Van september tot en maart hebben veel personen deelgenomen aan de vormingscursus. Om de drie weken kwamen de deelnemers op zaterdagochtend bijeen in Drachten om bijgeschoold te worden over diverse onderwerpen. De komende tijd zal er in ons kerkblad een korte weergave gegeven worden van de behandelde onderwerpen. Vandaag de eerste van twee bijdragen van professor Maris.
Wat is er aan de hand, wanneer plotseling vliegtuigen neerstorten, auto’s zonder chauffeur verongelukken, operatiepatiënten doodbloeden, en door meer dergelijke dingen grote chaos ontstaat? In de kring waar het ‘dispensationalisme’ aangehangen wordt, is dat dan al voorspeld: het is de plotselinge opname van de gemeente van Christus! Alle echte christenen zijn in een oogwenk weg!
De herkomst
Een heel eindtijdscenario zit daar aan vast. Wanneer de bruid van Christus is weggenomen om de bruiloft van het Lam te vieren, wordt op aarde de Grote Verdrukking van zeven jaar beleefd, en worden alle rampen die in Openbaring 6-19 beschreven staan, inclusief de heerschappij van de antichrist, werkelijkheid. De gelovigen gaat dat alles niet meer aan, die zijn immers opgenomen! Wat dan nog volgt is het duizendjarig rijk, en een speciale toekomst op aarde voor het volk Israël.
Allerlei onderdelen van het toekomstbeeld van deze leer na te gaan, lukt niet in dit korte bestek. Een aantal kritische vragen erbij stellen kan wel. Want velen komen er wel mee in aanraking!
Er zijn de bekende boeken in de serie Left behind (De laatste bazuin) van Tim LaHaye en Jerry Jenkins. En de gelijknamige film die daarnaar gemaakt is. Ook veel gereformeerde en reformatorische christenen zijn in de ban van die spannende bestsellers gekomen!
In een blad als Het Zoeklicht staan eveneens stukken die een dispensationalistische achtergrond hebben, bijv. van Jan van Barneveld. Soms speelt het mee in de Israëlvisie van schrijvers in de kring van ‘Christenen voor Israël’. De Scofield Reference Bible (met vele edities sinds 1909) heeft wereldwijd invloed gehad - een bijbel met kanttekeningen dus. Er mag wel bij bedacht worden, dat in het dispensationalisme de verwachting van een 1000-jarig rijk een grote rol speelt, maar dat niet alle aanhangers van een dergelijke verwachting, chiliasme dus, ook dispensationalist zijn. Overigens zijn er ook binnen het dispensationalisme stevige discussies over diverse aspecten.
De herkomst van het dispensationalisme ligt in de 19e eeuw, bij de in Ierland geboren John N. Darby (1800-1882), uit wiens werk de Brethren zijn voortgekomen. Bij ons: de Vergadering van Gelovigen. Zijn breuk met de Anglicaanse kerk had te maken met de onderwerping van de kerk aan de staat, voor hem onverdraaglijk. Zijn sterke, niet gemakkelijke karakter heeft zeker een rol gespeeld in zijn werk, evenals zijn opleiding tot advocaat, maar zijn eigenlijke motivatie was zijn liefde tot Christus. Zijn passie maakte hem een nogal dwingende leidersfiguur en bracht hem vele conflicten. Echter, het gaat nu niet over een persoon, maar over een manier van Bijbellezen die om bezinning vraagt.
De Bijbel in een systeem
Het gaat bij dispensationalisme nog het meest om een manier van Bijbellezen, een ‘hermeneutiek’ die we in het oog moeten hebben. Men gaat uit van een systeem van zeven bedelingen of dispensaties. Die term bedeling is ons intussen niet vreemd. Dat de Oude en de Nieuwe Bedeling (OT-NT!) onderscheiden worden maken we mee. Dat in het OT vooral de wet dominant is, en in het NT het evangelie, is ons ook vertrouwd. Hoe die verhouding is, dat is nog een belangrijke kwestie. Bij Darby is er een tegenstelling tussen de dispensatie van de wet (Israël, het OT) en de dispensatie van de genade (de gemeente, het NT). Wanneer die relatie vooral gezien wordt vanuit de samenhang tussen OT en NT, tussen wet en evangelie, zoals er bestaat tussen belofte en vervulling, dan is daartussen een groot verschil! We moeten daarop terugkomen om juist de eenheid van Gods machtige beleid over de geschiedenis te zien.
Ik geef hier even heel schematisch de zeven bedelingen weer. Essentieel is dat elke dispensatie uitloopt op een mislukking. Telkens heeft God zijn manier van omgaan met de mens weer moeten veranderen.
1 Het paradijs. De mens moet zijn onschuld bewaren – eigenlijk de voorperiode: tot aan de zondeval
2 De periode van het geweten. Er is nog geen wet. Maar dan komt wel het oordeel (zondvloed)
3 Na de zondvloed. De doodstraf ingesteld, en de overheid. Maar in Abrahams tijd is er vrijwel geen gelovige meer
4 Abraham en zijn nageslacht. De dispensatie van het geloof. Ging ook mis. Eindigt in Egypte!
5 Uittocht. Verbond bij de Sinaï: de wet. Eindigt in ballingschap
6 Nu: de tijd van de kerk, sinds Pinksteren. Dispensatie van de genade. Eindigt in de grote afval
7 De laatste: het 1000-jarig rijk. Eindigt ook met ellende. Satan losgelaten tegen Jeruzalem
[8 De eeuwige, eigenlijk geen periode/bedeling - dan is alles nieuw – dat is de nieuwe hemel en de nieuwe aarde tot in eeuwigheid]
Het mes erin…
De scherpe markering tussen de bedelingen wordt wel gebaseerd op 2 Timoteüs 2:15, over een arbeider ‘die het Woord van de waarheid recht snijdt.’ Dus: het mes erin! Scheiding aanbrengen tussen de bedelingen! Van alle bedelingen tot en met de vijfde kan gezegd worden dat ze voorbij zijn. In bepaalde opzichten gaat er nog wel iets door. Bij de heidenen is nog steeds sprake van een geweten (2), en in de burgerlijke samenleving is de overheid (3) nog steeds van belang. Een christen leeft echter in het koninkrijk der hemelen. Wat daar geldt, is voor hem het enige waar hij zich aan houdt. Overheidsdienst, burgerlijk of militair, is er voor hem niet bij. Ook politiek is niet iets voor een christen.
De sterke fascinatie voor Israël is wonderlijk, omdat Gods plan met zijn bondsvolk doorloopt, maar niet geldt voor heidenen die in Christus geloven. Israël mag uitzien naar de derde tempel, inclusief de bloedige offerdienst! De Messias komt om Koning van Israël te zijn. Dat Hij bij zijn eerste komst door de Joden gekruisigd werd heeft voor de heidenen het voordeel gebracht dat Hij nu verzoening voor hen bracht (7). Dat is voor hen evangelie. Israël mag en moet blijven leven bij de wet. En die scheiding blijft!
Voor sommige dispensationalisten is de scheiding tussen wet en evangelie nog radicaler. Immers ook de gedeelten in het Nieuwe Testament die van de wet spreken, kunnen onmogelijk voor de gemeente gelden. De Bergrede (Matt. 5-7) is daarom niet voor ons bestemd. Er is een auteur die verdedigt, dat voor christenen feitelijk alleen het evangelie van Johannes, Handelingen en de Brieven bedoeld zijn. Het zendingsbevel (Matt. 28:19-20) slaat primair op het Koninkrijk van God, en niet op de kerk. Het wordt pas actueel voor de Rest van de Joden, nadat de Kerk is opgenomen.
Zo wordt in de bedelingenleer de ene Bijbel wel een heel moeilijk boek.
Apeldoorn
J.W. Maris
Dr. J.W. Maris is Emeritus hoogleraar aan de TUA te Apeldoorn