‘Neem toch uw zoon’
Is God wreed?
Een voorbeeld: Genesis 22 vers 2. Daar beveelt God Abraham: “Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal.” Het kippenvel rent je over de huid. Neem je zoon… je zóón, je énige, waarvan je zoveel houdt… hoe kan een liefdevolle Vader nu zoiets vragen? Abraham heeft eindelijk zijn langverwachte zoon gekregen en nu moet hij hem de keel doorsnijden en als offer verbranden. Welke ouder zou zoiets met zijn kind kunnen doen? Bent U niet wreed, God? Moest dat nu zó? Was dit niet een overdreven wrede manier om het geloof en de gehoorzaamheid van Abraham te testen?
Moria
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb het wel eens moeilijk gevonden om dit uit te leggen. Totdat ik iets herkende in dit verzoek. Laten we voor de aardigheid eens achteraan in het vers beginnen: “een van de bergen” in het land “Moria”. In sommige Bijbels wordt ook wel gesproken over “het land/gebied waarin de Moria ligt”. Volgens 2 Kron. 3: 1 was de Moria de berg waarop Salomo de tempel bouwde. Abraham moest dus Isaak offeren op wat later de tempelberg zou worden, of op een andere berg in de omgeving van wat wij kennen als Jeruzalem.
Mijn geliefde Zoon
Klinkt het al een beetje bekend, een eniggeboren en geliefde zoon offeren op een berg bij Jeruzalem? Jezus is de eniggeboren zoon van God, zo leren we uit het evangelie en de eerste brief van Johannes. Hij was ook zeer zeker geliefd door zijn Vader. Die liet zowel bij de doop van zijn Zoon als bij diens verheerlijking op de berg duidelijk weten: “Dit is Mijn geliefde Zoon!”
Abraham hoefde zijn zoon uiteindelijk niet te offeren. Op het allerlaatste moment greep de Engel des HEEREN in: “Steek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets…” In plaats hiervan zorgde God zelf voor een lam (of eigenlijk ram) om te offeren, precies zoals Abraham tegen Isaak had gezegd (Gen 22: 8). De oude man hoefde zijn geliefde kind niet om te brengen. Hij hoefde niet te doen wat die andere Vader wel met zijn Zoon deed: Hem doden, Hem offeren.
Aangrijpend?
Ik hoop dat de hierboven uitgetekende parallel je iets duidelijk maakt. Wij hebben misschien wel zo vaak gehoord dat de Christus voor onze zonden stierf dat we niet meer zien hoe aangrijpend en ingrijpend dit is. De verwondering is een beetje weg. Hopelijk helpt deze geschiedenis van Abraham en Isaak om weer wat diepte te brengen in die door ons zo platgetreden woorden van Jezus: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Zó groot was zijn Vaderliefde voor verloren mensen. Zo groot was ook onze zonde, dat zo’n ingrijpend offer nodig was om de weg naar de Vader weer te openen. Vat zonde dus alsjeblieft niet licht op! Maar, tenslotte, zo zeker is dan ook de mogelijkheid van vergeving, want: “Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (Rom. 8: 32).
Alexander