Ware vrijheid! God schenkt haar uit genade. Hij maakt vrij van boze machten en schenkt innerlijke vrijheid. In Christus is daarmee ook elke binding aan aardse structuren betrekkelijk geworden.
Vrijheid is een ander woord voor het heil in Christus. Ze kenmerkt het nieuwe leven van een christen. Tegelijkertijd is deze vrijheid geen bezit. Een christen leeft elke dag van wat hij uit genade mag ontvangen. Hij bevindt zich op de weg van het 'hoe langer hoe meer'.
Bij de innerlijke vrijheid van een christen hoort ook dat hij vrij is van allerlei gedachten die mensen doorgaans beheersen. Paulus bijvoorbeeld is vrijgemaakt van de innerlijke overtuiging die hem vóór zijn bekering ver bij God vandaan hield: de gedachte bijvoorbeeld dat hij door zijn afkomst en eigengerechtigheid rechtvaardig zou zijn. Onderweg naar Damascus onderging hij een radicale bevrij¬ding. Misschien schrijft hij daarom in zijn brieven zoveel over vrijheid. Zoals de apostel werd bevrijd, zo heeft de Here al de zijnen bevrijd van knellende machten die hun mens-zijn voor zijn aangezicht beschadigen. Hij geeft ook bevrijding van gedachten die een mens kunnen beheersen.
Vrij tot liefde
Aan dit proces geeft de Heilige Geest leiding. De Geest leert leven in de ware vrijheid en maakt daartoe van harte bereid. Die bereidheid blijkt onder meer in liefde voor de Here en zijn dienst. De Geest houdt die liefde ook in stand en doet haar groeien, hoezeer ze soms ook wordt beproefd. Leven in liefde, dat is pas vrijheid!
Deze liefde gaat gepaard met kennis en inzicht. Een christen kan daardoor onderscheiden wat wel en wat niet belangrijk is. Hij kan daarom ook ontspannen omgaan met zogenaamde 'middelmatige dingen'. Om met Augustinus te spreken: 'Heb God lief en doe (dan) wat u wilt'. Deze uitspraak duidt treffend aan wat innerlijke vrijheid inhoudt. De liefde tot God is de bepalende factor in het leven van een christen. Geen enkel aspect van zijn leven is daarvan uitgezonderd.
Daarbij moeten we het woordje 'dan' in rekening brengen: 'doe dan wat je wilt'. Dat is een rem op willekeur. Die rem is nodig. Maar al te gemakkelijk laten mensen zich verleiden tot een leven dat zich niets aan Gods geboden gelegen laat liggen. Paulus waar¬schuwt niet zonder reden dat vrij¬heid niet mag worden gebruikt als operatiebasis voor zondige verlangens (Gal. 5, 13). Daarom is het woord 'dan' op zijn plaats: 'Heb God lief en doe dan wat u wilt'.
Ware vrijheid is, zoals in het vorige artikel is gezegd, liefdevolle dienstbaarheid aan God in gerechtigheid en heiligheid. Al¬leen die dienstbaarheid is de frisse atmosfeer waarin het mens-zijn tot zijn bestemming komt.
In onze tijd domineert echter de liberale opvatting over vrijheid. Deze zegt dat mensen zelf moeten kunnen bepalen wat ze doen zolang ze een ander maar geen schade toebrengen. Deze opvatting past in een samenleving waarin mensen sterk gericht zijn op eigen geluk. Weliswaar is dat eigenlijk ook altijd al zo geweest. Altijd al hebben mensen vrij willen zijn van beklemmende machten om hun zelfgekozen bestemming te realiseren. Maar nieuw in onze tijd is het feit dat individuele vrijheid een politiek ideaal is geworden. Het is een zaak geworden waarvoor de politiek zich sterk maakt. Dat is eigenlijk pas sinds de laatste tweehonderd jaar het geval. Voor die tijd was vrijheid nauwelijks een politiek ideaal. Nu wel. Politici houden zich intensief bezig met vrijheid van burgers. Ware vrijheid bestaat echter in dienst aan God en de naaste, in gerechtigheid en heiligheid.
Sterken en zwakken
Deze christelijke vrijheid kan diverse vormen aanne¬men. Niet ieder denkt op elk punt gelijk. Dat wordt ook vanuit de Schrift duidelijk. Voorbeelden daarvan lezen we onder meer in de brieven van Paulus aan de gemeenten van Korinte en Rome. In deze gemeenten bestond verschil van opvatting over het eten van vlees dat aan afgoden is gewijd. Paulus spreekt in dat verband over zwakken die niet eten, en sterken die wel eten. In het algemeen: er zijn christenen die een behoudend standpunt innemen en die een vooruitstrevend standpunt innemen.
De vrijheid in Christus wordt volgens de apostel be¬dreigd wanneer leden van de gemeen¬schap elkaar niet aanvaarden. Zwakke leden kunnen gemakkelijk sterke leden veroordelen, terwijl sterke leden neerbuigend handelen ten op¬zichte van zwakke leden. De vrijheid in Christus staat dan onder druk: zwakke leden neigen naar wetticisme en sterke leden naar libertinisme, dat is: een zucht naar 'vrijheid' los van Gos geboden.
De apostel onderstreept dat ware vrijheid enkel en alleen rust in een hartelijk vertrouwen op Christus. Zijn kruisiging en opstanding uit de doden zijn het fundament voor die vrijheid. Christus heeft van die vrijheid eveneens een voorbeeld gegeven en de zijnen liefge¬had tot het einde. In die liefde mogen ook de zijnen delen. Zij delen daarin door een waar geloof. Dat ware geloof is een geloof dat door die liefde werkt. Deze liefde bewaart ster¬ken voor libertinisme en zwakken voor wetticisme.
Verscheidenheid
Vandaag is de politieke invulling van vrijheid overheersend geworden: vrij¬heid mag slechts worden ingeperkt wanneer deze de vrijheid van ande¬ren bedreigt. Deze invulling is gestempeld door het liberalisme. Vooral de sterken in onze samenleving, de machthebbers, varen wel bij een dergelijke liberale opvatting. Deze werkt in hun voordeel. Ze kunnen gemakkelijk hun eigen opvatting doordrukken. Zij hebben geen moeite met zaken waarmee anderen wel moeite hebben.
Ook in de christelijke gemeente kunnen sterken hun macht laten gelden. Dan werkt de liberale opvatting van vrijheid door in het midden van de gemeente. De wereld komt de kerk binnen. Deze en vergelijkbare leuzen worden gehoord: 'Waarom zo moeilijk doen? Wat maakt het uit dat we dit of dat doen in de kerkdienst? Niet zo bekrompen zijn'. De sterkte van deze sterken werkt in hun voordeel. Maar of dat ook heilzaam uitwerkt voor heel de gemeente is een andere zaak.
Paulus uit in zijn brieven aan de ge¬meenten van Rome en Korinte zijn bezorgdheid over de invloed van sterken tegenover zwakken. De apostel legt nadruk op de verantwoordelijkheid van de sterken. Zij dienen hun handelingsvrijheid in te beperken met het oog op diegenen die daarin niet kun¬nen meekomen. Ware vrijheid is altijd een vrijheid in ge¬meenschap. Ze wordt bepaald door de liefde tot elkaar.
De apostel gebruikt in dit verband het beeld van een lichaam. De gemeente is het lichaam van Christus. Daarin is ver¬scheidenheid onontbeerlijk met het oog op het voortbestaan en het welzijn van het geheel. Ze dient ook de eenheid van het geheel. Alleen in een lichaam dat verscheidenheid kent, zal de eenheid goed kunnen functioneren. Het lichaam kan niet bestaan zonder verscheidenheid.
Nodig is dan dat broeders en zusters elkaar daarin liefdevol aanvaarden op grond van het heil in Christus. De opdracht is wederzijdse aanvaarding omdat Christus de zijnen aanvaard heeft. Daarnaast is een wederzijdse aanvaarding nodig zoals Christus de zijnen heeft aanvaard. Beide: omdat en zoals. Dat is tot eer van God (Rom. 15, 7). Wat voor de gemeente geldt, mag dan ook gelden voor andere samenlevings¬verbanden die onder het beslag staan van het Woord van God. Verscheidenheid die door de liefde werkt, dient de eenheid en het welzijn van het lichaam.
Gebondenheid
Vrijheid gaat niet op in 'kunnen kiezen': dan zou je vrij zijn als je zou kunnen kiezen, en onvrij als je niet zou kunnen kiezen. Een dergelijke keuzevrijheid heeft niets te maken met ware vrij-heid. Ware vrijheid is niet formeel bepaald, maar gebonden aan een persoon, de persoon van Christus. Ze is daarmee inhoudelijk bepaald. De inhoud daarvan is gerechtigheid en heiligheid, of anders gezegd: liefde tot God en de naaste. Wijlen professor J. P. Versteeg zei treffend: 'De vrijheid voor onszelf is gebondenheid. De gebondenheid aan een ander is vrijheid. De vrijheid is vrijheid om ons te binden aan een ander' Alleen de vrijheid die voortkomt uit het geloof dat in liefde werkt, bewaart de verbondenheid aan elkaar in de gemeente van Christus.
Echte vrijheid vindt haar fundament in het werk van Christus en laat zich normeren door zijn woord, dat Hij op een unieke wijze heeft voorgeleefd: gehoorzaam¬heid aan God en dienst aan de naaste. Deze vrijheid schenkt Christus de zijnen. Wat zijn Heilige Geest vervolgens doet, is dit geschenk hoe langer hoe meer effectief maken in het leven van de zijnen. Daarom mag gebeden worden. Daarop mag gehoopt worden: waar de Geest van de Here is, is vrijheid.
Feanwâlden
D. J. Steensma