Toch visser geworden
Ds. Van de Groep wilde ooit visser worden. Het water boeit hem nog altijd. Daarom gaat hij nog steeds in de vakantie graag varen. Hij mag dan al 33 jaar weg zijn uit zijn geboortedorp Bunschoten, zijn liefde voor het water verraadt nog altijd zijn afkomst.
Visser zou hij echter niet worden. Van de Groep begon op een belastingkantoor in Amersfoort en werkte vervolgens zo?n acht jaar bij de AMRO-bank in Hilversum, waar hij de leiding had over een jonge club mensen. Daar leerde hij veel.
Toen Van de Groep en zijn vrouw al vier kinderen hadden, kwam bij hem de overtuiging dat hij predikant moest worden. Dus toch visser, maar dan van mensen. Naast zijn werk bekwaamde hij zich in de theologie, via de zogenaamde ?artikel 8?-route, een mogelijkheid die de kerkorde geeft predikant te worden op singuliere gaven, dus zonder ?Apeldoorn?.
?Maar ik heb de hele lesstof van Apeldoorn wel zo?n beetje gehad hoor?, zegt Van de Groep. ?Dat wilde ik ook. Ik wilde goed voorbereid de kansel op.? Hij kijkt met vreugde terug op de lessen die hij kreeg van onder meer de predikanten Den Butter, Westerink, Biesma sr. en Brons sr.
Zijn vrouw werkte ondertussen in de psychiatrie en het ziekenhuis. ?Middelijkerwijs heb ik door haar de opleiding kunnen doen. Doordat zij werkte, kon ik me op mijn studie concentreren. We waren dus al heel modern, met de vrouw als kostwinner?, constateert hij lachend. Hij wil graag onderstrepen dat zijn vrouw hem in zijn predikantschap altijd tot grote steun is geweest. ?Ik heb heel veel ruimte gekregen van haar. Als een gesprek of vergadering eens uitliep, klaagde ze nooit. Zij zat ondertussen wel alleen met de kinderen. Haar houding is heel belangrijk geweest voor me.?
Koeien en patat
De eerste gemeente die Van de Groep diende, was Siegerswoude-De Wilp. ?Daar liepen de koeien voor de ramen van de kerk. Schitterend h??, zegt hij. ?Ik heb daar veel geleerd?, blikt hij terug. ?Er zaten mensen in de kerkenraad die op een broederlijke wijze wat van mijn preken durfden te zeggen. Dat is leerzaam.?
De gemeente van Siegerswoude was nog niet zo lang christelijk gereformeerd en had vooral bij de ouderen invloed ondergaan van de evangelist Kits. ?Ik kreeg er een abonnement op Het Zoeklicht, want dat hoorde er een beetje bij?, typeert Van de Groep het karakter.
?Ik heb me er altijd erg thuisgevoeld. Er was ruimte voor het Woord. En een diep geestelijk leven, ook bij jonge mensen?, zegt hij. De predikant maakte er ook moeilijke gebeurtenissen mee. ?Soms wist ik werkelijk niet wat ik moest zeggen. Maar dan begonnen de mensen zelf over de kracht die ze vonden in God. Ik vind het bijzonder dat God overal mensen geeft van wie je als predikant kunt leren.?
Over elke gemeente die hij diende, zou hij uren kunnen vertellen, zegt hij. ?Ik heb altijd in fijne gemeentes gestaan, waar ik merkte dat er voor me gebeden werd. Overal heb ik Gods Woord kunnen verkondigen. Ik heb altijd sterk het gevoel gehad dat ik op de plek was, waar de Here me wilde hebben.?
Na Siegerswoude volgde Aalten, een gemeente met veel jonge gezinnen. Van de Groep ervoer de vele contacten met de jongeren daar als bijzonder. ?Doordat wij een groot gezin hadden, kwam de jeugd al snel bij ons over de vloer?, herinnert hij zich. ?Mijn vrouw bakte op zaterdagavond patat. Erg gezellig was dat.?
Gebed voor de kansel
Na 8.5 jaar nam Van de Groep het beroep van Opperdoes en Enkhuizen aan. De meeste kinderen bleven achter in Aalten. ?Daar waren ze heel sterk geworteld geraakt. Het was moeilijk er weg te gaan.?
Opperdoes en Enkhuizen waren twee gemeenten. Daarom moest er veel dubbel werk gebeuren, zoals elke zondag drie keer preken. ?Het was geen probleem?, haast hij zich te zeggen. ?Ik heb het altijd graag gedaan.?
Toch ervoer hij het beroep uit Heerde als ?een bijzonder geschenk?. Hij kwam met zijn vrouw weer dichter bij de kinderen wonen. Ook bij zijn gehandicapte zoon, die toen in een gezinsvervangend tehuis bij Doetinchem woonde, en inmiddels naar Vierhouten is verhuisd. Hij blijft daarom in Heerde wonen.
Van de Groep vond veel voldoening in al het predikantswerk. ?Preken vind ik prachtig?, zo zegt hij. ?Vaak preekte ik ook voor mezelf. Je komt als zondig mens op de preekstoel. Daarom vind ik het gebed voor de kansel zo belangrijk. Je bidt of God alles wegneemt wat hindert en alles geeft wat je nodig hebt. Dan gebeurt er wat.?
Van de Groep zegt in zijn preken altijd ?Jezus Christus en Die gekruisigd? te hebben willen verkondigen. ?Met die tekst ben ik begonnen. Daar zit alles aan vast. Het gaat erom dat we Jezus kennen, dat we weten wie Hij voor ons is. We moeten allemaal leren van pure genade te leven, gerechtvaardigd door het geloof alleen. En het kan voor iedereen.?
Zo heeft hij ook altijd in het bredere kerkelijk leven willen staan, als dienaar van het Woord. ?Niet links of rechts, dat vind ik van die verschrikkelijke termen?, zegt hij. Van de Groep zegt graag series preken te houden uit eenzelfde Bijbelboek, ook omdat dit behoedt voor eenzij-digheden. ?Het voorkomt dat je elke zondag een tekst kiest die je goed ligt. In een serie komen ook gedeeltes aan de orde die je anders gemakkelijk zou overslaan.?
Humor
In alle gemeentes die hij diende, heeft Van de Groep ook over alle drie de belijdenisgeschriften gepreekt. ?Als echt gereformeerde moet je wel weten wat je belijdt, vind ik. Je moet er in ieder geval een keer doorheen gegaan zijn. In Heerde heb ik ook preken over het doopformulier en avondmaalsformulier gehouden. Ik vond het mooi daar eens diep in te duiken.?
Van de Groep denkt dat hij in de loop der jaren eenvoudiger is gaan preken. ?Niet ten koste van de inhoud en de diepte van het evangelie, maar ik vraag me vaker af: begrijpen ze het? Ik heb er wel eens zorgen over dat de Schriften minder open gaan. Er zijn zoveel andere dingen interessant. De kennis gaat ontbreken. Ik wil het verleden niet idealiseren, maar de huidige tijdgeest werkt niet mee voor een goed functionerend gemeenteleven.?
?Het is mooi werk hoor?, zegt hij echter nog eens. ?Soms is het zwaar, maar je krijgt van de Here zelf wat je nodig hebt om Hem te dienen.? Van de Groep zegt dat ook humor heel belangrijk geweest is in zijn werk. ?Diep geestelijk en geestig leven gaan vaak samen?, benadrukt hij. ?Een relativerende opmerking op een gespannen vergadering kan ontzettend veel betekenen.?
Wat er na het afscheid komt? De predikant hoopt meer tijd te hebben om te lezen. ?Ik heb nog zoveel mooie boeken liggen?, zegt hij. Vooral hoopt hij meer aandacht te gaan besteden aan zijn kinderen en kleinkinderen en zijn gehandicapte zoon. ?Ik probeerde er altijd al wel te zijn voor ze, maar nu kan ik er nog wat intensiever bij betrokken zijn. Daar zie ik naar uit.?
En hij blijft preken. Ook blijft hij deel uitmaken van de redactie van het Kerkblad voor het Noorden. Al is hij met emeritaat, hij is dus nog niet uitgewerkt.
We prijzen ons gelukkig met deze broeder in de redactie, die in haar zijn plaats inneemt zoals hij zichzelf heeft geschetst.
Apeldoorn
Mark Wallet
Dit artikel is een bewerkte versie van het interview dat met ds. G. v.d. Groep in De Wekker stond.