Kerst is verbonden met vreugde. De Bijbel legt zelf die verbinding. In Lucas 1 lezen wij dat reeds. De lofzangen van Maria en Zacharias stromen als het ware over van blijdschap. Hun lofzangen zijn profetieën. Ze grijpen terug op wat God al in het Oude Testament had beloofd en gedaan.
Vervulling van de profetie eindigt in de vreugde! In de eeuwige blijdschap van het koninkrijk van God en van Christus. De vervulling van al de woorden van God is de inhoud en de grond van de hoop van de christen.
Grote blijdschap
In de verkondiging van het kerstevangelie aan de herders in de kerstnacht valt op hoe de engel die boodschap verwoordt. In Lucas 2, 10 staat dat de engel aan de herders grote blijdschap verkondigt. Letterlijk staat er: ik evangeliseer u grote blijdschap. Overal waar het evangelie wordt gebracht, komt deze blijdschap mee. Zelfs grote blijdschap. Dat blijft gelden tot de laatste dag van de wereld en de mensheid.
Maar wat is dan het kenmerkende van deze blijdschap? Wat is de inhoud van deze vreugde? Het gaat niet om een soort feestje dat wij van tijd tot tijd organiseren. Wij kunnen op meerdere manieren blij zijn. En als God ons reden tot vreugde geeft in de loop van de jaren en in de gang van de dingen, dan zullen wij de Heere God daarvoor danken. Ontvangen vreugde keert terug in de dankzegging tot God.
De vreugde van Kerst heeft alles te maken met de geboorte van het Kind van Maria. Die geboorte is oorzaak en inhoud van de vreugde. In de komst van de Zoon van God in ons bestaan komen alle lijnen van de profetie samen. Al die profetieën verdwijnen als het ware in het Kind van Bethlehem. Alle heilsprofetieën wezen naar Hem. En als Jezus Christus gekomen is dan ontvouwen zich al die profetieën vanuit Hem op een stralende wijze naar ons toe en naar de toekomst toe.
Vervulde tijd
Opvallend is dat de Bijbel de geboorte van Christus in Bethlehem noemt een gebeuren in de volheid van de tijd. De tijd is vervuld. Met die woorden begint ook Jezus Zelf Zijn prediking. Prachtig staat dat in Marcus 1,15: 'De tijd is vervuld en het koninkrijk Gods is nabij gekomen.' Maar dan onmiddellijk de oproep in alle ernst: 'Bekeert u en gelooft het Evangelie.' Vervulde tijd: groter heilsgebeurtenis dan de geboorte van Christus en de prediking van het koninkrijk van God zal in deze wereldtijd niet meer plaatsvinden. Al het machtige en imponerende, al het knappe en spectaculaire van deze wereld, alle wetenschap zal nimmer het heilsgebeuren in de volheid van de tijd kunnen overtreffen. Tot dat inzicht moeten wij bekeerd worden! Het is een zaak van geloof.
Sedert de komst van Jezus Christus in ons vlees is alles in de wereld en de geschiedenis beslissend anders geworden. Boven alle politieke ontwikkelingen en veranderingen uit is er een koningschap dat vaststaat en betrouwbaar is. Jezus Christus is geboren in de stad van David. De geboorte van Christus wordt in het kerstevangelie koninklijk verbonden met de stad van David. Gabriël zegt tegen Maria in Lucas 1 dat de Heere God aan haar Zoon de troon van Zijn vader David zal geven en dat Hij als koning over het huis van Jacob zal heersen tot in eeuwigheid. Zijn koningschap zal geen einde nemen. Vervulling van de profetie uit Jesaja 9!
En de engel in de kerstnacht verwijst de herders ook naar de stad van David. Christus, de Here en de stad en troon van David horen bij elkaar. Maar dit koningschap is van een bijzondere aard. Het is het koningschap van de «cursief» Redder «einde cursief»: van de Zaligmaker. En redden houdt allereerst in: zaligmaken van de zonden. En vervolgens alle weldaden die voortvloeien en meekomen onder dit koningschap. Vreugde, nieuw leven, heiliging, strijd tegen alle zonden en ongerechtigheden. Dagelijkse strijd, die niet gewonnen kan worden zonder een levend contact met de Koning Zelf: de gemeenschap met Christus. In die gemeenschap wordt de liefde van God ervaren naar de mate van het geloof en de werking van de Heilige Geest met het Woord in onze harten.
Verantwoordelijkheid
In de verkondiging van het evangelie staan dus Gods grote reddingsdaden centraal. Zij komen voort uit de liefde en het welbehagen van God. De allergrootste liefdedaad van God wordt ons verkondigd als geldend voor mij. Dat zet ons onder verantwoordelijkheid. Het licht van het evangelie onthult onze verlorenheid voor God. Kennis van het heil van God gaat altijd samen met verootmoediging en berouw over de zonden. Die zijn in dit leven nooit een gepasseerd station. Maar in dat alles is een vreugde, die alles overstijgt. De vreugde van de genade, de blijdschap in God en om Gods grote daden. En deze vreugde blijft nieuw. Maar wij moeten er wel wat voor doen om deel te krijgen en te houden aan deze blijdschap. Een niet ophoudende omgang met de God van het Woord en het Woord van God. Al Gods beloften zijn nog steeds ten volle van kracht. Die beloften verrijken en verinnigen ons gebedsleven. En om ons daarbij te helpen en te dienen wordt opnieuw het kerstevangelie verkondigd: vol van grote blijdschap.
J. Jonkman, Zeewolde