Over seks en zo…
De Bijbel spreekt open en bloot over liefde en seksualiteit in de wetten en vooral in Hooglied. Adrian Verbree doet in zijn boek “Hooglied voor liefhebbers’ een poging om dat gegeven in de Bijbel dichtbij ons te brengen. Het zijn columnachtige korte bijdragen met spectaculaire cartoonachtige illustraties van Christian Zomer. Gedurfd en met een knipoog.
Moeite
We hebben de nodige moeite om liefde en seksualiteit ter sprake te brengen thuis en op de kansel. Thuis hebben we als ouders de nodige schroom om het beestje bij de naam te noemen. Dat is niet verkeerd. Het platte gepraat en geblaat dat openhartig lijkt te zijn, vermoordt het geheim, het intieme. Mogelijk ben ik wat te romantisch ingesteld, maar ik hou bij dit onderwerp graag wat schijnsel van kaarslicht er overheen. Niet alles hoeft zo concreet naakt gezegd en gedaan. Op de kansel ook niet. Al moet ik zeggen, dat je vandaag daarover ook niet al te geheimvol kunt (s)preken. Want te versluierd taalgebruik maakt dat het mogelijk helemaal niet overkomt of pakt. Er mag ook uitkomen dat zaligheid en seksualiteit prima samengaan. Het gaat daarin ook om een door God gegeven gave, een schone gave zelfs, zegt het huwelijksformulier.
Onthullend
Hooglied is een onthullend bijbelboek. Ik gebruik dat woord opzettelijk dubbelzinnig. De ‘ontbloting’ is in Hooglied niet van de lucht; inclusief het poëtisch bejubelen van lijf en leden van de geliefde. “Je ogen zijn duiven... je borsten zijn als kalfjes” (4:1,5) en “Zijn armen als staven van goud.. zijn buik als een schijf van ivoor” (5:14). Kortom: onthullend zonder gêne. Maar mocht nu gedacht worden dat het daarmee hetzelfde voorstaat als onze open-en-bloot-cultuur, dan hebben we het grandioos mis. Pijnlijk onthult Hooglied onze doorgeschotenheid van ‘alles moet kunnen’. Verbree laat dat regelmatig merken met een knipoog of met een ironische vraagstelling of conclusie. Daarmee plaatst hij Hooglied midden in de actualiteit en kunnen we met Hooglied uit de voeten ook in de (echtelijke) slaapkamer.
Letterlijk
Hooglied wil, zo zegt Verbree, letterlijk genomen worden. Te veel is Hooglied vergeestelijkt en daarmee vervluchtigd. Lange tijd heeft de kerk de indruk gewekt dat de zaligheid is voor de ziel en dat het lijfelijke daarin weinig om het lijf heeft. Sterker nog, het heeft de kleur en de geur van de zonde. We hebben ons eeuwenlang laten opzadelen met een Grieks-platonische denkwijze. Het bestaan in partjes geknipt. Die partjes krijg je alleen maar weer verbonden wanneer je de concreetheid en de lijfelijkheid van ons geschapen bestaan voluit beaamt. Natuurlijk is er gebrokenheid en zondigheid, maar die zitten vooral en vooreerst op en in onze ziel, in ons binnenste, zo leert ons Jezus. "Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens." (Spr. 4: 23) Daar, in de directiekamer van onze existentie, leven onze verlangens en vallen de beslissingen. Verbree ziet Hooglied als een bruiloftsliederenbundel. Daar kan ik mee leven. Het komt daarmee in ieder geval dichtbij waar het over wil gaan: de liefde tussen een jongen en een meisje; een man en een vrouw.
Raakt
Vanuit teksten van Hooglied raakt Verbree het hele spectrum van liefde en seksualiteit. Hij vindt de vlinders in de buik verwoordt in hoofdstuk 2:13,14. Hij weet botox ter sprake te brengen naar aanleiding van hoofdstuk 1:6. De liefde ziet de schoonheid zelfs dwars door lelijkheid en onvolmaaktheid heen (1:15). De plek van de sociale verbanden en mitsdien controle over geliefden is een thema in hoofdstuk1:16. Seksualiteit was in de oosterse cultuur in ieder geval niet los verkrijgbaar. Er was het uithuwelijken, er was het arrangement van gewoonten en rituelen. Op een achternamiddag met een handkar je boeltje oppakken en bij het meisje intrekken, was ondenkbaar. Bijbelse liefde en seksualiteit mogen hier en daar dan afgedaan worden als een ‘bekrompen en zelfs achterlijke cultuur’, Verbree laat zien dat in de moderniteit bij tijden nog veel meer ‘achterlijkheid ’zit. “We leven in een land ‘wars van betutteling’. Niemand schrijft ons de wetten voor. En? Dus gaat het goed met ons? Dus weten we elkaars grenzen te respecteren in verkeringstijd? Dus duiken we na drie weken sjans niet met elkaar de koffer in? Dus maken we ons nooit zorgen als we drie dagen over tijd zijn, en dus voelen we ons nooit geforceerd door onze partner? Brave New World”, zo vraagt Verbree ironisch, zo niet cynisch (pag. 33).
Gewoon
Verbree onderstreept dat liefde en seksualiteit er gewoon bij horen. “Spreken over liefde en seksualiteit hoort bij ‘mag ik de hagelslag?’ en ‘waar is het zout?’(pag. 41). Het roept op tot een bijbelse nuchterheid ook wanneer het lichaam slijt en de borsten niet meer zijn als kalfjes en de buik niet meer als een schijf van ivoor. Blijf trouw en val niet voor de hunk van de overkant van de straat” (pag. 43). Liefde en seksualiteit vragen offers. Het offer van het onthouden, het wachten, het dragen van moeiten. Samen. Liefde en seksualiteit zijn uiteindelijk niet een zaak van voorspel en naspel, maar van samenspel. Heb dit boekje maar bij de hand voor uzelf, voor uw kinderen en bij het voorbereiden van een preek over Hooglied.
Assen
Stoffer Otten
Adrian Verbree en Christian Zomer, Hooglied voor liefhebbers, 65 pag., Gebonden, € 12,75, ISBN 978 90 5560 414 2, Uitgeverij Vuurbaak