Inleiding
In het eerste artikel over onderwerpen die op de komende Generale Synode een rol (kunnen) spelen hebben wij gesproken over de verschillende kerkstelsels, waaronder het presbyteriale-synodale stelsel. In het artikel over dit stelsel van kerkregering stuitten wij op de termen als het presbyterium (de kerkenraad) en breder kerkverband (verschillende synodes). Deze synoden worden ook wel de meerdere vergaderingen genoemd. Wat moeten we hieronder verstaan? Waar komt deze term vandaan? Lezen we in de bijbel hier iets over? Hebben meerdere vergaderingen ook meer macht? Hebben zij bijv. zeggenschap over een kerkenraad? Op deze en andere vragen gaan wij in het tweede artikel in, met als hoofdthema: ‘Op weg naar de Generale Synode van 2024’.
Verdieping
Wat moeten we nu eigenlijk onder de term meerdere vergadering(en) verstaan? De meerdere vergaderingen worden, in de synodale lagen binnen het presbyteriaal-synodaal stelsel ook wel classis, particuliere synode (afgekort vaak aangeduid met de letters PS) en generale synode (afgekort aangeduid met de letters GS) genoemd.
De meerdere vergaderingen zijn (feitelijk) samenkomsten, vergaderingen van meerdere kerken. De basis ligt echter altijd bij de plaatselijke gemeente, die een eigen kerkenraad heeft. Deze kerkenraad (in de regel bestaande uit predikant, ouderlingen en diakenen), vertegenwoordigt de kerkelijke gemeente, in en buiten rechte zoals wij dit als juristen plechtig zeggen. Dat betekent dat de kerkenraad, in de regel weer vertegenwoordigt door haar preses (voorzitter) en haar scriba (secretaris), de kerkelijke gemeente als rechtspersoon vertegenwoordigt in bijv. de aankoop van een pastorie, maar ook in een andere kerkelijke vergadering (zoals bijv. in de classis of PS). De kerkenraad komt in de regel op vaste tijden in de maand bij elkaar. Zo vergaderen de meeste kerkenraden (min.) 1x in de 4 weken, dan wel 1x per maand.
De kerkenraad is een vergadering die, naar de opdracht van onze Here Jezus, opzicht en tucht oefent en als permanent college het gezag van Christus over Zijn gemeente uitoefent. Wat verschilt met bijv. de classis of PS dan wel GS. Deze vergaderingen komen in de regel niet op vaste tijden bij elkaar, in die zin dat de classis in de meeste gevallen eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar bij elkaar komen. Vandaar ook de term voorjaars – en najaarsclassisvergadering.
Elke kerkelijke gemeente die valt binnen het ressort van een bepaalde classis vaardigt een aantal broeders ouderlingen en/of diakenen af. Deze afgevaardigden worden middels een lastbrief door hun kerkenraad c.q. gemeenten naar deze classisvergadering afgevaardigd.
De kerkenraad heeft, zo zeggen we dat dan, een eigen macht. Zij is gekozen uit leden van een plaatselijke gemeente (in de regel 1x per jaar). De meerdere vergadering heeft een afgeleide macht. Je zou ook kunnen zeggen dat de kerkenraad wel kan bestaan zonder meerdere vergadering, maar niet andersom: de meerdere vergadering kan niet bestaan zonder kerkenraad.
De woorden die ter aanduiding van de meerdere vergaderingen worden gebruikt zijn al eeuwen oud. Zo sprak de Nationale Synode van 1578 van grootere en mindere “versamenlinghen’ maar ook van ‘meerder en minder versamenlinghe’.
Het woord groter of meerder zoals gebruikt in de Nationale Synode wijst op het groter aantal leden van de kerkelijke vergadering, maar ziet ook op de term meerder gezag, omdat deze verzameling van kerken - deze meerdere kerken - een beslissing nemen.
Het woord grooter, of thans in de huidige Nederlandse taal groter genoemd of ook wel hooger (hoger) betekent niet een hoger bestuur, geen superior bestuur. Het betekent wel dat de meerdere kerken, via haar afgevaardigden, haar gezag om over een bepaald onderwerp een beslissing te nemen, samenbrengen. De term of uitdrukking meerdere vergadering betekent dat in deze samenkomst meer kerken in aantal bijeenkomen dan in een mindere vergadering (een kerk).
De plaatselijke kerkenraden zijn, in verhouding tot de classis een mindere vergadering, en de classes weer een mindere vergadering in verhouding tot de particuliere synoden en deze laatste weer een mindere vergadering in verhouding tot de generale synode. Nog weer anders gesteld, in een meerdere vergadering zijn dus meer kerken vertegenwoordigd dan in een mindere.
Maar let wel, de meerdere vergaderingen hebben geen hogere bestuursmacht of kerkregering. De macht van de kerken in een classisvergadering blijft dezelfde. Echter, maar in die gevallen die naar afspraken op de tafel van de meerdere vergadering dienen te komen, laat de mindere vergadering de beslissing over aan de meerdere vergadering.
Bijbelse vertaling
De meerdere vergaderingen ontlenen deze bevoegdheid om beslissingen te nemen derhalve aan de (plaatselijke) kerken en de roeping en het recht om in een meerdere vergadering samen te komen ontlenen zij aan het Woord van God, denk aan Matth. 18: 15-17 en aan Hand. 15: 2, alsook aan Cor. 18, de verzen 1, 4 en 19. Je zou kunnen zeggen dat in de meerdere vergadering het gezag van de afzonderlijke kerken samenkomt.
Als motief voor het houden van een synode (in Emden in 1571) noemde de oproepingsbrief dat de kerkelijke eenheid strekken zou tot Gods eer en tot opbouw van Zijn gemeente. Deze in 1571 vastgelegde organisatie van de kerken werd door de (plaatselijke) kerken goedgevonden en niet door de synode opgelegd. Zo formuleert dr. H. Bouwman in zijn standaardwerk Gereformeerd Kerkrecht het als volgt: ‘Immers, de Gereformeerden waren een in hun belijdenis, hun eenheid rustte daarop, en al wat op het stuk van de kerkregering uit Gods Woord was afgeleid was reeds aanvaard’. Ook schrijft hij vervolgens: ‘Omdat de kerken een zijn in Christus, een in belijdenis, en zij geroepen zijn die eenheid naar buiten zoveel mogelijk in de praktijk te brengen, hebben zij samen ook de bevoegdheid ordeningen te maken, die, in onderwerping aan Gods Woord en de gemeenschappelijke belijdenis, als regel gelden voor het leven en welzijn der gezamenlijke kerken’.
Nog weer anders gezegd, naast het fundamentele beginsel van de zelfstandigheid van de plaatselijke kerk, dient er ook een ander uitgangspunt te gelden, namelijk dat van de eenheid van de kerken (zie bijv. de kerkorde van Emden in 1571 en vastgelegd in artikel 1). De gereformeerde belijdenis gaat uit van de eenheid van de kerk, en dat in de erkenning van het koningschap van Christus en de eenheid in de Schriftuurlijke leer (zo ook geformuleerd in een notitie uit december 2020 van het Deputaatschap Kerkorde en Kerkrecht over het karakter van ons kerkverband).
De basis voor ons kerkverband is dan ook het gemeenschappelijk belijden, het streven naar eenheid en het maken van afspraken om kerkelijk samen te leven, aldus prof. dr. H.J. Selderhuis, in zijn notitie over de synode gehouden in 1571 in Emden. Nog weer anders verwoord, de gereformeerde kerken kregen een presbyteriaal-synodale kerkregering, waarbij het primaat ligt bij de plaatselijke kerken, die tot een geheel worden verbonden in classis en synodale landskerken, aldus Calvijn.
Maar wat betekent dit nu in de kerkrechtelijke praktijk? De kerkenraad van een plaatselijke kerk (predikant, ouderling en diaken) heeft van Christus de kerkelijke macht ontvangen; zij hebben goddelijk gezag, de classis of een particuliere synode hebben een afgeleid gezag; zo ook volgens Voetius die stelt: ‘ zo dat de macht van de meerdere vergaderingen, uit afgevaardigden samengesteld (….) niet absoluut maar beperkt is en (….) niet als overheid maar dienend.
Je zou dus kunnen zeggen dat de classis een beperkte of dienende macht heeft. De ene kerk mag niet over de ander kerk heersen, dat geldt ook voor meerdere vergaderingen. De plaatselijke kerken hebben zich echter wel verbonden aan het kerkverband in hun streven naar eenheid van belijden en zij hebben zich dan ook verbonden aan beslissingen van bijv. een classis of particuliere synode, ook al is de plaatselijke gemeente bij monde van haar kerkenraad het niet eens met dit besluit.
De meerdere vergaderingen behandelen zaken die de plaatselijke kerken gezamenlijk betreft, tot bijv. revisie- en appelzaken en tot alles wat een mindere vergadering zelf niet heeft kunnen afdoen. Dit alles heeft als doel, zo schrijft prof. dr. Selderhuis in het Handboek Gereformeerd Kerkrecht, de vrede, opbouw en welzijn van de kerken te bevorderen. Uitgangspunt blijft de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente, maar deze vormen samen met de meerdere vergadering een geheel.
Besluiten van een meerdere vergadering
Wanneer een meerdere vergadering een besluit neemt, betekent dit dat in beginsel de plaatselijke gemeente hieraan is gebonden. Zij heeft, door middel van haar afvaardiging, afgesproken zich aan deze besluiten van een meerdere vergadering te houden, dit tenzij een kerkenraad van mening is dat het genomen besluit (van een meerdere vergadering) in strijd is met Gods Woord, de belijdenis of de kerkorde, zie artikel 31 KO. In de kerkorde hebben wij hiervoor de mogelijkheid van revisie of appel geboden. In het volgende artikel gaan wij hier uitvoerig op in.
Afronding
Wij hebben als gereformeerde belijders al eeuwen ons kerkbestuur vormgegeven in het presbyteriaal-synodaal stelsel. Dat stelsel gaat uit van eenheid in belijden. De plaatselijke kerk is autonoom, maar is wel onderdeel van een groter geheel, het kerkverband, waarin meerdere vergaderingen als classis en particuliere synode een belangrijke rol spelen, maar niet mogen overheersen. In de kerkelijke praktijk van 2023 zien we dat dat hier en daar schuurt. In een van de volgende artikelen gaan we daar dieper op in.
Mr. Peter Raven is kerkrechtjurist en promovendus aan de TUA.