Het nieuwe jaar is weer begonnen. We zitten midden in het seizoen van de goede voornemens. Mocht je na het eerste weekje 2012 nog om voornemens verlegen zitten, dan heb ik er wel eentje voor je: zorg dat je meer in je (kerkelijke) gemeente te vinden bent.
Goede voornemens, uitslapen en de kerk
Waarom ik je dit goede voornemen aanreik? Nou, omdat de Bijbel dat zegt. Omdat dat natuurlijk een dooddoener van jewelste is, zal ik het proberen uit te leggen.
Je wilt vast wel eens lekker uitslapen op zondagochtend. Of je avond eens voor iets anders gebruiken dan de jeugdvereniging of catechisatie. Waarom is dat nou zo’n punt? Zo erg is dat toch ook weer niet? Volgende week zit je er heus wel weer, hoor!
Ja, en toch… “Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is,” staat er in de brief aan de Hebreeën (10: 25). De reden hiervoor is dat we elkaar moeten aansporen, zo gaat het vers verder. Aansporen tot wat? Tot het vasthouden van “de belijdenis van de hoop” en tot het “elkaar aanvuren tot liefde en goede werken” (Hebr. 10: 23-24). Kort samengevat: de samenkomsten van je gemeente zijn middelen om je geloof vast te houden en op te scherpen.
Waarom niet thuis?
Waarom is dit nu zo’n ‘big deal’? Je kunt toch ook zelf thuis Bijbellezen, naar christelijke muziek luisteren en misschien zelfs wel een preekje downloaden? Je kunt toch ook best in je uppie geloven?
Dit is al een heel oude gedachte (nou ja, behalve dat preken downloaden dan). Calvijn schreef een paar honderd jaar geleden al dat we het liefst kerkjes voor onszelf maken. Die andere mensen in de gemeente zijn zo vervelend. O ja, en uitslapen zo lekker. Maar zo red je het niet in het geloof.
Om de naastenliefde
“Zoals men ijzer met ijzer scherpt, zo scherpt de ene mens de ander,” schrijft Spreuken 27: 17. Zo werkt het ook met geloven: de ene gelovige scherpt (als het goed is) de andere op. Dat kan op verschillende manieren. Allereerst wordt je in de kerk geconfronteerd met mensen in allerlei soorten en maten. Mensen die je in het dagelijks leven zelf misschien niet uitgezocht had. Deze mensen plaatst God samen in een gemeente, om vervolgens tegen ieder van hen te zeggen: “Kijk, dit zijn nou je broeders en zusters. Heb ze lief als jezelf.”
Dat is soms best slikken. Want daar hoort ook die bekrompen en chagrijnige oudere broeder bij, net als die bijstandsmoeder met die intens slechte kledingstijl, om nog maar te zwijgen van dat stomme kind dat altijd gepest wordt. En daar wordt jij dan samen mee gezien. Sterker nog: die moet je vanuit de grond van je hart líéfhebben! Dat vergt oefening. Het laat ook zien dat naastenliefde veel moeilijker is dan je zou denken. Een tientje overmaken naar een goed doel is relatief makkelijk. Met de mensen achter al die goede doelen samenleven is een heel ander verhaal. Dan ontdek je je eigen tekortkomingen op het gebied van naastenliefde. Dan ontdek je iets van je eigen zondigheid.
Om de zonden en de genade
Daarmee komen we bij een andere manier van opscherpen. Niet alle zondigheid van jezelf zie je ook zelf. Net zomin trouwens als je in je eentje alles van de grootheid en genade van God kunt bevatten (Ef. 3: 18-19). Daarom is het goed dat er een gemeente is. Zodat je elkaar kunt wijzen op zonde, elkaar kunt aansporen tot een heilig(er) leven en elkaar kunt opbeuren met getuigenissen over Gods liefde en genade.
Om de eeuwigheid
Dit alles is niet vrijblijvend, zoals je misschien twee keer een nieuwe sportschool probeert als onderdeel van je voornemen om wat kilootjes kwijt te raken in het nieuwe jaar. Dat blijkt ook wel uit het slot van Hebreeën 10: 25: “…en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.” De dingen die ik zojuist heb proberen te beschrijven vinden niet plaats in het luchtledige. De kerk is niet zomaar een plaats waar je leert lief te hebben of zonde te haten. Het is zogezegd een tankstation waar wijze maagden de olie in hun lampen bijvullen, in afwachting van de bruidegom. Zorg dan ook dat je vaste klant bent bij dit ‘tankstation’, zodat je je optimaal kunt voorbereiden op de dag dat Jezus terugkomt en Hij je niet als een onvoorbereide dwaze maagd hoeft achter te laten. Een slimme meid is door de onderlinge bijeenkomst voorbereid. Een slimme kerel trouwens ook. Ben jij er bij in 2012?
Alexander Weggemans