Rentmeesters
U weet het vast nog wel: olieplatform Deepwater Horizon van oliemaatschappij BP explodeerde op 20 april van dit jaar. Elf mensen overleden en zeventien raakten gewond. Door de explosie stroomde vanuit de onderzeese bron, op 1.500 meter diepte, ruwe olie de zee in. In totaal is er meer dan 780 miljoen liter ruwe olie de zee ingestroomd.
De ruwe olie die de zee instroomde veroorzaakte enorme schade aan de flora en fauna in de Golf van Mexico. Visserij is voor lange tijd stilgelegd en ook de toeristen meden dit gebied. Al met al is een gebied van ongeveer 180.000 vierkante kilometer geraakt door de lekkage. De oorzaak lijkt natuurlijk te liggen in de ontploffing van het olieplatform. Hierdoor is de boorpijp bij de bron afgescheurd waardoor de ruwe olie vrijelijk de zee in kon stromen. Echter, deze boorputten horen voorzien te zijn van afsluiters die in werking treden zodra er iets fout gaat met de boorpijp.
De meeste boorputten zijn voorzien van een dubbele afsluiter: de reguliere afsluiter en een noodafsluiter. De noodafsluiter was al weken voor de explosie defect en is niet gerepareerd, terwijl dit natuurlijk wel had moeten gebeuren. De reden waarom de noodafsluiter niet gerepareerd is, is nogal banaal: geld.
Het zou BP 500.000 dollar per dag gekost hebben om de defecte noodafsluiter te repareren. Dit is natuurlijk heel veel geld en daarom is de keuze gemaakt om het niet te doen. Achteraf, zoals zo vaak, was het verstandiger geweest om dit wel te doen. BP heeft toegezegd een fonds op te richten waar in totaal 20.000.000.000 (jawel: 20 miljard) dollar in gestort zal worden om alle schade veroorzaakt door de olie te betalen of ongedaan te maken. Daar had BP 40.000 mandagen aan de reparatie voor kunnen besteden.
Dit is slechts ??n voorbeeld, wel eentje met enorme consequenties, van slecht rentmeesterschap. Er is willens en wetens gekozen voor een risico met grote gevolgen omdat men niet bereid was te investeren in veiligheid. De verantwoordelijkheid van BP gaat verder, veel verder, dan voor een goede winst voor haar aandeelhouders te zorgen.
Net als de overige oliemaatschappijen in de wereld, is BP in eerste instantie verantwoordelijk voor het milieu en de directe omgeving van haar boorlocaties. Olie is een prima grondstof voor allerlei brandstoffen, maar is in haar ruwe vorm dodelijk voor al het leven waar het mee in aanraking komt. Veiligheid van de omgeving moet dan ook hun topprioriteit zijn.
Denk maar eens aan de ontploffing van de kernreactor in Tsjernobyl in 1986. Daarbij kwamen 31 mensen om, werden 135.000 mensen ge?vacueerd en is nog steeds een gebied van 30 KM om de reactor heen niet bewoonbaar en uiterst gevaarlijk voor mensen. In 1984 kwamen in Bophal, India, meer dan 3.500 mensen om het leven nadat er gassen en chemicali?n gelekt werden door Union Carbide.
Waarschijnlijk heeft BP haar les nu wel geleerd. Dat zal ook gelden voor andere oliemaatschappijen en andere bedrijven die een dergelijke impact op de natuur en het milieu kunnen hebben. Jammer dat er altijd dergelijke grote rampen voor nodig zijn om ze aan hun verantwoordelijkheid te herinneren.
Bedum
Ren? Nicolai