De toren van de kerk kun je vanuit de verte al zien. Geen wonder, want met zijn veertig meter hoog steekt hij boven de bomenrand uit.
Jarenlang, wat zeg ik, eeuwenlang heeft hij zijn spits naar Boven gericht gehouden.
Een brand heeft ooit de kerk vernield. Maar de toren bleef overeind.
Er werden weer muren naast gebouwd en zo werd er weer ruimte geschapen om samen te komen.
Voorin de kerk is de graftombe te zien van Menno van Coehoorn, in zijn tijd een beroemd veldheer. Op de tombe staat geschreven: Ter gedachtenisse van den hoogadelen, dapperen, vroomen, gelukkigen en manhaften Veldheere.
Nog steeds komen mensen samen om in de kerk te luisteren naar woorden van leven.
Op een groot bord aan een wand van de kerk staan de namen van de predikanten, die aan de gemeente verbonden waren. De eerste stond er in het jaar 1597. Meer dan vijftig predikanten zijn hem daarna gevolgd.
Als wij de dienst bezoeken, bekijk ik de inrichting van de kerk.
De preekstoel is prominent aanwezig. Recht tegenover enkele familiebanken, met daarboven een koepel van hout. Of zoals beschreven staat in de folder: ‘De bank heeft een overhuiving die rust op Ionische en Korinthische zuilen.’ In de bank staan de volgende woorden gegrift: ‘Salich Sin Si Die Godts Woort Hooren En Dat Bewaeren.’
In deze kerk werden huwelijken ingezegend. Kinderen zijn er gedoopt. Afscheidsdiensten gehouden. Mensen zijn ter aarde besteld op het kerkhof achter de kerk. Door de eeuwen heen heeft Gods Woord hier geklonken. De gemeente heeft zich eraan opgetrokken. Hun emotie uitgezongen in de psalmen.
Nu wordt de dienst bezocht door merendeels oude mensen. Jongeren zijn zeldzaam geworden. Het houdt mij bezig. Wat is de oorzaak daarvan? Heeft de kerk geen boodschap meer? Geen woord meer voor mensen onderweg? Hebben we het ‘Bewaeren’ te letterlijk opgevat? Zijn we op de boodschap gaan zitten, zonder het uit te dragen?
Ik weet het niet.
Wel moest ik ineens aan een andere tekst uit Lukas denken.
‘Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?’
Douwe Janssen