Onze tiener kleindochter in Engeland besprak onlangs met haar vriendinnen een serieus probleem. Ze vindt het moeilijk om als enige op school voor haar eten te bidden. Een van de vriendinnetjes wist raad. ‘Je kunt ook met je ogen open bidden.’ ‘Maar ik moet toch ook mijn handen vouwen’, bracht onze kleindochter er tegenin. ‘Nou dan doe je dat toch gewoon onder de tafel.’ Probleem opgelost. Nou ja… , dat is nog even de vraag. Moeten we ons geloof zo snel al gaan verbergen? In het RD van 25 september jl. stond een verslag van een toespraak van ds. A.Th. van Olst, voorzitter van de stichting De Ondergrondse Kerk. ‘Maak van vervolgde christenen geen slachtoffers, maar volg hen na in toewijding en volharding’, dat was de kern van zijn betoog.
Door de mondialisering zijn onze vervolgde broers en zussen veel dichterbij gekomen. We moeten wel over hun situatie nadenken en over de verschillende culturen waarin zij leven. En niet minder moeten we nadenken over de cultuur waarin wij zelf leven. Daar zei ds. Van Olst ook duidelijke dingen over. ‘We leven in een cultuur die geen raad weet met lijden. Lijden wordt vaak beschouwd als een zinloze onderbreking van het leven, waarin we juist recht hebben op geluk.’ De eerste les die hij leerde van de vervolgde christenen was dat wij niet alleen voor hen bidden, maar zij ook voor ons. En dat laatste is zeker nodig. Wij dreigen lijden-weigeraars te worden. Natuurlijk solliciteert niemand naar lijden, aan de andere kant, terugziend op moeilijke tijden moeten we vaak toegeven dat het ook goed was. Zoals we het ook zingen in de psalmen: ‘het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest’. Lijden loutert.
Lijden is onlosmakelijk aan belijden verbonden. Ach, dat probleem van onze veertienjarige kleindochter is toch echt een soort luxeprobleem. In het RD van 22 september jl. stond een heel ander bericht. Op 27 augustus werd een christelijke tiener, Sharoon Masih, uit Pakistan door zijn islamitische klasgenoten doodgeslagen, omdat hij zich niet wilde bekeren tot de islam. Nog een keer het verslag. ‘Wie wil leren van vervolgde christenen moet zich afvragen hoe het er met zijn eigen volharding en toewijding voorstaat.’
Krijn de Jong, Urk