Inleiding

De kerkvaders waren zeer betrokken op de schepping van God. Ze beschouwden die als een permanent bewijs van Zijn almacht. Niet alleen de schoonheid van de Schepping was hierin inbegrepen, ook de bijzondere orde die God in de Schepping, ook van het heelal, ingebracht had was voor hen een reden tot diepe verwondering. De vraag naar de oorsprong van de ons omringende wereld was in de oudheid al actueel. De Griekse natuurfilosofen gingen uit van een materiële oerstof als beginsel van de ons omringende wereld. Ze kwamen daarbij tot de conclusie dat dit water, aarde of vuur moest zijn. Ten diepste werd de scheppingsvraag door de Griekse natuurfilosofen echter niet gesteld. Het ging hen eerder om een verklaring waarom de dingen die we zien zo zijn als ze zijn. Het logisch redeneren speelde bij het vinden van een sluitende verklaring een belangrijke rol. Welke materie hierbij de meest bevredigende verklaring opleverde voor de vraag waaruit de wereld en alles in die wereld bestond bepaalde de visie van deze natuurfilosofen. Daarbij kwam men tot zeer uiteenlopende ‘oplossingen’.

 

Griekse opvattingen van de kosmos

Een belangrijke natuurfilosoof was de Griekse filosoof Parmenides (6e eeuw voor Christus). Door zijn metafysische uitspraak dat niets tot stand kan komen en niets kan vergaan, 'verbood' hij theorieën waarin een schepping uit het niets een rol speelde. Alles is wat het is, alles is één, onbeweeglijk en onveranderlijk. Dat is voor Parmenides 'de waarheid'. Een andere natuurfilosoof was Anaximenes van Milete (585-526). Deze ontwikkelde een uitgesproken visie op de aarde, die volgens hem plat was. De platte aarde ontstond volgens hem als eerste in het midden van de kosmos en rustte op lucht. Deze visie is op haar beurt weer een reactie op de filosofische stelling van de natuurfilosoof Thales (ook uit Milete) dat de aarde rustte op water. De andere hemellichamen zijn volgens hem ontstaan uit de aarde en zijn ook plat. Ze bestaan vooral uit het element vuur en worden voortgeduwd door gecondenseerde lucht (wind). We noemen deze Griekse opvattingen omdat de Griekse vroegchristelijke kerkvader Basilius de Grote (330-379) deze opvattingen wel kende, maar er ook bewust afstand van deed. Eerst gaan we echter nog kort in op de scheppingsgedachte in de Joodse en heidense traditie.

 

Scheppingsgedachte in de Joodse en heidense traditie

In de Joodse traditie komt in tegenstelling tot de opvattingen van de Griekse filosofen een heel ander, voor de pagane wereld ook nieuw, element naar voren. Het is God die in zes dagen de hele wereld met alles wat in die wereld is schept. Deze visie staat haaks op bijvoorbeeld de visie van de Griekse filosoof Parmenides die we zojuist noemden. Voor Parmenides is het volstrekt ondenkbaar dat de wereld zomaar in één keer uit het niets geschapen zou zijn.  Desondanks komen in de klassieke oudheid ook zeker wel scheppingsmythen voor, naast parallellen met het Bijbelse zondvloedverhaal. Beroemd is het Griekse verhaal van Deucalion en Pyrrha. Om de mensen te straffen zond Zeus een zondvloed uit over de wereld. Alleen Deukalion (zoon van Promotheus) en Pyrrha (dochter van Epimetheus) bleven in leven. Prometheus had zijn zoon Epimetheus namelijk aangeraden om een schip te bouwen. Na de zondvloed kwam het schip terecht op het Parnassus-gebergte. Omdat ze niet wisten hoe ze de aarde opnieuw moesten bevolken, gingen ze naar het orakel van de godin Themis, dat hun vertelde dat ze botten achter zich moesten gooien. In een gedicht lezen we later:

De godin kwam in beroering en gaf de orakelspreuk:

‘Ga weg van de tempel en omhul het hoofd en maak de omsnoerde kleren weer los

en gooi de botten van de grote moeder achter de rug.’

Ze stonden lang verbaasd en Pyrrha verbrak als eerste de stilte met haar stem

en weigerde aan het bevel van de godin te gehoorzamen.

Ze vroeg met angstig gezicht vergiffenis aan haar te schenken en ze was bang

de schim van haar moeder te beschadigen door de gegooide botten.

 

Na een tijdje kwamen ze erachter dat de aarde de grote moeder was en dat de stenen haar beenderen waren. Zo wierpen ze stenen achter zich en werd de mensheid herschapen. De door Deukalion geworpen stenen veranderden in mannen, die door Pyrrha in vrouwen.

 

De gedachte dat de aarde leven voortbrengt is in de klassieke oudheid wijd verbreid en gebaseerd op empirische waarneming. Gezaaide tarwekorrels ontwikkelen zich immers tot korenaren. We vinden dit beeld ook terug in het Nieuwe Testament (1Kor. 15). Ook in mythen komt dit aspect van de aarde die levende gewassen of levende mensen voortbrengt heel regelmatig naar voren. Bijvoorbeeld in de klassieke mythe van Jason en de Argonauten. Jason gaat met zijn makkers op zoek naar het zogenaamde gulden vlies. De tocht leidde naar Colchis aan de oostkant van de Zwarte Zee. Hier aangekomen vraagt hij de koning van Colchis (Aietes) om het Gulden Vlies. Aietes wilde het vlies geven als Jason eerst een opdracht voor hem kon uitvoeren: hij moest namelijk dan twee vuurspuwende stieren voor Aietes temmen en met hen het veld ploegen, vervolgens drakentanden zaaien en de krijgers verslaan die hieruit zouden opgroeien. In de Romeinse traditie wordt dit beeld vastgehouden en heel centraal gesteld in het vredesaltaar van Augustus, waar moeder aarde is weergegeven als een vrouw, omringd door de vruchten van het veld en door alle mogelijke dieren. Moeder aarde is dan wel geen godin, maar zij is in feite voor de Romeinen wel de personificatie van de schepping. Moeder aarde is de bron van alle vruchtbaarheid.

 

Wordt vervolgd

 

Prof. dr. M.A. van Willigen

 

 

 


Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...