De grote blijdschap die de engelen aan de herders in Efratha’s velden verkondigen, heeft als inhoud: de geboorte van de Zaligmaker; Hij is Christus, de Here.
Ziet u dat die hemelse boodschapper hier niet de naam Jezus gebruikt? Ja, zowel Jozef als Maria krijgen de opdracht om het Kind dat geboren zal worden Jezus te noemen, maar als Hij geboren is, wordt Hij door de hemel aangeduid als de Zaligmaker, Christus, de Here.
Waarom daar de vinger bijgelegd? Het gaat toch om Eén en dezelfde? We bedoelen toch de Heiland der wereld? Jazeker, laat daar geen misverstand over zijn. Hij werd geboren, Hij werd mens om de Zaligmaker te kunnen zijn. Maar aan zijn Zaligmaker-zijn zit meer vast dan alleen zijn geboorte in Bethlehem.
Hèt feest?
Het lijkt erop in onze dagen dat het feest waarop we zijn geboorte herdenken hèt feest geworden is, terwijl in de kerk altijd Pasen hèt feest was.
Hoe is dat zó gekomen?
Toen het Evangelie het heidense West-Europa veroverde, werd de kerk en werden de zendelingen geconfronteerd met het heidense midwinterfeest – het feest van Sol Invictus, de onoverwinnelijke zon; de kortste dag was geweest en de zon zou het toch weer winnen. Psychologisch gezien was het een handige zet om de heidenen niet hun feest af te nemen – dat was te veel gevraagd -, maar om dat feest te kerstenen – een christelijke inhoud te geven. Zo zijn we aan het kerstfeest gekomen.
Zelf spreek ik veel liever van het Christusfeest om daarmee aan te geven dat we eind december iets anders vieren dan een gezelligheidsfeest.
Laten we de naam kerstfeest maar over aan het moderne heidendom; aan het feest van eten en drinken, van (verplichte) gezelligheid, van uitbundige verlichting en cadeaus. Er wordt wat uit de kast gehaald om aan het einde van december feest te vieren.
In de kerk vieren we het Christusfeest: het feest van de geboorte van de Heiland, die kwam om de Zaligmaker te zijn.
Het begin
Daarmee zeggen we niet dat zijn geboorte niets betekent; integendeel. God heeft zijn Zoon gegeven tot verzoening van onze zonden, tot redding van de wereld en tot de komst van zijn Koninkrijk. God heeft van boven ingegrepen en in zijn Zoon is Hij het menselijk bestaan ingegaan.
Wie dat geen wonder vindt, doet aan het feit van Christus’ geboorte wel heel erg te kort.
Maar zijn geboorte is het begin. Niets meer dan dat; er moet nog zoveel volgen: zijn kruis, zijn opstanding, zijn hemelvaart. Als het bij zijn geboorte gebleven was, dan zou er geen verzoening, geen dood overwonnen en geen toekomst geopend zijn.
Tegelijk: ook niets minder dan dat; het begin is er en in dat begin ligt alles besloten. God doet geen half werk. Wat Hij begint, maakt Hij ook af.
Daarom is er reden tot grote blijdschap.
De eenheid
Er is een heerlijke eenheid in de verschillende heilsfeiten. Zullen we het zó zeggen: Christus’ werk – zijn komen in de wereld, zijn sterven, zijn opstanding en zijn hemelvaart – is één geheel, maar het is voor ons te groot om dat allemaal in één keer te vieren. Daarom vieren we nu zijn geboorte en is het straks Goede Vrijdag, Pasen en Hemelvaart.
Dat betekent dus ook, dat we dit feest niet mogen over-accentueren. Wie zijn geboorte viert zonder de lijn te trekken naar Goede Vrijdag en Pasen, vergrijpt zich aan het evangelie.
Achter zijn geboorte zit Gods heilsplan. En dat heilsplan is niet voltooid met enkel zijn komen in de wereld. Het was het begin nog maar. Het Kind van Bethlehem werd de Man van smarten. De Man van smarten werd de Vorst van Pasen. En de Vorst van Pasen werd de Gekroonde aan ’s Vaders rechterhand, die zijn Geest heeft uitgestort om ons te laten geloven en belijden en beleven: dit Kind moest komen om mijn Redder te zijn. Hij kan mijn Redder zijn, omdat Hij de Christus is: door de Vader aangesteld – Hij moest het doen; bevoegd – Hij mocht het doen; en bekwaam – Hij kon het doen. Daarom moest Hij naar het kruis. Daarom moest Hij opstaan. Daarom moest Hij met zijn eigen werk voor God verschijnen.
De blijdschap die de engel verkondigt, zit ‘m in dat geweldige feit: de Redder kwam als een kind om de hele weg af te leggen: van moederschoot tot aardeschoot. Hij is de volkomen Zaligmaker die volkomen kan redden allen die door Hem tot God gaan.
Wanneer we de eenheid zien van zijn werk – de lijn van Bethlehem naar Golgotha en de hof van Arimathea –, begrijpen we de uitdrukking, waaraan de titel is ontleend: kribbe en kruis zijn van hetzelfde hout gemaakt.
Wat een reden tot blijdschap om vol dankbaarheid te zingen:
Duizend-, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer.
H.J. Th. Velema, Hoogeveen