Hij heette Johan. Hij kwam uit een christelijk gezin, maar ging niet meer naar de kerk. Een dominee had hem als jongen behoorlijk gekleineerd. Toch was hij lid van onze gemeente gebleven. Daarom stond hij nog in de Gemeentegids. Ik er op af. Hij was nog maar kort geleden getrouwd met een heel aardige jonge vrouw. Ze lieten me hartelijk binnen.
Toen ik goed en wel in hun kamer zat, viel mij direct op, dat er veel schilderstukken aan de wanden hingen en tegen de muren stonden. Ik vroeg naar de herkomst ervan. Johan vertelde me, dat hij kunstschilder was en veel in het buitenland exposeerde, vooral in Hongarije. Uit dat land en het volk daar haalde hij veel inspiratie.
Nu moet u weten, dat ik als jongen al graag tekende en schilderde. Op mijn 57ste verjaardag gaf mijn vrouw mij een ezel, canvas, penselen en Van-Gogh-verf cadeau onder voorwaarde, dat ik nu ook daadwerkelijk zou gaan schilderen. Ik heb haar dat beloofd en ben ook metterdaad aan het schilderen geslagen, zodat ik nu zelf ook exposeren kan. Dit gaf mij meteen een eigen relatie met Johan en zijn vrouw. We praatten heel veel door over dit schilderen. Johan liet me zelfs zijn atelier zien. Daar hingen tientallen kunstwerken.
Het waren meestal heel sombere schilderijen. Veel grafzerken op kerkhoven met heel donkere achtergronden; wrange Christusfiguren aan ruw hout. Toen ik Johan er naar vroeg, was zijn antwoord: 'Zo donker is het leven, is het bij mij vanbinnen!' En toch... Op elk schilderstuk, hoe zwart en donker ook, verscheen steeds enig licht: een maan, wat sterren of een omfloerste zon. 'Waarom schilder je dat erbij, Johan?' 'Omdat ik toch nog geloof in de overwinning van het Licht in onze diep donkere wereld!' zei hij.
Toen ik ging vertrekken uit deze tweede gemeente, ben ik Johan met zijn jonge, mooie vrouw nog weer op gaan zoeken. Hij verzocht me naar zijn atelier te komen en ... een schilderstuk van hem uit te zoeken. Dat mocht ik meenemen als herinnering aan een collega in het schilderen. Ineens zag ik, welke het moest zijn. Ik voeg een afdruk hieraan toe. Er zou veel over te zeggen zijn. Ik laat het voor zichzelf spreken. Johan verlangde naar het samengaan van kerken op dezelfde basis.
Wat kunstenaars al niet af worstelen met zichzelf en de harde werkelijkheid.
Vergeten we kunstenaars niet teveel in onze persoonlijke en zondagse gebeden?
T. Brienen, Hoogeveen