Is er hoop in tijden van crisis? (1)
Het boek dat ik hier (en in een volgend artikel) ga bespreken en waarvan Goudzwaard de belangrijkste auteur is, sluit vrijwel naadloos aan bij zijn boek uit 1982 en andere publicaties die nadien van zijn hand verschenen.
Wegen van hoop in tijden van crisis. armoede ? milieubederf ? onveiligheid ? financi?le malaise. Auteurs: Bob Goudzwaard, Mark Vander Vennen, David van Heemst en Jet Weigand-Timmer (redactie). Uitgegeven in de reeks Verantwoording, door Uitgeverij Buijten & Schipperheijn Motief, Amsterdam 2009, in samenwerking met de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte te Soest. 303 pagina?s, paperback, ISBN 978-90-5881-383-1, prijs ? 25,00.
Het boek werd in 2007 uitgegeven in het Engels onder de titel Hope in troubled times ? A new vision for confronting global crises. De Nederlandse uitgave is herzien ten opzichte van de Engelse.
Problemen zonder oplossing
De aarde warmt op, het milieu wordt aangetast, de armoede en het geweld in de wereld nemen toe en gedurende een jaar is er sprake van een kredietcrisis. Problemen genoeg maar lossen wij ze ook op? De schrijvers van het boek nemen een aantal schijnbare tegenstellingen waar. Naast toenemende verarming is er sprake van groeiende verrijking. En de kloof tussen arm en rijk wordt alleen maar groter. Er stroomt ontwikkelingshulp naar de arme landen maar er gaat per saldo meer geld van de arme landen naar de rijke omdat de arme landen hun rente- en aflossingsverplichtingen moeten nakomen. Een tweede schijnbare tegenstelling: de rijke landen geven steeds meer uit aan veiligheid maar het aantal ernstige terroristische aanslagen neemt alleen maar toe. Steeds geavanceerdere wapens leiden niet tot meer veiligheid. Als derde wijzen ze op het milieu. Er is vertrouwen dat de milieuproblematiek wordt opgelost. Maar wat er ontstaat, is handel in milieuvervuiling waarbij ?het Oosten en het Zuiden hun leefomgeving ?verkopen? om die door anderen (lees: de rijke landen) te laten gebruiken.? Daarnaast hoopt men op de voortgaande ontwikkeling van milieutechniek die ?straks? de problemen wel zal oplossen. Je hoort daarbij weinig mensen voorstellen doen om ons consumptiepatroon zodanig aan te passen dat we minder beroep doen op het milieu. Als vierde wordt het geld genoemd. Geld is een ruilmiddel, nodig om de handel te vergemakkelijken. Maar geld is een eigen leven gaan leiden. De totale schuld van de ontwikkelingslanden is ongeveer gelijk aan de hoeveelheid geld die elke anderhalve dag circuleert rond de wereld. De financi?le markten maken uit of de munt van een land meer of minder waard wordt. Zij beslissen welke ondernemingen en landen kapitaalhulp ontvangen en welke niet.
Blikvernauwing
De schrijvers spreken van een blikvernauwing als het gaat om het oplossen van de problemen. De oplossing lijkt telkens te vinden in het realiseren van economische groei, de inzet van geld en technologische ontwikkeling. Maar wat offeren we daarvoor maatschappelijke gezien op en welke prijs betaalt het milieu daarvoor. Het woord offeren wordt bewust gebruikt. Zou het kunnen zijn dat economische groei een ?godheid? is waar wij met zijn allen aan offeren? In dit verband moet ik denken aan de ondertitel van een boekje uit 1989 waaraan Goudzwaard meewerkte: de dans om het gouden kalf.
Groei
Er zijn volgens de auteurs twee zaken die het denken in het Westen overheersen. In de eerste plaats is er de ongeremde groei van welvaart en bezit. Deze groei is vooral te danken aan de technologische ontwikkelingen waardoor er steeds beter en sneller geproduceerd kan worden. Maar dat is slechts een gedeelte van het verhaal! Rijk en arm groeien op wereldschaal uit elkaar. Maar het blijkt dat ook in de zogenaamde rijke landen de kloof tussen armen en rijken steeds groter wordt. Toenemende welvaart leidt blijkbaar gelijkertijd tot zich verdiepende armoede. Leidt welvaart tot meer vrije tijd en tot minder intensief werken? Waar komen al die personen met stress en burnout dan vandaan? Waarom leidt meer welvaart niet tot minder druk op de mogelijkheid om de zorg uit te breiden? Waarom dan milieuafbraak? Tijd, cultuur en natuur kunnen de alsmaar voortgaande productie niet bijhouden. ?Niet de economie voegt zich naar wat mensen aankunnen, maar mensen en hun arbeid behoren zich aan te passen aan of te voegen naar de groeiende economie.? Wat stilstaat wordt als achteruitgang beschouwt. De schrijvers menen dat de hedendaagse ideologie van onbeperkte vooruitgang onze maatschappij ondermijnt.
Gegarandeerde veiligheid
Naast groei is er in de loop van de tijd een tweede ideologie ontstaan: gegarandeerde vrijheid. Vrede is blijkbaar een product van menselijke technologie en wetenschap. En: meer wapens zullen vrede brengen. Iets dergelijks hebben we gezien gedurende de wapenwedloop tijdens de Koude Oorlog waarin de Sovjet-Unie en de NAVO elkaar meerdere malen totaal konden vernietigen. Werd eerst nog gesproken over het niet-gebruiken van vernietigingswapens (alleen om af te schrikken) in een later stadium werd gebruik op beperkte schaal niet uitgesloten. De wet van de zelfbescherming tegen elke prijs werd bepalend voor een ongebreidelde wapenontwikkeling. Vandaag de dag zijn er andere conflicten aan te wijzen: regionale conflicten tussen buurlanden en burgeroorlogen. Landen bouwen wapenarsenalen op. De ironie wil dat absolute vrijheid uitloopt op verlies van vrijheid. Het doel (vrijheid) rechtvaardigt alle mogelijke middelen (geweld, beknotting van burgerrechten, loslaten internationaal recht). Van vermindering van vrijheid gaat het naar beknotting, inperking en verlies van vrijheid. Vrijheid die absoluut gemaakt wordt leidt zelf tot terreur.
Botsing tussen vooruitgang en veiligheid
Twee zaken blijken er nodig: materi?le vooruitgang en gegarandeerde leefruimte (de auteurs gebruiken hier het Duitse woord Lebensraum). Economie en bewapening grepen in het Duitsland ten tijde van Hitler ook in elkaar? Handhaving van je economische positie en van economische groei lukt alleen als je ook zoveel mogelijk te vertellen hebt op zoveel mogelijk plekken in de wereld. En daarvoor zijn wapens nodig. De auteurs wijzen op de volgende spanning: ?Wanneer de economie onderuit gaat, waar blijven dan de middelen om de nationale veiligheid te garanderen? En wanneer de gegarandeerde veiligheid eindeloos veel blijft kosten, waar blijft dan nog de financi?le ruimte voor economische groei?? Het spreekwoord ?de kruik gaat net zolang te water totdat die barst? doet hier opgeld. Kan zo?n macht zich op langere termijn handhaven? Zal de spiraal van geweld voorkomen kunnen worden tussen de haves en de havenots? Is er een uitweg? Daarover hoop ik te schrijven in een volgend artikel over dit boeiende boek.
Groningen
N. Vennik