De steenfabriek

Wonderlijk. Het is of we hier in de Bijbel ronddwalen. ‘Laat mijn volk gaan,’ zegt Mozes tegen de farao. Dag in dag uit moeten de Israëlieten tichelstenen maken. En hier op de steenfabriek in Pakistan gaat het niet anders. De meeste christenen in Pakistan zijn arm. Veel werken er op steenfabrieken. Het werk is zwaar. De hele dag zit je op je hurken en met je blote voeten op  het gloeiende zand. Zolang je gezond en sterk bent gaat het nog wel, maar als je ziek wordt raak je in grote problemen. Zonder hulp kom je er dan niet meer uit. Dat geldt zeker voor de vrouw die we nu gaan opzoeken. Met een peutertje op haar arm staat ze voor haar eenkamerwoning. Drie andere kinderen drukken zich tegen haar aan. ‘Deze vrouw is weduwe,’ zegt mijn begeleider. Hij vertelt dat haar man na een lange ziekteperiode is overleden. Haar werkgever heeft de doktersrekeningen betaald. Als voorschot. Ze moet het terugbetalen. Dat kan ze onmogelijk. Als ik naast haar sta dringt een Bijbelvers zich onweerstaanbaar aan mij op, een vers uit het eerste hoofdstuk van Jacobus: ‘De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God de Vader is dit: weduwen en wezen bezoeken in hun verdrukking…’ Hier staat het Bijbelvers in levende lijve. Een weduwe met vier kinderen. We moeten iets doen. Gelukkig heb ik vanuit Urk een geldbedrag meegekregen. Drie gezinnen kunnen we daarmee vrijkopen. Deze weduwe is er een van.

 

Onderhandelen

Er moet wel telkens onderhandeld worden. We zitten nu in het kantoor van een van de bazen. We doen ons best om de schuld van een familie wat naar beneden te krijgen. Een van ons, een geboren onderhandelaar, houdt een vurig pleidooi: ‘Ook in de heilige koran staat dat je armen moet helpen. Deze meneer,’ hij wijst naar mij, ‘heeft zesduizend kilometer gereisd om iets voor deze mensen te doen.’ We krijgen twintig procent van de schuld af. Aan mij de eer om het resterende bedrag te overhandigen. Er wordt een verklaring opgesteld met veel handtekeningen en duimafdrukken. In de andere twee gevallen gaat het ook zo. Een vader van een van de gezinnen is uitgelaten van vreugde. Een van ons hoorde hem zeggen: ‘Mozes was hier.’

 

Weg uit ‘ Egypte’

Het vrijkopen van de derde familie is ook ontroerend. Het betreft een gezin met drie bijna blinde dochters. De meisjes lijden ook nog aan een huidziekte. ‘Ben je blij dat je gaat verhuizen?’ vraagt mijn begeleider aan het oudste meisje. ’Ja,’ antwoordt ze. De dokter had ook al tegen haar gezegd: ‘Steenfabriek niet goed.’ Maar de vader is er nog niet gerust op. ‘Ik ben bang dat het niet lukt,’ zegt hij. We stellen hem gerust. Het huisraad wordt op een soort motorbakfiets geladen. De familie klimt er zelf ook op. Als we een halve kilometer gereden hebben worden we gebeld. De broer van de baas is aan de lijn. Woedend. ‘Onmiddellijk terugkomen, jullie hebben niet de hele schuld betaald.’ Onze onderhandelaar is het er niet mee eens. ‘We hebben eerlijk gehandeld. Alles is vastgelegd. Er is geen reden om terug te komen.’ We rijden verder. Weg uit ‘Egypte’.

 

Krijn de Jong, Urk


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...