Steeds meer gemeenten en christenen willen graag iets betekenen voor hun wijk of buurt. Maar hoe? Het boekje van René van Loon ‘Kerk voor de buurt’* geeft tal van tips en voorbeelden hoe je dat kunt realiseren.
Onze houding als christenen moet veranderen. We zijn niet alleen teveel naar binnen gekeerd. We zitten ook vol ongeloof als het gaat om het bereiken van de buurt: ‘Bij ons lukt het toch niet.’ Of: “Het is niet realistisch’. Omgekeerd kan ook, namelijk dat je te overmoedig maar aan het organiseren slaat. Van Loon wijst op die gevaren en geeft ons een aantal tips om te groeien in een juiste houding naar de buurt toe: 1. Verlang, 2. Geloof, 3. Bid, 4. Wees bereid tot inzet. Dan kom je tot de zendingshouding: 1. De zendeling onderhoudt een intense band met God, 2. Die leert de taal en neemt de cultuur voor wat deze is, 3. Hij zoekt contact en dient op een integere manier, 4. Hij vertaalt de christelijke boodschap naar de cultuur en helpt mensen christen te worden. Van Loon wijst er op dat je de dingen niet moet doen met een dubbele bodem: ‘Ze doen net of ze je gewoon willen helpen, maar stiekem willen ze je bekeren.’ ‘Nee, als we hulp bieden, dan is dat ruimhartig, ongeacht wie de ander is. Als kerk sta je voor de christelijke boodschap, dat moet volkomen helder zijn. Als je daarnaast onvoorwaardelijk geeft en dient, groeit het vertrouwen en word je gewaardeerd als partner in de opbouw van de buurt.’
Praktische keuzes
Iedere kerk kan kerk voor de buurt worden. Maar dan moet je wel keuzes maken in wat je werkgebied is; zeker wanneer je een streekgemeente bent of het kerkgebouw niet echt in één buurt staat. Maak een keuze. In Rotterdam-Zuid met een half miljoen bewoners maakte de CGK Nebokerk, samen met de GKV Elimkerk, de keuze voor de wijk Beverwaard. Elders waren anderen bezig. O.a. in de Tarwewijk was de ICF met House of Hope werkzaam. Kiezen voor één wijk maakte het werkterrein overzichtelijk. Natuurlijk is het van belang dat er in die wijk dan ook leden wonen. Zij zijn ankerpunt en springplank in de wijk. Met de wijk(bewoners) voor ogen kun je kijken of je voor een bepaalde doelgroep wilt gaan: Zijn er veel ouderen in de wijk, dan kan dat bepalen wat je als activiteit gaat opstarten; wanneer er veel kinderen zijn dan kan het tot de keuze brengen voor kinderwerk. Wonen er veel allochtonen dan kan dat brengen tot de keuze voor het geven van taalcursussen of het organiseren van vrouwengroepen. Let er daarbij wel op hoeveel menskracht je zou kunnen inzetten; welke talenten je in huis hebt; hoeveel geld het zou kunnen gaan kosten en hoelang je je kunt en wilt vastleggen op een project. Natuurlijk moet je uiteindelijk een stap zetten in vertrouwen op God die voorziet.
Sluit aan
Van Loon pleit er voor je activiteit niet los op te zetten. Leg voor alles ook banden met mensen die verantwoordelijkheden dragen voor de buurt: vertegenwoordigers van de wijkraad of het dorpshuis; de mensen van het Open Jeugdwerk; maatschappelijke dienstverleners; de wijkagent; straatcoaches, de winkeliersvereniging. In Capelle a/d IJssel heeft elke wijk een Wijk Overleg Platform (WOP). Tien jaar geleden schoof de wijkkerk daarbij aan en zij waren hartelijk welkom om mee te denken over en mee te doen in de wijk. Van Loon geeft als tip dat je ook via de media je bekend kunt maken in en voor de wijk. Zorg dat je op een goede manier in de krant komt. Zo hebben ze hier in Assen bij ‘Assen zoekt...’ bedacht om mensen die het moeilijk hebben ‘een ontbijtje’ aan te bieden. Leuk idee en mensen waren blij verrast. Maak dus goede persberichten en leg contact met journalisten. Die zijn altijd gebaat bij informatie.
Ideeën: 1. Avond voor nieuwe wijkbewoners: Samen met andere organisaties in de buurt/wijk is het natuurlijk prima te regelen om je buurt/wijk te presenteren. Naast allerlei algemene info over de wijk, winkels, scholen en voorzieningen kan ook de kerk melding maken van wie zij is en wat zij doet. Soms was in Capelle het kerkgebouw de plek waar de nieuwe bewoners werden geïnformeerd over hun nieuwe wijk. De kerk stond dus onmiddellijk op de kaart. 2. Open maaltijd: Biedt de buurt of een bepaalde doelgroep een maaltijd aan. Nodig ze met een bepaalde regelmaat uit voor een diner/lunch. In Assen hebben we elke week een middagpauzedienst met koffie/thee na. Eerst deden we dat terloops in de hal. Nu hebben we een complete koffiekamer vol elke week en groeien er contacten. 3. Inloopochtend: Heel wat mensen zijn eenzaam of kunnen nergens terecht. Het blijkt dat inloopochtenden goed lopen. Mensen komen graag regelmatig naar een plek van ontmoeting, met gezelligheid en een luisterend oor. 4. Wijkwinkel/wijkcentrum: Vaak worden deze bemand door professionals en belangen behartigers. Kerkleden zouden daar prima een plek kunnen innemen met hun deskundigheid; bijvoorbeeld wanneer het gaat om financiële zaken; opvoedingsvragen, conflicten in de buurt; vragen over het ouder worden. Niet dat je dat dan alleen doet, maar horend bij een team in een wijkcentrum. 5. Voor de jeugd zou je samen met anderen, bijvoorbeeld het Open Jeugdwerk, regelmatig een sport en spelevenement kunnen organiseren. Soms slaat dat een brug naar de jongeren. Zo startte Youth for Christ in de beruchte Millinxbuurt een ontmoetingsplek in The Mall. Daar organiseerden ze computercursussen, spelavonden, muzieklessen. Er groeide een band met de jongeren. De jeugdwerkers deelden hun leven met hen en omgekeerd. Sommigen werden geraakt door het Evangelie. Hoe ook, de liefde van Christus werd zichtbaar in een donkere buurt en maakte die anders. 6. Leef mee met gebeurtenissen: Er overlijden mensen in de buurt. Laat iets van je horen. Er zijn vreugdevolle gebeurtenissen in de buurt zoals geboorten en jubilea; de opening van een winkel. Laat iets van je horen. 7. Zorg voor je wijk/buurt, door met anderen de wijk/buurt eens op te schonen. Maak zo zichtbaar dat je geeft om je buurt, wie weet wat God daardoor wil werken in harten van mensen.
Asen
Stoffer Otten
N.a.v. René van Loon, Kerk voor de buurt, Zo kun je als kerkelijke gemeente iets betekenen voor je dorp of wijk, 131 pag., € 13,90, ISBN 978 90 239 2449 4, Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer.