Aan het einde van het kerkelijk jaar staat de eeuwigheidszondag. Daarna is het advent en begint een nieuw jaar. Bij eeuwigheid denken wij aan de tijd na de aardse tijd, het leven na dit leven. Zo denkend staan we op de eeuwigheidszondag op de rand van het aardse bestaan. Maar we staan ook op de rand van wat we als mens sowieso kunnen begrijpen. We kunnen niet over de rand kijken. Daar zijn we als mens niet toe uitgerust, we hebben er de tools niet voor. De één zegt, dat er niets is over de rand. Maar bedoelt hij dan dat hij niets ziet over de rand? Maar dat is niet zo vreemd, want wij mensen kunnen niet over de rand kijken. Het is alleen wel een beetje vreemd om te zeggen dat daar niets is, terwijl je eigenlijk zegt, dat jij het niet kunt zien. Dan maak je jezelf wel heel erg belangrijk.
Goed, maar als je zegt dat er wel iets is terwijl je het niet kunt zien, klopt er ook iets niet. Wellicht maak je jezelf niet zo belangrijk en aanvaard je beter je eigen onvermogen, maar in feite weet je net zo weinig als die. Je kunt ook niet over de rand kijken. Het is een andere eeuw dan deze eeuw. Betekent dat, dat we op de eeuwigheidszondag alleen maar staan te vermoeden, dat er misschien wel iets is over de rand van het aardse bestaan? Staan we elkaar wijs te maken, dat het niet allemaal met onze laatste ademtocht voorbij is?
Mijn antwoord is: Nee, niet helemaal. Eén is er, die dood was en zie Hij leeft. Ik weet niet hoe dat kan. Ik weet niet welk geheim daar achter zit. Eén ding weet ik: Hij was dood en daarna at Hij met zijn discipelen en sprak Hij met honderden anderen. Hij kwam nog even uit die andere eeuw naar onze eeuw om te laten zien, dat de rand van het aardse bestaan niet de absolute grens van het leven is.
Eeuwigheidszondag: Christus overwon met liefde uw en mijn dood. Eén stap over de rand is stappen in de handen van Christus.
P. van Dolderen, Almere