‘Mogen ook vrouwen als ambtsdrager dienen?’ Die vraag is in de Christelijke Gereformeerde Kerken een strijdvraag, nog dringender dan in 1998. Toen sprak de generale synode uit dat Gods Woord dat verbiedt. Maar een groot deel van de afgevaardigden naar die synode was van mening dat Gods Woord ruimte laat voor de vrouw in het ambt. De vraag lag op de synode van 2020 weer op tafel, omdat sommige gemeenten vrouwen in het ambt hadden bevestigd of dat wilden doen. Daarom moest de synode zich weer met deze kwestie bezighouden.
Mede door de coronacrisis moet de synode op dit punt nog steeds een beslissing nemen. Gelet op de scherpte van het debat lijkt elk besluit voor de Christelijke Gereformeerde Kerken te leiden tot een rampzalige afloop.
In alle discussies heb ik echter belangrijke aspecten gemist, zoals de vragen: wat is het wezen van het ambt? En, nog belangrijker: wat is het wezen van de kerk?
‘Kerk' en ‘ambt’ krijgen in het Nieuwe Testament slechts aandacht in relatie tot concrete situaties. Toch blijkt daarin duidelijk genoeg wat hun wezen is.
Over het wezen van de kerk zegt Petrus: de gemeente is Gods volk, een koninkrijk van priesters om de Here te dienen en zijn grote daden te verkondigen (1 Petrus 2,5.9). De priesters vertegenwoordigen de gemeente dus niet, zoals in het Oude Testament, maar alle gelovigen hebben samen de roeping God te dienen.
Paulus laat weten dat door het volle heil in Christus alle gelovigen één zijn in Hem. Daarom zijn in de gemeente allen gelijk, om gemeenschappelijk de Here te eren in de zondagse samenkomsten en in het leven van elke dag. Daartoe geeft de Heilige Geest aan alle gelovigen passende gaven. Tot die gaven horen ook de ambten (1 Korinthe 12).
Wezen van het ambt
Het ingeburgerde woord ‘ambt’ suggereert dat de ambtsdrager boven de gemeente staat. Zo functioneert het ambt in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar ook in de CGK leeft de gedachte dat de ambtsdrager een gezagsdrager is.
Anders dan de ambtsdragers in het Oude Testament treden de ambtsdragers in de gemeente echter niet op als haar representanten. Zij moeten met hun gave zich in dienst stellen van de gemeente.
Het Nieuwe Testament kent het woord ‘ambt’ helemaal niet, maar spreekt van diakonia. In wezen zijn alle ambtsdragers ‘diakenen’. God geeft sommigen als ambtsdragers, niet om te heersen, maar om te dienen, in navolging van Christus. Als dienaren moeten zij Christus' gemeente toerusten tot dienstbetoon, tot haar opbouw in de liefde (Efeze 4,11-16).
De ambtsdragers, beter gezegd ‘de dienaren’ worden door Paulus in Efeze 4,16 ‘de banden’ (de pezen) van het lichaam genoemd. Zoals volgens de medische kennis van toen die banden het lichaam bijeenhouden, verbinden de ambtsdragers de leden van het lichaam van Christus met elkaar. Ze zorgen voor de voedseltoevoer voor en de groei van het hele lichaam.
De ‘ambtsdragers’ zijn dus onmisbaar, want zij moeten voorkomen dat de gemeenteleden langs elkaar heen werken of elkaar zelfs tegenwerken. In hun dienstwerk moeten zij de gaven in de gemeente de juiste stimulansen geven en zo coördineren, dat de eenheid en de geestelijke groei bevorderd wordt.
Praktijk
Vergeleken met vijftig jaar geleden is het ambtelijk werk afgeslankt. Veel taken die voorheen door ambtsdragers werden verricht, doen nu andere gemeenteleden (m/v). Voorbeelden zijn: catechese, taken van de scriba en pastoraat. Toch is het dikwijls moeilijk om vacatures in de kerkenraad vervuld te krijgen. Geeft de Geest deze gave minder? Als andere gemeenteleden ‘ambtelijke’ taken doen, is dat werk dan van minder waarde dan als het een ambtsdrager het doet? Heeft het ambt het hoogste gezag en staan de ambtsdragers boven de gemeente? Uit het voorgaande blijkt dat dit niet in overeenstemming is met wat het Nieuwe Testament zegt over het ‘ambt’.
De zondagse eredienst is het hart van de dienst aan God. Wie zich thuis voelt in de christelijk gereformeerde eredienst kan alleen maar verbaasd zijn over de gang van zaken in de gemeente van Korinthe. In 1 Korinthe 14,26-40 vertelt Paulus dat in de dienst iedereen wel iets had, onder andere spreken in tongen en profeteren. Paulus vindt dat prima, maar het moet wel tot opbouw zijn. Zo moeten er niet teveel mensen in tongen spreken en er moet uitleg zijn. Niet meer dan twee of drie profeten mogen het woord voeren. Tevens moet de profetie worden getoetst. Als iemand in de dienst een profetie krijgt, moet dat woord van God bij voorrang klinken. Deze gang van zaken lijkt meer op een dienst in een pinkstergemeente dan in de CGK. Maar gelukkig geeft Paulus dit niet als een liturgische orde voor alle gemeenten van Christus.
Leerzaam
Niettemin is deze beschrijving leerzaam. Paulus beperkt het spreken in tongen en van een profetie niet tot één persoon en evenmin tot de broeders. Ook de zusters staat het vrij te spreken én te bidden (1 Korinthe 11,3). Blijkbaar geldt er voor de vrouwen geen absoluut zwijggebod. Maar waarom vermaant Paulus in 1 Korinthe 14,34-35 dan de vrouwen te zwijgen en hun vragen thuis aan hun man te stellen? Mogelijk kenden de diensten in Korinthe een discussieonderdeel. En vindt Paulus het niet juist dat de getrouwde vrouwen zich in die publieke discussie mengen.
Behalve profetessen kent het Nieuwe Testament ook vrouwelijke diakenen, onder andere Febe (Romeinen 16,1).
De gave om dienaar van de gemeente te zijn, kent blijkbaar geen beperking. Deze gave is ook niet belangrijker dan de andere gaven van de Geest. Het is wel een specifieke gave die een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt.
Heeft het ambt dan geen gezag? Alleen Gods Woord heeft gezag. Daarin ligt het gezag van de ambtsdrager. Een formeel, hiërarchisch gezag heeft hij niet, want elke ambtsdrager is dienaar. Hij dient dat te zijn in de Geest van dé Dienaar, Jezus Christus.
Fundamentele vragen
Mogen vrouwen ambtsdrager zijn? Voor het antwoord op die vraag is eerst bezinning nodig op de bovenstaande fundamentele vragen.
· Wat is het wezen van (de kerk en) het ambt?
· Hoe functioneren de ambten momenteel in onze kerken?
· Is de gave van het ambt wel exclusief voor de man, terwijl alle leden van de gemeente gelijk zijn, omdat zij delen in het heil van Christus? Die vraag klemt temeer als we letten op de liturgie in de gemeente van Korinthe.
D. Visser, Amersfoort
Ds. D. Visser is emeritus predikant.