In een serie korte artikelen wil ik samen met u en jullie kijken naar wat we de Orde van dienst noemen. De dingen die gebeuren in een kerkdienst. Want elk onderdeel heeft zijn eigen rol en achtergrond, maar kennen we die nog? Het lijkt ons goed om als het ware de boel af te stoffen en ons af te vragen: Waarom doen we de dingen die we doen?
Hoe vaak bidden we eigenlijk?
Als je in een kerkdienst gaat turven, zul je zien dat we gemiddeld genomen twee keer bidden. Maar klopt dat wel? Is dat niet erg weinig? We mogen niet vergeten dat zingen een vorm van bidden is. Volgens kerkvader Augustinus staat één keer zingen gelijk aan twee keer bidden. Dus ook alle momenten van samenzang (gemiddeld zes keer per dienst) zijn in principe gebeden. Door ons zingen spreken we met onze Hemelse Vader. Wij danken Hem voor Zijn zegeningen en wij vragen om Zijn leiding en hulp.
Wat is bidden?
Nou, zijn daar hele boekenkasten over volgeschreven, maar ik zal mij hier beperken tot een paar punten. Velen van ons zullen de bovenstaande vraag beantwoorden met: bidden is praten met God. Dat geldt voor ons persoonlijk gebed en voor onze gebeden in de kerkdienst. In deze gebeden antwoorden, reageren wij op de Zelfopenbaring van God zoals wij die in de kerkdienst ervaren.
Wat gebeurt er als we in de kerk bidden?
Kort gezegd: wij veranderen door ons gebed. Door ons bidden geven wij ons over aan God. Wij stellen onszelf als het ware ter beschikking. Daarnaast bindt het gezamenlijk bidden ons aan elkaar. Door het gebed worden we tot een eenheid in Christus Jezus. Dat is wat door Christus in de gemeenschap van de Heilige Geest gewerkt wordt.
Wat zit er in het gezamenlijk gebed?
Prof. dr. A.C. Barnard noemt in zijn boek ‘die erediens’ een zestal aspecten op. In de eerste plaats is het voor God verootmoedigen en onze schuld belijden. Ten tweede is het aanroeping en lofprijzing. We roepen de grote Naam van de drie-enige God aan en prijzen Hem. Ten derde is het samen bidden God vragen om de verlichting door de Heilige Geest en de opening van Zijn Woord. Dit wordt vaak het meest duidelijk in het eerste gebed in de kerkdienst, voor de Schriftlezing. We vragen God of Hij door Zijn Geest de Schrift die gelezen en verkondigd zal worden, zo zal openen dat de ware bedoeling duidelijk wordt en in onze levens en harten mag indringen.
Ten vierde is het samen bidden ook dankzeggen. De Heere danken voor Zijn rijke zegen. Het vijfde punt is de aanbidding. De dankzegging zal ons, als het goed is, aansporen en leiden zodat we de Heere aanbidden. Dat de gemeente als geheel en ieder afzonderlijk in diepe eerbied, met grote overtuiging en sterke aandrang de drie-enige God aanbidt. Aanbidding is het erkennen van de ware aard van God. In deze aanbidding offeren wij onszelf als levende lofoffers voor God. Het zesde en laatste punt is de voorbede. De laatste drie punten komen over het algemeen terug in het gebed ná de preek. Het is het gelovige antwoorden op die aanspraak die van God naar ons toegekomen is. Het verbindt ons aan elkaar als gemeenschap van Christus, waarin wij samen elkaars lasten dragen en biddend bij de Heere mogen neerleggen.
Vrij gebed of formulier?
Het is een eeuwenoude discussie in de kerken over de vraag wat nou ‘beter’ is. Vanuit de synagogale dienst (die gezien mag worden als een belangrijke wortel van onze eredienst) vormen vaste ‘formuliergebeden’ een belangrijk onderdeel. Daarnaast is het ‘vrije’ gebed een steeds grotere rol gaan innemen, in het persoonlijke geloof en dus ook in de eredienst. Nu zitten er aan beide vormen voor- en nadelen. Zo kan een vrij gebed snel afdwalen naar het subjectieve: wat de bidder vindt of ervaart op dat moment wordt het uitgangspunt. Een formuliergebed, vaak met woorden uit de Schrift, zoekt juist naar een objectievere vorm. Een formuliergebed voorkomt het gevaar van afdwalen in het gebed (welke bidder herkent dat niet?) en helpt mee om herhalingen tot een minimum te beperken. Het bidden van formuliergebeden biedt de gemeenteleden de kans om zelf in hun hart mee te bidden, ze weten immers (als het goed is!) hoe het gebed verloopt en wat er komen gaat. Door herhaling bieden we deze Bijbelse woorden de kans om beter in te zinken. Het bidden van formuliergebeden verbindt ons aan onze broeders en zusters in binnen- en buitenland, vandaag en aan allen die voor ons gekomen zijn. Wij spreken allen dezelfde taal zou je kunnen zeggen.
Aan de andere kant is een formuliergebed soms wat koud, het kan niet inspelen op de directe situatie en het is nogal zakelijk op het doel af. Terwijl in het vrije gebed je dichter bij de concrete werkelijkheid en het leven van dat moment kunt komen. Formuliergebeden kunnen door hun grote kracht, de bekendheid, ook tot een valkuil worden. We weten immers wel wat er komen gaat en haken daarom af. Het beste is een combinatie van deze twee vormen van bidden. Om zo de sterke kanten van beiden te benutten zonder in de valkuilen te trappen die kleven aan de ene of andere vorm.
Volgende keer
De volgende keer willen we, als de Heere het geeft, kijken naar de preek en de kerkdienst. Waarom heeft die preek zo’n grote plek in de kerkdienst?
Dennis van der Wal, Aalten