Precies vijf eeuwen geleden verschijnen de eerste gezangen van Luther in de Duitse liedboeken. Het vormt het begin van een rijke lutherse kerkliedtraditie, die nog altijd invloed uitoefent en kracht heeft.

 

Niet minder dan vierentwintig liederen van Luther zijn in 1524 in omloop. Maar de dichtader is nog niet uitgeput: gaandeweg verschijnen er de jaren door nog ten minste twaalf andere liederen van zijn hand. Zo maakt hij, als de Turken Europa dreigen binnen te vallen, het lied ‘Verleih uns Frieden gnädiglich’, een vertaling van het Latijnse ‘Da pacem Domine’. En als hij in 1534 met z’n gezin het kerstfeest wil vieren, schrijft hij bij wijze van rollenspel het kinderlied ‘Vom Himmel hoch, da komm ich her’. Daarin daalt een engel neer, vertelt de blijde boodschap, waarna de kinderen al zingend het Kind gaan opzoeken en aanbidden.

In deze jaren ontstaat ook Luthers beroemdste lied: ‘Ein feste Burg ist unser Gott’. Nee, het vindt z’n oorsprong niet in de periodes dat Luther op de Wartburg of de Coburg doorbrengt. Zijn lied ontstaat gewoon in Wittenberg, als er veel leed en aanvechting is en Luther houvast en troost zoekt. Die vindt hij in Psalm 46: ‘God is voor ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.’ Naar aanleiding van die woorden zingt Luther over God als burcht en toevlucht en bezingt hij de kracht van het Woord dat van geen wijken weet. Later zullen de lutheranen zich zo met dit lied vereenzelvigen, dat ze hier en daar als ‘Festburgsinger’ worden aangeduid.

 

Evangelie

Tot zijn dood blijft Luther bezig met het kerklied. Een paar jaar voor zijn sterven in 1546 bezorgt hij een zogenoemd begrafenisbundeltje, waarin liederen over vergankelijkheid en troost zijn samengebracht. Onder andere zijn Psalm 130 staat erin, evenals het lied ‘Mitten wir im Leben sind’, een vertaling van het middeleeuwse ‘Media vita in morte sumus’. En ook neemt hij zijn vertolking van de Lofzang van Simeon (‘Mit Fried und Freud ich fahr dahin’) op, een lied dat Bach later zal verwerken in zijn beroemde ‘Actus Tragicus’ (BWV 106).

Een jaar voor zijn dood schrijft Luther nog een woord vooraf in een nieuw gezangboek dat in Leipzig op de markt wordt gebracht. Wie het Evangelie begrepen heeft, stelt hij daarin, móét ervan zingen. ‘Want God heeft ons hart en gemoed vrolijk gemaakt door Zijn lieve Zoon, Die Hij voor ons gegeven heeft tot verlossing van zonde, dood en duivel. Wie dit serieus (‘mit Ernst’) gelooft, kan niet anders dan vrolijk en naar hartenlust (‘fröhlich und mit Lust’) hierover zingen en spreken, zodat anderen het ook horen en erbij komen.’

 

Doorwerking

Luthers liederen kennen, al tijdens zijn leven maar ook na zijn dood, een brede uitstraling en enorme uitwerking. Sowieso in de lutherse traditie. In talloze Duitse gezangboeken worden de gezangen van de reformator steeds weer opgenomen. Ook het huidige ‘Evangelisches Gesangbuch’ telt de nodige liederen van Luther.

In de verspreiding van dit repertoire speelt de muziek een grote rol. Duitse componisten als Buxtehude en Bach en later Mendelssohn toonzetten deze zestiende-eeuwse teksten voor orgel of koor en orkest. Denk aan Bachs koraalcantate ‘Christ lag in Todesbanden’ (BWV 4), aan diens orgelbewerking van Luthers dooplied ‘Christ unser Herr zum Jordan kam’ (BWV 684), of aan het koorstuk ‘Verleih uns Frieden gnädiglich’ van Mendelssohn.

 

Nederland

Luthers lied vindt ook een voedingsbodem in Nederland, niet alleen bij lutheranen maar ook onder gereformeerden. Al direct in de zestiende eeuw wordt in gereformeerde gezangboeken een aantal liederen van Luther in vertaling verspreid. Het bekendste is het ‘Gebed des Heeren’, een vertaling van Luthers ‘Vater unser im Himmelreich’. Dat gezang neemt Petrus Dathenus in 1566 op in zijn psalmboek, een vertaling van het Geneefse Psalter, in de kleine collectie gezangen achterin. Al snel duikt in de edities van Dathenus’ psalmen een tweede gezang van Luther op: zijn Credolied (‘Wir glauben all an einen Gott’).

Interessant is dat in het noorden en oosten van het land – in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel – onder gereformeerden nog meer liederen van Luther in omloop zijn. Daar staan bijvoorbeeld ‘Ein feste Burg’, ‘Erhalt uns, Herr, bei deinem Wort’ en ‘Christ lag in Todesbanden’ in vertaling in de gereformeerde liedboeken.

 

Hoogtepunt

Officieel zingen de gereformeerden in ons land tot de negentiende eeuw uitsluitend psalmen – afgezien van de kleine collectie ‘Eenige Gezangen’. Daar komt in 1806 een eind aan, als de bundel ‘Evangelische Gezangen’ verschijnt. Daarin staat echter geen enkel lied van Luther. Dat verandert in 1869, als de ‘Vervolgbundel’ verschijnt. In een klein aanhangsel met klassieke liederen zijn in deze uitgave nu ook een paar gezangen van Luther opgenomen, waaronder ‘Een vaste burg’, in de bekende versie van J.J.L. ten Kate.

In de twintigste eeuw krijgt deze trend een vervolg. De hervormde zangbundel van 1938 telt zes Lutherliederen, waaronder een vertaling van Luthers kinderkerstlied ‘Vom Himmel hoch da komm ich her’. Het volgende gezangboek, het ‘Liedboek voor de kerken’ uit 1973, bevat maar liefst zeventien liederen van de reformator. Vaak in nieuwe vertalingen en veelal ook getoonzet op de oorspronkelijke melodieën. Zo gaat ‘Een vaste burcht’ in deze uitgave niet op de statige, niet-ritmische wijs, maar op de oorspronkelijke springerige, ritmische melodie.

Na het ‘Liedboek voor de kerken’ blijkt de aandacht voor Luthers lied in Nederland over zijn hoogtepunt heen. In het nieuwste ‘Liedboek’ (2013) staan bijvoorbeeld nog maar twaalf liederen van de reformator, en in de recente bundel ‘Weerklank’ (2016) zijn er maar vijf van hem opgenomen.

 

Luther leeft

‘Al is hij gestorven, hij leeft’, moet Melanchthon na Luthers dood gezegd hebben. Dat geldt zeker voor zijn liederen. In al die teksten en melodieën blijft Luther een levende stem voor hedendaagse christenen. Ze kunnen na vijfhonderd jaar nog altijd met hem meebidden en meebelijden, met hem meekreunen en meeklagen, met hem meejuichen en meejubelen.

Luthers liederen – hij schreef er meer dan zesendertig – vormen ook anno 2024 een rijke schat die we niet dan tot onze schade onaangeroerd laten.

 

Jaco van der Knijff, Apeldoorn

 

Dr. J. van der Knijff is docent liturgiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Dit tweeluik is een weergave van zijn bijdrage aan de Vormingscursus van de Christelijke Gereformeerde Kerken in het seizoen 2023-2024.


Commentaar

  • Vergeving 2025-03-01 08:23:23

    Als ik vanuit mijn studeerkamer naar buiten kijk, zie ik een witte wereld. Begin februari viel er...

  • Het kwaad 2025-02-15 11:00:18

    Je hoeft de kranten maar te lezen of het journaal te horen en je ontdekt dat het kwaad steeds...

  • Hulpverlening of het geweten sussen 2025-02-01 08:42:27

    Ik hoorde het verhaal in Mozambique, in de jaren dat we daar woonden. Er kwam een groep medici en...

  • Oorlogsverleden 2025-01-17 18:49:37

    Sinds kort is het mogelijk om het oorlogsverleden van Nederlanders via de website...