De huidige Turkse stad Bergama ligt op het vroegere Pergamum. Dit artikel beschrijft beknopt de geschiedenis en culturele context van deze in de Laat Antieke Oudheid wereldberoemde stad.
Pergamum in de Laat Antieke Oudheid
Na zijn verovering van Klein-Azië wijst Alexander de Grote Pergamum aan als een belangrijk strategisch steunpunt in zijn rijk. Al snel daarna volgen de politieke bevoegdheden. De directe oorzaak voor Alexanders keus voor Pergamum is vooral de acropolis, het oudste deel van de stad, die zich 1300 voet boven de rivier de Caicus verheft. Het citadel is een bijna ongenaakbaar toevluchtsoord voor een naderende vijand. Onderaan deze hoge vesting ligt de stad Pergamum. Aanvankelijk behoort Pergamum tot het rijk van Lysimachus. Tussen hem en Seleucus, een van de laatste opvolgers van Alexander de Grote, komt het in 281 v. Chr. tot een treffen. In de aanloop naar deze veldslag stelt Lysimachus het grootste deel van zijn fortuin in de vesting Pergamum ter bewaring. Zijn knecht Philetaerus vertrouwt hij de bewaking toe. Seleucus wint deze veldslag, maar wordt kort daarop vermoord. Vrij snel daarna wordt het gebied van de Seleucieden in Klein-Azië door de Kelten (in het Nieuwe Testament de Galaten) overlopen. In deze verwarrende periode grijpt Philetaerus zijn kans en maakt Pergamum onder zijn leiding tot een zelfstandige stadstaat. Omdat Philetaerus eunuch is en dus geen zoon heeft, volgt zijn broer Eumenes I hem op. Onder zijn leiding en van zijn zoon Attalus I breidt de macht van Pergamum zich gestaag uit.
Pergamum en Rome
Deze machtsuitbreiding gaat echter niet zonder slag of stoot. Men heeft met twee geduchte vijanden te doen: de Seleucieden en daarnaast de Kelten, een nieuwe bevolkingsgroep in Klein-Azië. Deze laatste groep wordt uiteindelijk door Attalus I definitief verslagen en onder de hegemonie van Pergamum gebracht. De strijd tegen de Seleucieden verloopt moeizamer. De ontwikkelingen dwingen Attalus I tot het sluiten van een verbond met Rome in 212 v. Chr. Tot dat moment is de invloed van Rome in Klein-Azië nog zeer beperkt. Rome ziet zijn kans schoon en stuurt een grote troepenmacht om Attalus I in zijn strijd tegen de Seleucieden bij te staan. Zo krijgt Rome in Klein-Azië voet aan de grond. Rome beschouwt Pergamum als de poort tot Klein-Azië. Aan deze bijzondere positie komt als gevolg van de opstand van Andronicus in 133 v. Chr. abrupt een einde. Rome weet deze revolutie neer te slaan, ontneemt Pergamum zijn bijzondere positie in Klein-Azië en creëert uit het voormalig rijk van Pergamum de provincie Azië. Pas onder keizer Augustus komt de stad weer in de gunst van Rome. In de 1e eeuw n. Chr. telt Pergamum rond de 120.000 inwoners.
Pergamum het culturele en artistieke centrum
Onder leiding van Eumenes I en zijn opvolgers wordt niet alleen de militaire maar ook de intellectuele en artistieke positie van Pergamum sterk uitgebouwd. Er verrijzen monumentale bouwwerken, paleizen, een theater, een nieuwe marktplaats, een immens altaar, uitgebreide vestingwerken en als klap op de vuurpijl een bibliotheek. Deze bibliotheek moet de reeds wereldberoemde bibliotheek in het Egyptische Alexandrië in omvang en luister overtreffen. Om dit te bereiken worden van heinde en ver boekrollen aangekocht of geleend om te kopiëren. Voor het kopieerwerk heeft Pergamum veel papyri nodig. Papyri wordt van stengels van de papyrusplant vervaardigd. Deze plant groeit in grote hoeveelheden aan de oevers van de Nijl en wordt vanuit Egypte naar alle windstreken geëxporteerd. Alexandrië voelt de hete adem van een geduchte concurrent in zijn nek en legt de export van papyrus naar Pergamum plat. Pergamum zit nu zonder schrijfmateriaal. Hierdoor wordt men gedwongen om naar een alternatief te zoeken. Die wordt gevonden in perkament, niet nadat eerst de technieken om dit te vervaardigen verder verfijnd zijn. Op de lange termijn weet perkament uiteindelijk papyri te verdringen. Perkament – Pergamum, ziedaar de associatie naar de stad waaruit dit product afkomstig is.
Wieg van de keizerverering
Reeds voor de komst van de Romeinen was in Pergamum de ontwikkeling gaande om een heerser soter (‘zaligmaker/weldoener’) en theos (‘god’) te noemen; goddelijke titels die in Pergamum bijvoorbeeld de Griekse hoofdgod Zeus draagt. De koningsmoeder is een vrouw van de goden, aldus de opvattingen in Pergamum. Aan het hof ontstaat langzamerhand rondom de koning een cultus met eigen priesters en priesteressen. Indien iemand maar de rechtmatige heerser is, dan ligt voor hem de weg naar goddelijke verering open. Wanneer met de komst van de Romeinen het hof wegvalt, blijft deze cultus bestaan. Vanaf dat moment is de biologische lijn niet langer meer een voorwaarde voor het dragen van deze goddelijke titels. In deze ontwikkeling spelen ook andere factoren een grote rol. Tussen Pergamum, Efeze en Smyrna bestaat sinds jaar en dag grote rivaliteit. Deze rivaliteit buiten de Romeinen listig uit. Verder wordt deze ontwikkeling ook door religieuze factoren gestimuleerd. Wanneer Rome in korte tijd zijn macht in Klein-Azië vestigt, is deze religieuze ontwikkeling dus al gaande. Het wortelt in de innige en persoonlijke relatie tussen hof en tempel, heerser en cultus. Vanaf het moment dat de Romeinse keizer het alleenrecht op de macht in Klein-Azië heeft, wordt de laatste stap gezet. Ceasar is Kurios, Theos en Soter.
De witte steen
‘Wie overwint ontvangt van Christus een witte steen met daarop een nieuwe naam geschreven’, zo luidt Christus’ belofte aan het slot van zijn brief aan Pergamum. Zwart-wit is het contrast, dat een reiziger opvalt wanneer hij Pergamum aandoet. De acropolis, gebouwen, bogen en tempels zijn hoofdzakelijk uit zwart marmer of gesteente opgetrokken. In deze gebouwen zijn witte stenen ingelegd, waarin namen gebeiteld zijn, bijvoorbeeld van de Romeinse keizers. Het ontvangen van een nieuwe naam is niet een exclusief gebruik in het Vroege Christendom. Ook in andere religies komt dit gebruik voor, bijvoorbeeld in de religie van Asclepius. Deze religie is in Pergamum ontstaan en heeft in de eerste eeuwen n. Chr. ook buiten Klein-Azië veel aanhangers. Van heinde ver trekt de Asclepiustempel talrijke pelgrims, die voor de geneeskrachtige bron hun heil in dit heiligdom zoeken. Het ontvangen van een nieuwe naam geeft de bekeerling toegang tot de geheime riten en feesten van Asclepius. Het duidt ook de persoonlijke relatie tussen hem en Asclepius. Het beeld dat Christus in zijn brief aan Pergamum gebruikt, is een polemiek tegen de vele witte stenen waarop vaak de namen van keizers vergezeld van goddelijke titels voorkomen. In Pergamum ontvangen niet de sterke en machtigen dezer wereld een witte steen met daarop klinkende godentitels. Eenvoudige jongeren en ouderen die volhardend in hun trouw aan Christus staande blijven, zijn uiteindelijk de overwinnaars. Zij ontvangen van Christus een witte steen met daarop gebeiteld een nieuwe naam, die niemand weet dan Hij alleen.
Urk
C.P. de Boer