Armoede
Het schrijnende is dat premier Rutte de term armoede niet in de mond wilde nemen. Volgens hem bestaat er geen armoede in Nederland, alleen mensen met lage inkomens. Bovendien komen de meeste mensen er naar verloop van tijd wel weer boven op. Hij erkent dat er steeds meer mensen zijn die het moeilijk hebben, maar Nederland heeft de op één-na-hoogste bijstandsnorm van Europa. Dat dit lang niet in alle gevallen geldt, wordt door premier Rutte gemakshalve niet genoemd. Ik begrijp zijn weerstand tegen die term wel. Want als je stelt dat er armoede is in Nederland, dan wordt er direct gedacht aan honger, geen dak boven je hoofd, ontwikkelingshulp en al dat soort termen. En dat lijkt nou niet echt van toepassing op Nederland. Toch hoort iedereen wel de verhalen van mensen die in omstandigheden moeten leven die je toch niet anders dan ‘arm’ kunt typeren. En de sociale vangnetten van Nederland zijn er wel, maar daar wordt ook hard op bezuinigd. De oplossing die premier Rutte ziet, iedereen aan het werk helpen, lijkt me in deze economisch slechte tijden niet de meest haalbare oplossing.
Ook voor ons als kerken is de stijgende armoede, om toch de term maar te gebruiken, relevant. De kerk heeft de taak om voor de armen te zorgen: op meerdere plaatsen in de Bijbel wordt gewezen op de rechten van de armen en de taak die de gemeente heeft om hen te ondersteunen. Met Kerst vieren we Jezus’ reddende komst naar deze wereld, laten we daarvan niet alleen getuigen met woorden, maar ook met daden. Zo kan het Koninkrijk van God vorm krijgen op deze wereld en kan de weg gewezen worden naar herstel: niet langer ieder voor zich, maar allen voor elkaar.
Groningen
Harm Jan Holsappel