U kent vast het verhaal wel van die duizenden zeesterren die aangespoeld waren op een strand in India. Ze lagen te verdrogen in de brandende zon en waren ten dode opgeschreven. Maar kijk! Daar loopt een jongetje. Hij bukt steeds, pakt een zeester op en gooit hem terug in zee. Een man die hem bezig ziet vraagt: ‘Wat doe je toch, je kunt toch niet al die duizenden zeesterren redden?’ ‘Nee’, antwoordt het jongetje, ‘maar deze wel’. En hij gooit de volgende zeester in het water.
Zondag is het Micha-zondag. Micha 6,8 zegt: ‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en nederig de weg te gaan van je God’. Ook op andere plaatsen in de Bijbel wordt zoiets gezegd, bijvoorbeeld in Psalm 146: ‘…de Heer beschermt de vreemdelingen, wees en weduwe steunt Hij…’
en in Jakobus 1,27: ‘Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.'
We hadden in onze gemeente samen met de GKv een gemeenteavond, met als onderwerp: Vluchtelingen, en het onrecht dat hun aangedaan wordt. Er zijn gigantische problemen in de opvang. Waar moeten ze naartoe? Opvang in de eigen regio, maar die regio is vaak al overbelast. Of naar Europa, naar Nederland, naar onze stad, ons dorp. De politiek is hierover zeer verdeeld, en zelf een mening hierover vormen lijkt bijna onmogelijk.
Ook in verzorgingshuizen heerst onrecht, is sprake van verwaarlozing, van eenzaamheid. En ouderen die ‘te goed’ zijn voor een tehuis, verkommeren in hun eigen huis. Misschien kent u ook in uw eigen omgeving mensen die het gewoon niet meer alleen redden. Maar waar moet je beginnen bij zoveel ellende?
We kunnen een voorbeeld nemen aan het jongetje op het strand. Hij kon niet alle zeesterren redden. Ook wij kunnen de wereldproblemen niet oplossen, maar we kunnen wel doen wat binnen ons bereik ligt: mensen helpen die op onze weg komen, vluchtelingen, ouderen, mensen die onder de armoedegrens moeten leven. Niet zeggen of denken dat het toch maar een druppel op een gloeiende plaat is. Gewoon helpen, meer niet.
Janneke van der Molen, Bierum