Naar: Marcus 15: 16-23 NBV
Ooggetuige worden van een grote gebeurtenis, onderdeel zijn van een sleutelmoment in de geschiedenis, terwijl je daar op het moment zelf geen flauw benul van had. Zo stel ik mij de figuur van Simon van Cyrene voor. Die ‘toevallige’ passant die gedwongen werd om het kruis van Jezus te dragen.
En je denkt terug: waar was ik ook alweer op 11 september 2002, toen ik hoorde van de aanval op de Twin Towers in New York? Of op 9 november 1989, tijdens de val van de muur in Berlijn? Of de treinkaping bij De Punt, die duurde van 23 mei tot 11 juni 1977? Veel mensen weten dat nog. Schokkende beelden komen naar boven.
Maar, kun je dat vergelijken met wat deze toevallige passant Simon van Cyrene overkomt. De val van de muur en de aanval op de Twin Towers waren diezelfde dag wereldnieuws. Je keek life mee. En iedereen besefte: vandaag is er iets veranderd in de wereld.
Maar toen? 2000 jaar geleden, toen is er iets gebeurd dat immense gevolgen zal hebben. Simon van Cyrene, die als passant het kruis van Jezus draagt, wordt echt een onderdeel van een beslissende geschiedenis. Zonder dat hij er een flauw benul van heeft.
Op dat moment! En, tja. Dat kan dus!
Er zijn, grote dingen die langs je heen kunnen gaan, terwijl jij er volop in betrokken bent. Soms later, achteraf, besef je wat een impact het had.
Zoals een moeder, die iedere dag jouw boterhammen smeert. Zoiets gewoons, wat stelt het voor. Pas later, toen je wist en besefte dat zij dat jarenlang iedere dag heeft gedaan, herken je haar trouw en liefde erin.
Het is zeer waarschijnlijk dat Simon van Cyrene geen flauw benul had waarin hij terecht was gekomen die dag. Alleen, dat het iets verschrikkelijks was. Een kruisiging.
We komen verder ook weinig over hem te weten. Er staat dat hij de vader van Alexander en Rufus is, en zoals Marcus het meedeelt, krijg je de indruk dat deze Alexander en Rufus, die twee zonen van Simon, voor de lezers van Marcus heel bekend moeten zijn geweest.
We weten dat de apostel Paulus Rufus heeft gekend als medegelovige in de gemeente van Rome. Paulus noemt Rufus in zijn brief aan de Romeinen. En dan schrijft hij, dat de moeder van Rufus, de vrouw dus van Simon van Cyrene, voor hem, Paulus, als een moeder is geworden.
Moet je nagaan, de vrouw van een toevallige passant op de kruisweg van Jezus, is in het verdere verloop van de geschiedenis als een moeder voor de apostel Paulus.
Het kan raar lopen in het evangelie, vindt u ook niet? Maar ook geweldig en bijzonder. En weet u: dat geldt ook vandaag de dag. Het evangelie gebeurt pal voor je ogen, maar het gaat aan je voorbij, je beseft het niet, en toch sta je er al middenin. Midden in het lijden van Jezus, midden in Zijn liefde.
En wanneer je het, eindelijk, wél ziet en ontdekt wat het evangelie van Jezus Christus is, wat de betekenis is, van die lijdende Man die Zich liet kruisigen. En van dat kruis dat jij ook even moest vasthouden en moest dragen, maar waar Hij aan gestorven is.
Wanneer je het wél ziet, dan weet je, dat jij het altijd al van deze Man moest hebben.
En van dit kruis en van dit offer, en van deze liefde.
Art van der Molen, Bierum