Als een Israëliet sprak over de God der wrake, had hij de God van het verbond, op wie je uiteindelijk aan kunt. De HERE, die als Koning, Rechter en Strijder zijn woord volvoert. Wat betekende voor een Israëliet de goddelijke wraak nu concreet?
Als God zich wreekt, betekent dat in de eerste plaats voor een Israëliet dat de eer van God gehandhaafd blijft. Daar roept hij ook om, in de Psalmen. God der wraken, verschijn blinkende! (Ps. 94). Is er nog een God die recht doet op aarde? (Ps. 58) Het gaat toch om úw volk, úw knechten, úw erfdeel, úw tempel (Ps. 79)! Als God niet in wrake zou komen, zou zijn heilige naam onteerd worden.
Als God zich wreekt, betekent dat in de tweede plaats voor de gelovige, dat het verbond tussen God en zijn volk wordt bewaard. De goddelozen tasten het verbond aan. Zegen en vloek van het verbond lijken niet meer te functioneren, want de goddelozen gaat het voor de wind, de vromen worden verdrukt. De roep om Gods wraak is niets anders dan de vraag of God zijn eigen verbond gestand doen, de verbondsvloek wil voltrekken.
Als God zich wreekt, betekent dit eveneens dat het recht hersteld wordt. Recht en gerechtigheid vormen de grondslag van de samenleving. Er is niets ergers dan de teloorgang van het recht. Gods wraak helpt een mens, een volk te-recht, en roept een halt toe aan het onrecht.
Als God zich wreekt, bevrijdt Hij zijn volk van vijandige machten. Vol vreugde kondigt Nahum de bevrijding van de Assyrische onderdrukking aan, als gevolg van de wraak van God.
Als God zich wreekt, brengt dit – in de vijfde plaats – de oudtestamentische gelovige vreugde, hoop, uitzicht. Omdat door Gods wraak aan vijandschap en kwaad een einde komt. Gods wraak baant de weg naar de toekomst, de woestijn kan dan weer gaan bloeien (Jes. 35).
Van Oud naar Nieuw
Het Nieuwe Testament brengt over de wraak van God principieel gezien geen andere boodschap dan het Oude. Wel zie je een verschil tussen beide Testamenten. In het Nieuwe wordt veel minder over de wraak van God gesproken en dan vooral betrokken op het einde, Gods grote toekomst. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de komst van de Here Jezus en zijn werk. De wraak van God over alle kwaad, die Hém aan het kruis van Golgotha treft. Hij die voor heel zijn volk de straf draagt, die ons de vrede aanbrengt. Dit evangelie gaat de wereld in na Jezus’ dood en opstanding, in de lange tussentijd, onderweg naar de jongste dag als God definitief zal rechtspreken. In deze tussentijd waarin wij leven, groeien tarwe en onkruid samen op. Toch kan ook nú sprake zijn van de wraak van God, lees bijvoorbeeld over de overheid als ‘toornige wreekster’ in Romeinen 13:4 of het ethische vermaan in 1 Thessalonicenzen 4:6. Maar de tijd van het heden wordt gekenmerkt als de tijd van Gods lankmoedigheid en wereldwijde genadeprediking. Tegelijk staat de wrekende Rechter voor de deur, voor allen die Christus’ werk hebben veracht. En zo heeft juist in de eindtijdverwachting van het Nieuwe Testament de wraak van God een belangrijke plaats (Luc. 18:1-8; Openb. 6:10 en 19:2).
Zondagse prediking
Ooit kreeg ik in een predikantenconferentie de vraag: hoe moeten wij nu preken over de wraak van God – want dat vinden we zo moeilijk. Mijn antwoord bestond grosso modo uit het volgende.
Uiteraard zou ik als prediker beginnen met aan de gemeente het verschil uit te leggen tussen onze moderne, negatieve, vulling van het woord ‘wraak’ en de positieve betekenis ervan in de Bijbel. Dit is gewoon een kwestie van het bijbelse ABC aanleren. Ook zou ik in een preek over een wraaktekst al snel ingaan op de vraag welk Godsbeeld we nu eigenlijk hebben. Er worden zoveel eenzijdige, of zelfs verwrongen Godsbeelden gevonden … Een vaag, onpersoonlijk Godsbeeld, in de trant van ‘Er zal wel een god zijn..’. Of het beeld van een god die op veilige afstand blijft, vast en zeker wel bestaat maar van wie je verder niets merkt. Of een humaniserend godsbeeld: de god die als het er op aan komt content is met ons unieke mensen en van wie geldt: ‘Vergeven is zijn vak’ (Voltaire). Tegenover dit soort onpersoonlijke, vage, of suikerzoete godsvoorstellingen prediken we met kracht Hem, die de Levende is.
Van veel belang is het om er in de prediking dan ook op te wijzen dat het bijbelse spreken over de wraak van God tegelijk ook inhoudt een verbod aan ons adres om ons zelf te wreken. Weinig dingen zijn zo erg als onrecht dat je wordt aangedaan. Als je langs normale wegen je recht niet kunt krijgen, hoe kun je dan ervan dromen je eigen recht te gaan halen. Maar dat God de God der wrake is, betekent ook dat ons recht in zijn handen veilig is. En dat we de dingen in zijn hand moeten overlaten.
Machtige troost
Wat de prediking van de wraak van God ook zo duidelijk laat zien, is dat Hij reëel betrokken is op het gebeuren in deze wereld, nauw betrokken bij het wel en wee van ons mensen. De wraak van God licht op in onze wereldgeschiedenis, in de gerichten die over het volk Israël gaan, en in de val van goddeloze metropolen als Ninevé, Babel, Rome. En die lijnen kunnen we doortrekken naar vandaag. God ziet niet werkeloos toe bij het wereldgebeuren. Elke macht die zich verheft moet weten dat God regeert.
Dat brengt dan ook een machtige troost met zich mee. Troost, omdat de HERE onze God een God is op wie je niet tevergeefs een beroep doet. De God van het verbond, die ziet en hoort, en zijn Woord gestand doet. Troost voor de talloze verdrukten en vertrapten, alle beroofde en bedrogenen van onze geschiedenis.
Ten slotte zou ik in de prediking expliciet de vreugde verwoorden die de wraak van God met zich meebrengt. De machtige hoop dat eens de werken van de duivel en alle heerschappij, die zich tegen God verheft, mitsgaders alle boze raadslagen die tegen Gods heilig Woord bedacht worden, voorgoed verstoord zullen worden (antw. 123 Heidelberger Catechismus) – en dat dan alle knie zich voor Jezus buigen zal (Filp. 2:11).
Twee slotopmerkingen. Ten eerste moeten we over de wraak van God nooit denken en spreken los van Christus. Jezus is het die het wraakgericht Gods voor ons gedragen hééft. Dit kleurt het heden als de tijd van Gods lankmoedigheid. Ten tweede moet in ons denken en spreken over God altijd absoluut voorop staan het ‘alzo lief heeft God de wereld gehad…’ Tussen Gods wraak en liefde is geen 50%-50% evenwicht. Het overwicht van Gods machtige, trouwe liefde is in de gehele Schrift evident. Nergens staat dat God wraak is – maar rotsvast staat geschreven dat God liefde is. Gods toorn en wraak zijn een realiteit, maar het zijn variabelen. Gods liefde echter is een constante in zijn relatie met ons mensen. Om Jezus’ wil.
H.G.L. Peels, Oene
Prof. dr. H.G.L. Peels is emeritus hoogleraar Oude Testament van de Theologische Universiteit Apeldoorn