewone baan hebben maar in het ambt staan, zijn we binnen onze kerken steeds uitgegaan van het begrip 'passende arbeid'. Nieuw is hoe om te gaan met deeltijdpensioen. Onze predikanten wordt dezelfde mogelijkheid geboden als werknemers, eerder met pensioengaan is mogelijk, echter tegen een lagere pensioenuitkering.
W. Hijmissen, Lelystad