Opnieuw verschijnt er een boek van de hand van emeritus-hoogleraar Bram van de Beek. Veel van zijn boeken zijn behoorlijk dik, maar zo af en toe publiceert hij een handzaam boekje dat zich richt op een breder publiek. Dit is zo’n boekje. Hij gaat in dit boek op zoek naar de betekenis van de kerk. De basis daarvoor is gelegd in zijn boek ‘Lichaam en Geest van Christus’.
In het nadenken over de kerk begint Bram van de Beek bij de doop. Dat is namelijk het moment waarop iemand overgaat van het rijk van de dood naar het rijk van het leven. Vanaf dat moment hoort de dopeling bij Gods nieuwe werkelijkheid. Alles wat daarna gezegd wordt in het boek over de preek, de eucharistie, de liturgie en de toekomst van de kerk borduurt daarop voort.
Het boek is zo opgebouwd dat de auteur bovenstaande thema’s bespreekt en vervolgens in het hoofdstuk erna uitgewerkt wat dit voor de praxis van leven en samenleven van christenen betekent.
Van de Beek daagt uit om met grote woorden over de kerk te spreken. Er zijn wel wat vragen te stellen bij wat hij zegt. Maar in een tijd waarin kerkbezoek afneemt en digitale diensten opkomen is het pleidooi om de kerk te zien als een thuis waardevol en belangrijk. In de kerk komen we thuis en vervolgens gaan we van daaruit de wereld weer in. Dit roept de vraag op: Is dit in ons leven ook zo, of voelen we ons meer thuis in de wereld?
Bram van de Beek, Thuis. Over de betekenis van de kerk. Utrecht: KokBoekencentrum, 2023, 128 blz., €15,99, ISBN 9789043539395
ds. Albert-Jan Dorst, Surhuisterveen