Het is en blijft een wat onbestemd gebeuren, de hemelvaart van de Here Jezus Christus. Hij kwam naar de aarde om het werk te doen waartoe de Vader Hem gezonden had. Hij gaf zijn leven en stond op uit de dood. Daarmee volbracht Hij alles wat volbracht moest worden. En daarop keerde Hij terug naar de hemel.
Het is alweer even geleden dat ik een mooie uitdrukking tegenkwam over de betekenis van hemelvaart. Het stond als een opschrift bij een plaatje van de hemelvaart, en luidde ‘Hemelvaartsdag: de dag waarop Jezus vanuit Huis ging werken.’ Ik las het in corona-tijd, waarin bijna iedereen vanuit huis moest gaan werken. En dat geldt nog steeds, zoals we weten.
In deze uitdrukking proef je echter op een heel mooie manier waar het bij de hemelvaart om gaat. Want dat Jezus naar de hemel voer, betekent niet dat Hij, na het volbrengen van zijn werk op aarde, zeg maar, rust neemt aan de rechterhand van de hemelse Vader. Nee, Hij is nog altijd, en zelfs volop, bezig met zijn werk. Hij gaat door met zijn werk totdat het Koninkrijk van God er helemaal zal zijn. Hemelvaartsdag is inderdaad de dag waarop Jezus vanuit Huis ging werken. En dat werk voltrekt zich nog steeds vooral op aarde.
Laatste woord
Het is zelfs zo dat het laatste woord dat Jezus sprak, voordat Hij in de hemel werd opgenomen het woord ‘aarde’ is. Lucas noteert nadrukkelijk dat Jezus naar de hemel werd opgenomen nadat Hij met zijn discipelen gesproken heeft over het feit dat zij, door de kracht van de heilige Geest, zijn getuigen zullen zijn op aarde. Zo staat het in Handelingen 1, 8: de discipelen zullen kracht ontvangen wanneer de heilige Geest over hen komt, en zij zullen Jezus’ getuigen zijn, te beginnen in Jeruzalem, en dan naar Judea, en naar Samaria en tot aan het uiterste der aarde. En dan staat er: ‘nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen.’
Dus: Jezus vaart ten hemel, met het woord ‘aarde’ op de lippen. Het laatste woord van Jezus is niet: Ik ga naar de hemel, maar: jullie zullen Mijn getuigen zijn… tot aan het uiterste der aarde.
Troonrede
Je zou dus kunnen zeggen: met het woord ‘aarde’ op de lippen, neemt Jezus plaats op de troon, aan de rechterhand van God, de almachtige Vader. Met andere woorden: Hij is ten volle gericht op dat wat er op de aarde gebeurt. De aarde is het grote thema van de troonrede van Jezus. Bij zijn troonsbestijging gaat zijn aandacht helemaal uit naar de aarde. Hij neemt plaats op de troon om van daaruit zijn werk voort te zetten. Zijn regeringsprogramma heeft voor alles die inhoud dat het werk dat Hij begonnen is wordt voortgezet en dat het wordt afgemaakt, dat het wordt voltooid. En daar is en blijft Hij ten volle bij en in betrokken. Op aarde. En Hij doet dat door zijn Geest die intrek neemt in de gemeente (Pinksteren), en die de gemeente maakt tot getuigen van Hem – van de grote daden van God in Jezus Christus. Jezus zelf werkt door aan de voltooiing van zijn werk, door zijn Geest, in en door zijn discipelen. Het zijn niet de discipelen die nu opeens actief worden en die de verdere uitwerking van het werk ter hand nemen. Nee, het is Jezus zelf die het doet. Dat lees je door het hele boek Handelingen heen.
Getuigen van wat Hij gedaan heeft … en doet!
Ik kan dat in dit artikel niet allemaal aanwijzen, maar het is tekenend. Om slechts één voorbeeld te noemen: als in Handelingen 3 verteld wordt over de genezing van een verlamde man, zegt Petrus met zoveel woorden dat dit niet gebeurd is door hem of door Johannes (vs.12), maar dat Jezus zelf het gedaan heeft. Jezus zet, door zijn Geest in Wie Hij zelf aanwezig is, zijn reddende werk voort. En daar getuigen de discipelen van. Daar getuigt de gemeente van, in het boek Handelingen. En in de kerkgeschiedenis is dat alle eeuwen doorgegaan: is er getuigd van het reddende werk van Jezus. Het geloof in zijn Naam brengt redding en bevrijding, verzoening en vernieuwing. Het geloof in zijn Naam geeft leven.
Hemelvaart: de dag waarop Jezus vanuit Huis ging werken. En de geschiedenis van de zending en van de kerk laat zien dat zijn werk plaatsvindt – tot op de dag van vandaag – over de hele wereld. En tot heil van miljoenen mensen. En het gaat nog steeds door.
Is het niet geweldig? Ook omdat Hij onder al die miljoenen mensen, ook u en jou en mij in zijn liefde wil dragen. Meedragen op weg naar zijn toekomst.
J. van ’t Spijker, Hoogeveen