Een predikant was het voorwerp van roddelpraat geworden; een echtpaar had kwade praatjes over hem geuit. Zij die daarvan hoorden, waren niet te beroerd de praatjes door te geven. Na enige tijd bleek echter dat de beschuldiging elke grond miste. Maar het kwaad was geschied. De naam van de predikant was beschadigd.
Enkele weken later kwam het desbetreffende echtpaar bij de predikant, en zij boden hem hun oprechte excuses aan. 'We beseffen wat we u hebben aangedaan.' Ze vroegen ook om vergeving. 'Natuurlijk,' zo zei de predikant, 'vergeef ik u.' 'Wel zou ik van u willen vragen of u iets voor mij zou kunnen doen?' Natuurlijk wilden ze het weer goed maken met hun predikant.
Veren
'Nu,' zo zei hij, 'ga dan naar huis en slacht een van jullie kippen. Doe dan de veren in een zak. Willen jullie dat doen?' Vanzelfsprekend waren zij daartoe bereid. 'En dan,' zo vervolgde hij, 'moeten jullie met die zak het dorp ingaan, en op elke hoek van de straat een paar veren neerleggen. En dan ga je met de zak maar de oude watertoren en dan moet je de rest van de veren loslaten. Zouden jullie dat voor me willen doen?' Een vreemd opdracht, maar ze verklaarden zich ertoe bereid. Het echtpaar stond op en liep naar de deur.
'O ja, wacht even, er is nog iets. Als jullie dan alle veren hebben losgelaten, moeten jullie daarna weer het dorp ingaan en alle veren die je in het dorp hebt losgelaten, verzamelen. Zorg ervoor dat er niet een achterblijft.' 'Maar dominee, dat is toch onmogelijk, dat kunnen wij toch nooit doen? De wind heeft ze toch overal heengebracht?' De predikant zweeg … en langzaam drong tot het echtpaar door wat zij hadden gedaan. Zij beseften plotseling dat zij vergeving zouden krijgen, maar dat zij nooit weer zouden kunnen goedmaken wat zij hun predikant hadden aangedaan.
Rechtszaken
Het negende gebod verbiedt het spreken van een vals getuigenis, en waarschuwt dat woorden veel schade kunnen aanrichten, en zelfs kunnen beslissen over leven of dood. De tong is een gevaarlijk wapen. 'Woorden hebben macht over leven en dood' (Spr.18,21a).
Deze macht bleek in het oude Israël juist in rechtszaken. Daar stond een zaak op grond van het getuigenis van twee of drie getuigen vast. Een vals getuigenis kon leiden tot de dood van de beschuldigde. Salomo vergelijkt een vals getuige dan ook met een moordwapen: Een knots en een zwaard en een scherpe bijl, zo is iemand die als een vals getuige optreedt tegen zijn naaste (Spr.25,18).
Een voorbeeld van een dergelijk getuigenis is de misdaad van koning Achab tegen Naboth. Achab wilde per se de wijngaard van Naboth verwerven, die zijn vaderlijk erfdeel niet wilde afstaan.
Daarop kocht hij lieden om die een valse beschuldiging moesten inbrengen. Zij beschuldigden Naboth van een misdaad waarop volgens de mozaïsche wet de doodstraf staat.
Woorden kunnen een mens maken, maar ook breken. Daarom: geen vals getuigenis tegen de naaste.
Tegen. Met nadruk. Zo schakelden ook de farizeeën nietswaardige lieden in voor een vals getuigenis tegen Jezus. Uit jaloezie wilden zij Hem doden.
Woorden
Wat nodig is in een rechtszaak, de bescherming van de naaste tegen onrecht, is nodig voor al ons spreken. God heeft de taal en het spreken gegeven tot onderlinge opbouw, om samen onze taak en roeping in zijn schepping gestalte te geven.
Denk aan de meest nauwe relatie in het intermenselijke verkeer, de relatie tussen man en vrouw in hun huwelijk. Welke woorden spreek je als man tegen je vrouw? En als vrouw tegen je man? Woorden die beschermen, opbouwen en de ander tot zijn/haar recht doen komen? Vreselijk als woorden beschadigend zijn, kleinerend, laatdunkend, vernederend. Als een man zijn vrouw in het publiek afvalt en schade berokkent. Woorden kunnen een relatie ontwrichten of opbouwen, doden of doen opbloeien. Salomo zei al dat ze macht hebben over leven en dood.
Zo moeten ook de woorden die ouders spreken ten opzichte van hun kinderen hen helpen op hun weg naar volwassenheid, en bijdragen aan de ontwikkeling van hun verantwoordelijkheidsbesef. Hun mens-zijn kan pas tot opbloei komen in relatie tot God. Kinderen hebben er recht op dat zij serieus worden genomen. Woorden kunnen het welzijn van een kind bevorderen, maar ook enorm psychisch en geestelijk beschadigen. De manier waarop wij met onze woorden de meest kwetsbaren in onze samenleving benaderen, heeft grote invloed. Omgekeerd hebben de woorden van kinderen effect op het welzijn van hun ouders. Woorden hebben macht over leven en dood.
Grens
God heeft met het negende gebod een grens gesteld aan ons spreken. En ook verder in de Bijbel heeft de HERE gewezen op de grote invloed van woorden. Zo is het ook in al onze relaties.
Paulus schrijft in een van zijn brieven dat de leugen moet worden afgelegd. Met leugen is niet bedoeld dat we soms zwijgen om wille van het welzijn van de ander. Zo kan iemand die zich in een kwetsbare positie bevindt (een ernstig zieke patiënt bijvoorbeeld) er baat bij hebben, dat hij niet alles weet omtrent zijn ziekte. Paulus bedoelt met leugen datgene wat de ander schade doet. Schade toebrengen aan de naaste is een werk van 'de vader van de leugen'. In het bijzonder spreekt Paulus over de omgang binnen de gemeente: Legt de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkaar (Ef.4,25). (Volgende week het tweede en laatste artikel over het negende gebod.)
D.J. Steensma, Feanwâlden