Drie weken gastgezin
Hieronder volgen de belevenissen van ??n van die gastouders.
In het voorjaar van 2003 lazen mijn vrouw en ik in het Friesch Dagblad een artikel over de stichting EKH. Veertien dagen later stond er in het Gemeentecontact van de CGK Dokkum een oproep om je aan te melden als gastouder. Was dit toevallig? Mijn vrouw en ik hadden het wel eens gehad over de opvang van kansarme kinderen. We besloten ons aan te melden. Na een intakegesprek kregen we op een voorlichtingsavond in Leeuwarden te horen, dat we twee zusjes (van 7 en 10 jaar) zouden krijgen uit Oldenburg (Duitsland). We stuurden meteen een briefje (met een foto van ons gezin) naar de zusjes om hen te laten voelen dat ze welkom waren.
De voorbereidingen
De slaapkamer werd ingericht, er werden twee kinderfietsen geregeld en we gingen op zoek naar een Duitse kinderbijbel. We wisten trouwens niet of deze kinderen bekend waren met het christelijk geloof. Maar er was nergens een Duitse kinderbijbel te vinden. Dan maar vanuit het Nederlands proberen te vertalen. (Later vonden we op een boekenmarkt een Bijbel in heden-daags Duits).
De aankomst
Toen was daar het moment om de kinderen bij de bus in Leeuwarden af te halen. Er stonden veel mensen te wachten tot hun namen werden afgeroepen.
Na een poosje klonk het: ?Sandy en Michaela voor de familie Sijtsma.? Twee schuchtere meisjes, met een tasje in de hand kwamen naar buiten. Ze herkenden ons van de foto. Maar toch.
Het is heel wat voor kinderen, om zomaar drie weken bij wildvreemde mensen een poosje te logeren. Vanaf toen waren we Onkel Pieter und Tante Geke. Zodra we in Dokkum waren, belde ik hun moeder op om te vertellen dat ze veilig waren aangekomen.
De taal
De eerste maaltijd was spannend. Zouden ze het eten lusten? En bidden in het Duits, zou dat lukken? En de kleuterbijbel van Evert Kuyt in het Duits voorlezen? Een voordeel was dat de kinderen zo nu en dan naar de Evangelisch Lutherse Kerk gingen. Dus kenden ze een aantal verhalen uit de Bijbel. Maar bidden voor en na het eten waren ze niet gewend en ook niet dat er uit de Bijbel werd gelezen. Voor de kinderen was dit allemaal nieuw.
De Duitse naamvallen blijven lastig. E?n van de kinderen corrigeerde mij tijdens het bidden. Ik bad: ?Wir danken Ihnen für das Essen ?.?, maar ik had de zin nog maar amper uitgespro-ken, of ze zei: ?Wir danken Dir?. Ik vertelde haar dat ik het fijn vond, dat ze mij verbeterde, maar dan wel graag na het bidden. Na een weekje zeiden de kinderen dat Onkel Pieter ook wel in het Hollands kon bidden, want ze konden het nu wel verstaan. Een enkele keer vroeg ??n van de kinderen of ze het Vater Unser (Onze Vader) mocht bidden. En natuurlijk mocht dat.
We konden redelijk goed met hen spreken. Maar soms keken ze ons niet begrijpend aan. Ik herinner mij dat ze eens nodig naar bed moesten. Ik zei toen: ?Du musst fortmachen?. Ze snapten er niets van. Dus zei ik het nog een keer. Maar ?fortmachen? is geen Duits woord. Ik had het een keer gelezen in een kinderboek over de Tweede Wereldoorlog.
Wij waren gewend met onze kinderen voor het slapen gaan ?ik ga slapen, ik ben moe? te zin-gen. Dit hebben we de beide meisjes ook geleerd. Na twee weken zongen ze de tekst van twee coupletten voluit in het Nederlands mee.
Activiteiten
De meisjes mochten graag in Dokkum winkelen. Of mijn vrouw stuurde ze naar Super de Boer voor een paar kleine boodschappen. Maar ook de zonsondergang in de Waddenzee bekijken bij Wierum, buiten in de tuin eten, een dagje naar het strand te Lauwersoog, of een keer varen in een motorbootje rond Dokkum, behoorden tot de favoriete bezigheden. Maar het gaat er vooral om te laten zien, hoe het in een normaal gezin gaat, waarbij regelmaat erg belangrijk is.
De zondag
In Oldenburg waren de kinderen niet gewend om iedere zondag naar de kerk te gaan. We be-sloten om ze toch maar mee te nemen naar de middagdienst. In veel gevallen konden ze de liederen meezingen, omdat de melodie bekend was. Maar het bidden en de preek? ?Onkel Pie-ter, es ist so langweilich?. Ik begreep het. Toen op een keer aan het eind van het dankgebed gezamenlijk het Onze Vader werd gebeden, vertelden ze opgetogen, dat ze hadden kunnen meebidden. Wat kun je daar blij van worden.
Contacten met thuis
In het eerste jaar lieten we ze brieven naar huis schrijven. We lieten ze niet bellen, omdat we dachten dat ze dan misschien heimwee zouden krijgen. Toen er na een week een briefje van hun moeder terugkwam, waren ze de koning te rijk. Ze schreven direct terug. De jaren daarna mochten ze een paar keer bellen. Het liefst natuurlijk elke avond, maar ook daar moest struc-tuur in komen.
Mis
Soms krijgen kinderen heimwee. Willen ze eenvoudigweg bepaalde dingen niet. E?n van de meisjes had een keer buikklachten en moest de volgende dag naar de dokter. Daar zag ze ver-schrikkelijk tegenop. Het enige wat ze steeds riep was: ?Ich will nach Hause, ich will nach Hause?. ?s Avonds pakte ze haar koffer in en ging met kleren en al op haar bed liggen met de bedoeling ?s nachts te vertrekken. Voor alle zekerheid heb ik de sleutels van alle buitendeuren onder mijn kussen gelegd. De volgende dag was het gelukkig al weer iets beter. Het is fijn dat je de leiding van EKH in dit soort gevallen als klankbord hebt.
Naar huis
Toen in het eerste jaar de drie weken bijna voorbij waren, wilden ze graag weer naar huis. Ook voor ons was drie weken mooi genoeg. Soms hoor je van anderen, dat de kinderen willen blijven en er tegen opzien weer naar huis te gaan. Maar in onze situatie was dat gelukkig niet het geval. De meisjes verlangden naar hun moeder, oudere zussen en de poes. De koffers werden gepakt en samen met de ontvangen kinderkleding en andere spullen van buren en fa-milieleden in de auto geladen. Bij de bus in Leeuwarden die hen naar Oldenburg bracht, was het afscheid hartelijk. Ze rekenden er op, dat ze het volgende jaar weer mochten komen. Ze riepen in koor: ?Bis folgend Jahr.?
Tenslotte
Inmiddels hebben we dit zeven jaar gedaan. Met verjaardagen en kerst sturen we steevast post. Omdat het vanaf Dokkum slechts twee uur rijden is, hebben we al drie keer het gezin in Oldenburg opgezocht. Voor hen is het feest als wij op bezoek komen. De hele familie zit dan klaar. Het weerzien is hartelijk. De tafel is feestelijk gedekt. En dan komt het: ?Onkel Pieter muß beten, gleichwie in Holland?. Ondanks mijn gebrekkige Duits zitten ze allemaal heel eerbiedig te luisteren.
Het oudste meisje komt inmiddels niet meer in de zomervakantie. Daarom kwam er dit jaar met het jongste zusje een nieuw meisje mee, Lea.
Of we er nog lang mee doorgaan? We weten het nog niet. Het meest ideale is, wanneer je ei-gen kinderen ongeveer van dezelfde leeftijd zijn. Ze kunnen dan gezamenlijk optrekken. Maar dat is bij ons niet meer het geval. In de laatste week vroeg Lea: ?Mag ik volgend jaar terug-komen?? Van zo?n vraag kun je blij worden.
Dokkum
Pieter Sijtsma
Voor meer informatie over Europa Kinderhulp, kijk op www.europakinderhulp.nl