In een vorig artikel, over de ouders van Paulus, zagen we dat Paulus opgevoed is als farizeeër. Dat betekende ook dat hij waarschijnlijk op zeer jonge leeftijd, misschien was hij pas een jaar of negen, naar Jeruzalem gestuurd werd om daar te studeren aan de voeten van Gamaliël (Hand. 22,3).
Wie was deze Gamaliël?
Volgens Handelingen 5 was hij een leraar van de wet, die in hoge achting stond bij het hele volk. Zijn naam betekent ’mijn beloner is God’ of ‘loon van God’.
Hij was de zoon van Simeon ben Hillel en kleinzoon van de beroemde Hillel de Oudste.
Gamaliël heeft een eigen school gesticht, met vestigingen zowel in Israël als in de diaspora, die zeer goed bekend stond. De hoofdvestiging was in Jeruzalem. Volgens Joodse bronnen golden er zeer strenge toelatingseisen. Paulus zat aan de voeten van deze leraar, de plaats van de beste studenten. Studenten werden in die tijd niet alleen beoordeeld op de antwoorden die ze gaven, maar ook op de vragen die ze stelden.
Op deze school leerde Paulus alles over ‘Mozes en de profeten’, maar ook werd hij onderwezen in de klassieke literatuur, filosofie en ethiek, hij leerde Grieks en andere talen. Bovendien kregen de studenten fysieke trainingen, zoals gymnastiek, hardlopen en worstelen.
In die tijd waren er twee stromingen:
De school van Sjammai
Sjammai verwierp de Misjna, de traditie waarin de rabbijnse wetsverklaring vervat is, zodra ze met de uitspraken van de joodse wet in strijd kwam.
De school van Hillel
Hillel hield zich wel aan de Misjna, hij stelde haar gelijk aan en soms zelfs boven de joodse wet. Hij was ruimdenkender en toleranter dan Sjammai, hij was bijvoorbeeld mild voor vrouwen die wilden scheiden van hun man. Gamaliël hoorde bij deze laatste stroming.
Wij kennen Gamaliël vooral van zijn uitspraak over Petrus en Johannes, toen ze voor het Sanhedrin geleid werden om zich te verantwoorden, en ze ter dood veroordeeld werden: ‘Israëlieten, overweeg nog eens goed wat u van plan bent met deze mensen te doen… Daarom zeg ik u: houd u afzijdig van deze mensen en laat hen begaan, want als het mensenwerk is wat ze nastreven, zal het op niets uitlopen, maar als het Gods werk is, zult u niets kunnen uitrichten, of het zou wel eens kunnen blijken dat u tegen God strijdt.’
In sommige kerkelijke tradities is Gamaliël een navolger van Jezus geworden, net als Nicodemus. Hij zou zijn bekering geheim gehouden hebben, om zo als lid van het Sanhedrin zijn geloofsgenoten te kunnen helpen. Andere geleerden noemen dit een valse traditie. In ieder geval is er geen bewijs voor deze bewering.
Gamaliël heeft veel betekend in het leven en de vorming van Paulus. Kennis die hem later als apostel goed van pas kwam. Denk aan de discussies met andere geleerden, aan het weerleggen van dwaalleraars. Ook in zijn brieven doet hij vaak een beroep op ‘de schriften’. Zo heeft God Gamaliël toch gebruikt voor de verbreiding van het Evangelie.
Volgende keer: Stefanus
Janneke van der Molen, Bierum