Als christenen uit elkaar gaan (2)
In het eerste artikel (Als christenen uit elkaar gaan…) over echtscheiding en gemeente heb ik al aandacht gevraagd voor de rol van de gemeente bij huwelijk en echtscheiding. Ik heb allereerst de preventieve zorg benadrukt. Echtparen kunnen in de kerk veel voor elkaar betekenen. Dat geldt in goede en in moeilijke tijden.
Ook gezinnen kunnen veel voor elkaar betekenen. Hierbij komen ook de kinderen in beeld. Ik heb gemerkt dat kinderen niet alleen (vaak) de dupe worden van een echtscheiding, maar ook weinig gerichte pastorale aandacht krijgen. Ook ouders zijn vaak geneigd hun kinderen ‘uit de wind te houden’, ‘want ze hebben het toch al zo moeilijk’. Maar dat laatste zou juist een reden dienen te zijn om extra aandacht aan hen te besteden. Gelukkig gebeurt dat hier en daar ook al. Zo zijn er binnen de CGK Zwolle gespreksgroepen voor kinderen van gescheiden ouders.
Veiligheid
In dit verband vraag ik aandacht voor veiligheid in de gemeente. We gebruiken die term nogal eens als het gaat over de plek van homofiele mensen in de kerk. Zijn ze daar veilig? Daarmee bedoelen we dan zoiets als: worden ze geaccepteerd, wordt er niet over hen gekletst, kunnen ze met hun vragen en onzekerheden terecht zonder afwijzing of veroordeling? Maar het begrip veiligheid geldt natuurlijk voor alle gemeenteleden. Te vaak zijn mensen teleurgesteld. Bijvoorbeeld omdat datgene wat ze vertrouwelijk met iemand deelden, later bij anderen bekend blijkt te zijn. Of omdat ze, na lang aarzelen, iemand deelgenoot hebben gemaakt van hun diepe moeiten, waarna die ander er nooit meer op teruggekomen is. Zorgvuldigheid in de omgang met elkaar is niet altijd de sterkste kant van de gemeente van Christus. Daarachter steekt dat wij het ook nog altijd moeilijk vinden om op een dieper niveau met elkaar in gesprek te raken. Terwijl het Nieuwe Testament vol staat met oproepen om elkaar te bemoedigen, aan te sporen, te vermanen. We mogen elkaar steeds weer leren ons geluk en onze blijdschap in de Here te zoeken. Daarover moeten de gesprekken in de gemeente gaan, over koetjes en kalfjes, over het weer en de laatste vakantie gaat het al genoeg. Veiligheid begint ermee dat we elkaar toelaten in ons geloofsleven. Elkaar, dat betekent dat het om een zaak van relatie, van wederkerigheid gaat. Juist dat elkaar toelaten schept een vertrouwensband en daarmee een stuk veiligheid. Het beschermt ook tegen snelle oordelen en veroordeling. Voorzichtigheid in het spreken mag de gemeente kenmerken. Meer met de hulpvraag dan met de schuldvraag bezig zijn. Mensen in een echtscheidingssituatie hebben heus de Bijbel op dit punt wel doorgewerkt en kennen de teksten. De meeste scheidingen gebeuren echt niet lichtvaardig. Niet snel oordelen, maar voorbede doen en er zijn voor elkaar. Dat is heel belangrijk op momenten dat er zaken fout gaan, bijvoorbeeld in een huwelijk. Veiligheid betekent dat ook mensen met huwelijksproblemen en ook mensen-in-scheiding zich een deel weten van de gemeente. Wat ook heel belangrijk is, is dat je na een scheiding samen verder kunt in de gemeente. Gescheiden mensen ervaren nogal eens dat ze tot een speciale categorie gaan behoren; ze krijgen soms het gevoel er niet meer echt bij te horen. Er komen bijvoorbeeld geen echtparen meer op bezoek. Een aantal mensen neemt afstand. Je ziet gescheidenen nogal eens stukje bij beetje vervreemd raken van de gemeente. Ze voelen zich er niet meer veilig, niet meer voor 100% geaccepteerd. Maar dat heeft dus vooral te maken met het geestelijke klimaat in de gemeente. Een gemeente, die bestaat uit geredde zondaars, van mensen die zelf ook regelmatig in zonde vallen en, ook al zijn ze keurig getrouwd, niet beter zijn dan een ander, in die gemeente is plaats voor mensen die gescheiden zijn.
Onrust
Het is duidelijk en begrijpelijk dat een echtscheiding vaak veel losmaakt in een gemeente. Onbegrip, schrik, boosheid, verdriet. Die mogen allemaal hun plaats hebben. Door zo’n gebeuren word je ook uitgedaagd: welke houding neem jij aan? Maar onrust mag niet betekenen dat het onveilig wordt. Wees daarom voorzichtig in je oordeel. Misschien moet je wel helemaal niet oordelen. Ken je de geschiedenis? Ken je alle feiten? Ken je alle motieven? Ken je jezelf goed genoeg? Dat zijn vragen die je jezelf kunt stellen, als je met zo’n situatie te maken krijgt. Goede, liefdevolle aandacht is nodig. En dan niet alleen voor de mensen die scheiden. Denk ook aan de ouders van de gescheidenen, als ze nog leven. En vooral aan de kinderen. Dat is trouwens wel de eerste verantwoordelijkheid van de ouders, die samen bij het doopvont hebben gestaan. De belofte van die dag blijft staan, ook als ze niet meer samen verder gaan. Dan is er nog een blijvende, gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kinderen. Nu is het vaak zo dat er rondom kinderen allerlei conflicten worden uitgevochten: aan wie worden ze toegewezen, welke afspraken worden er gemaakt, hoe zit het met de hoogte van de alimentatie? Allemaal bronnen van ruzie en onenigheid. Christenouders zouden zich veel meer moeten bezig houden met de vraag: hoe zorgen we ervoor dat onze kinderen zo weinig mogelijk geestelijke schade oplopen? Daarin heeft de gemeente als vangnet ook een belangrijke rol. Ook een verantwoordelijkheid: het gaat immers om kinderen van de gemeente. De ambtsdragers zullen er op toezien dat de kinderen voldoende pastorale zorg ontvangen in een echtscheidingssituatie. Zij mogen de ouders daar ook op aanspreken.
In onze tijd is er een vorm van scheidingsbemiddeling die bij deze zaken kan helpen. Een onafhankelijke (christelijke) scheidingsbemiddelaar kan een rol spelen in een goede christelijke omgang tijdens en na de echtscheiding en ook in het waarborgen van goede zorg voor de kinderen. Het is belangrijk dat ambtsdragers hiervan op de hoogte zijn en de betrokken gemeenteleden hier nadrukkelijk op wijzen (het scheelt ook in de kosten omdat je maar één advocaat nodig hebt!).
In alles is belangrijk de vraag: hoe help ik deze broeder, deze zuster en hun eventuele kinderen verder op hun weg met de Here? Dan zal ook de Bijbel opengaan, je bidt samen, je luistert naar elkaar. De gemeente als veilig vangnet betekent ook: schoenmaker, houd je bij je leest; zorg voor het geestelijk welzijn van betrokkenen. Begeleid ze pastoraal. En roep daarnaast de hulp in van deskundigen. Die zijn er gelukkig volop in christelijke kring.
De gemeente mag een veilig vangnet zijn, ook voor gescheiden mensen en hun kinderen. Maar dat zal vooral betekenen dat die gemeente investeert in goede christelijke relaties, met diepgang. Als dat gebeurt, wanneer alles nog goed gaat, zul je daar de winst van plukken, als het moeilijk wordt.
Zwolle
H.J. Messelink
Predikant van de Gereformeerde kerk (vrijg.) van Zwolle-Zuid.