ImageOnze brief zijt gij, geschreven in onze harten, kenbaar en leesbaar voor alle mensen, daar gij toont een brief van Christus te zijn, door onze dienst opgesteld, niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van steen, maar op tafelen van vlees in de harten.                    2 Korinte 3:2-3

Op vakantie bezochten mijn vrouw en ik een kerkdienst in een gemeente van de Nederduits Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika. De vormen waren een beetje anders dan in de thuisge-meente, maar de preek over 2 Korinte 3:2-3 had zo in een CGK gehouden kunnen worden.
     
Kort gezegd kwam de preek hierop neer: elke christen moet een leesbare brief van Christus zijn. Anderen moeten aan je kunnen zien dat je een christen bent. Zo heb ik in de CGK ook vaak over deze tekst horen preken. Met die persoonlijke toepassing, als een app?l tot zelfon-derzoek en als een oproep het evangelie uit te dragen. Maar volgens mij vloeit die toepassing niet voort uit wat Paulus schrijft.
Een aanbevelingsbrief
Om de bedoeling van 2 Korinte 3 te begrijpen, moeten we even aandacht geven aan het ont-staan van de gemeente in Korinte. Zij is ontstaan als vrucht van de prediking van Paulus. Maar na Paulus zijn er andere ?apostelen? gekomen. Zij leggen meer dan andere accenten. Ook spreken ze minachtend over Paulus? apostolische arbeid, terwijl ze hoog opgeven van zichzelf. Vol trots tonen zij in de gemeente van Korinte hun aanbevelingsbrieven. Paulus had zulke brieven niet.
In die dagen waren aanbevelingsbrieven van groot belang. Zij waren een introductie van be-kende medechristenen, waaruit bleek dat je met een betrouwbaar persoon te maken had.
Waarom had Paulus geen aanbevelingsbrief bij zich toen hij naar Korinte ging? Toen Paulus in die stad kwam, was daar nog geen gemeente. Daarom kon in die situatie zo?n brief geen dienst doen. Hij had zo?n brief aan niemand kunnen overhandigen. Dat was anders met de ?apostelen? die na hem kwamen. Zij konden hun brieven aan (de voorgangers van) de ge-meente geven. Dat hadden zij voor op Paulus.
Zo?n aanbevelingsbrief zegt trouwens ook niet alles. Dat blijkt bij die andere apostelen. Zij lijken betrouwbaar, maar in werkelijkheid verkondigen zij volgens Paulus een andere Jezus (2 Kor.11:4). Daarom noemt Paulus hen schijnapostelen (11:13). Om die reden heb ik, als het over hen ging, het woord apostelen tussen aanhalingstekens gezet. Zij zijn de naam apostel niet waard. Zij hebben wel aanbevelingsbrieven bij zich, maar het zijn vooral mensen die zichzelf aanbevelen. Zij geven hoog op van hun geestelijke staat en zijn trots op hun rede-naarstalent.

Paulus? aanbevelingsbrief
Paulus schrijft aan de gemeente in 2 Kor.10:18: ik heb een aanbeveling van God. En in 3:1 schrijft hij dat hij geen aanbevelingsbrief nodig heeft, maar met de toevoeging dat hij feitelijk wel een aanbevelingsbrief bij zich heeft. Jullie zijn mijn aanbevelingsbrief, schrijft hij, ge-schreven in onze harten. Daarmee bedoelt Paulus dat de gemeente zijn brief is die hij met zich meedraagt in zijn hart. Hij schrijft ?in onze harten? omdat hij daarbij waarschijnlijk ook denkt aan zijn medewerkers.

Die brief noemt Paulus leesbaar voor alle mensen. Het lijkt me onjuist daaruit te concluderen dat Paulus daarmee de leden van de gemeente oproept te getuigen van hun geloof. Vanuit de context gaat het over een aanbevelingsbrief die de apostel meekrijgt als hij naar andere chris-tenen gaat. Alle andere christenen kunnen Paulus? aanbevelingsbrief lezen. Zijn brief is daar-om leesbaar voor alle mensen.
De gemeente van Korinte is zijn aanbevelingsbrief. Christus heeft deze brief geschreven. Hij heeft dat gedaan door Paulus. Daardoor blijkt Paulus een dienaar van de Here. De gemeente van Korinte is een gemeente van Christus. Daardoor is zij een brief van Christus.
De Korinti?rs hebben gebroken met de Griekse goden en met hun heidense praktijken. Dat is een wonder van God. Dat wonder is geschied door de Geest van Christus. Daarom kan Paulus zo positief over de gemeente spreken.

Toepassing
Dit is dus de waarheid over de gemeente; over de gemeente van Korinte en over elke gemeen-te van Christus. Elke gemeente is een brief van Hem. Daarmee wordt niet gezegd wat ieder christen persoonlijk moet zijn, maar er wordt mee verwoord wat we samen zijn. Daarbij moe-ten de beide laatste woorden worden onderstreept. We zijn samen een brief van Christus. De gemeente is zijn brief. Daarmee doet de apostel geen oproep aan de gemeente om een leesbare brief te zijn, en helemaal niet aan de afzonderlijke leden van de gemeente. Het is een uitroep. De gemeente van Christus is een leesbare brief. Laten we ons dat goed realiseren. Dat geeft een goede kijk op de gemeente, vanuit Christus.
Is geloven dan niet een persoonlijke zaak? Zeker, maar in de eerste plaats is het Christus? zaak. Daarna komt zijn gemeente, zijn brief met het beeld uit 2 Kor.3. Als laatste kunnen de letters van de brief worden genoemd. Dat zijn de leden van de gemeente. Zij zijn de levende letters van de brief. Zo wijst de Here elke gelovige een bescheiden plaats aan. Als een leesbare letter in het woordverband, begrepen in het zinsverband van de gemeente.

Kun je wat Paulus aan de gemeente van Korinte schrijft ook toepassen op de huidige gemeen-te? Dat lijkt me vooral een vraag van wie moeite met de gemeente heeft. Moeite vanwege haar gebreken en zonden. Die zijn er genoeg. Waarschijnlijk veel meer dan u weet. Die waren er ook in de gemeente van Korinte, zo blijkt uit 1 en 2 Korinte.
Toch weerhoudt dat Paulus niet zo positief over de gemeente te schrijven. Want bovenal is er in de gemeente geloof in Christus. Zonden kunnen dat niet ongedaan maken, al zijn die nog zo schadelijk. Het is goed dat te beseffen. Om te beseffen dat het meest schadelijke dit is dat we ons mooier - vromer en geloviger - voordoen dan we zijn. Het is nodig eerlijk te zijn voor God en mensen.
Bovenal is de gemeente van Christus. Daarom laat Hij haar niet los. Hij werkt in en aan haar. Dat mag niet de gedachte geven: het verkeerde geeft niet, de Here vergeeft toch wel. Het wil ons er wel bewust van maken dat we mogen leven uit de vergeving. In de overtuiging dat de gemeente van Christus is. Zij is zijn brief.

Geschreven met de Geest
Daarover zegt Paulus in het vervolg nog iets belangrijks, samengevat in: geschreven met de Geest. De brief is van Christus, door Paulus opgesteld, niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God. Niet op tafelen van steen maar op tafelen van vlees in de harten.
Deze zinnen doen denken aan Exodus 34:27-35, Jeremia 31:31-34 en Ezechi?l 36:26. De Geest geeft een nieuw hart, een nieuw leven met de HERE. Dat is goddelijke heerlijkheid, waarvan de apostel Johannes zegt dat zij die hebben gezien in Christus, vol van genade en waarheid. Wie geloven delen in die heerlijkheid. Zij weerspiegelen die Heerlijkheid. Zo ge-tuigt Paulus in 2 Korinte 3.
Zo is de gemeente van Christus. Paulus wil hier dus niet zeggen dat we (ieder persoonlijk) een leesbare brief van Christus moeten zijn. Hij betuigt dat de gemeente een brief van Christus is, geschreven met de Geest. Zo is het. In dat vertrouwen mag Christus? gemeente leven.

Amersfoort                                       
D. Visser
 

Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...